Vorige herfst verscheen Mortiers Gestameld liedboek – Moedergetijden bij De Bezige Bij. Het is een indringend relaas van de aftakeling door alzheimer van z’n moeder . Van de eerste diagnose en symptomen tot de opname in het pleegtehuis ontrolt er zich een portret van de moeder en de familie waarin Mortier opgroeide. Autobiografie wisselen af met poëzie en prozaïsch realisme om de progressie van de ziekte weer te geven. Erwin Mortier heeft deze roman opgevat als een notitieboek van wat deze ziekte aanricht in een mens en hoe dit proces van verlies ook de naastbestaanden, in casu z’n vader, z’n broers en zussen en vooral hijzelf, kapotmaakt. Er straalt warmte uit zowel de poëtische als de prozastukjes en de sensualiteit die hij als kind bij z’n moeder waarneemt, is ook aanwezig in Mortiers observatie en stijl. De synergie tussen moeder en zoon is in de hele roman tastbaar. Het schrijnende is de vroege intrede van de ziekte, nog voor haar zestigste en daarna het druppelsgewijze verlies van alles waar de persoon voor stond. Mortier filosofeert ook over ‘wat z’n moeder nu voor hem zal gaan betekenen’; wat is het dat je deze wereld nalaat als je heengaat? Herinneringen, maar meer dan dat… een heldere aanwezigheid in woorden en handelingen waarvan je weet ‘zo was ze’. De vrouw was muzikaal; ze zong namelijk in een koor vandaar de titel. De moeder die niet goed meer uit haar woorden komt, en zoonlief dof van verdriet door dit gestage verlies, die moeizaam probeert vast te leggen, soms al wachtend in de ziekenhuisgang, wat hem en z’n moeder overkomt. Ziedaar ‘Gestameld liedboek’. De eb en vloed van het leven; de ingetogen, geprevelde getijden van een moederbestaan. Een boek om vaak te herlezen.
Maand: maart 2012
‘Intouchables’ een etnische wensdroom ****
Olivier Nakache & Eric Toledano | Cast: Omar Sy (Driss), François Cluzet (Philippe), Anne Le Ny (Yvonne), Audrey Fleurot (Magalie), Clotilde Mollet (Marcelle) e.a.| Speelduur: 112 minuten | Jaar: 2011
Vanmiddag de film ‘Intouchables’ gezien in Utopolis. Filmnamiddag met scholieren van de 3de graad secundair. Had al veel lof gehoord over de prent maar niet de tijd genomen om mezelf te vergewissen van z’n deugdelijkheid. En … het moet gezegd, het gaat om een echte feelgoodfilm die een etnische wensdroom op een pretentieloze manier tot ontwikkeling laat komen in de vrienschap tussen de hoofdpersonages Driss, Senegalees uit de Franse banlieus en Philippe, aristocraat in een paragliding accident verlamd geraakt. Een buddy als Driss, ex-gevangene, ongecompliceerd en down to earth, in alles de perfecte tegenpool van z’n ‘patiënt’, is voor de regisseur het gedroomde personage om de aristocratische bourgoisie in z’n geplogenheden en cultuur onderuit te halen. Alles met een kwinkslag. Anderzijds krijgt ook het cliché over achtergestelde jongeren en hun cultuur een geïnspireerde opfrisbeurt. En al is Driss geen doetje, de synergie met Philippe werkt aanstekelijk op alle andere personages en niet het minst op de toeschouwer. Momenten van spanning (beginsequentie) wisselen af met geestige en grappige situaties, en hartverwarmende daden en woorden. Sentimentele meligheid wordt buitenshuis gehouden. Er zit ‘schwung’ in de muziek en de dialogen. Kortom een fantastische film!
Keffiyeh / Made in China – KVS_box – Brussel***

Professor Leo Neels over waardige journalistiek
Leo Neels doceert mediarecht aan de K.U. Leuven en UAntwerpen.
‘Foto’s dode kinderen zware journalistieke fout’
zaterdag 17 maart 2012 om 09u46

© Reuters
Het kan dus. Media kùnnen sereen berichten, ook over aangrijpende drama’s zoals de dood van zoveel kinderen in het Zwitsers busongeval.
Gelukkig spreekt dat de veelal ten onrechte gemaakte veralgemening over “de media” tegen. “De media” bestaan niet, er is een zeer divers aanbod. VTM, VRT, De Morgen, De Standaard, De Tijd hebben er in hun berichtgeving bewust voor gekozen om geen foto’s van de kinderen te tonen of af te drukken. Dat deden Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws en Het Belang van Limburg echter wél.
Dat was een ernstige journalistieke fout. Elke persoon is meester van zijn afbeelding, en dat recht op afbeelding is een intiem recht, een persoonlijkheidsrecht – zoals het recht op vrijwaring van de private levenssfeer. In ons rechtsbestel gaan anderen daar niét over, wanneer zij onze afbeelding wensen te gebruiken, hebben ze daar toestemming voor nodig van de afgebeelde persoon, of, in het geval van de minderjarige kinderen, van hun ouders. Wetgeving en rechtspraak zijn zeer eenduidig. Media dienen, net zoals u en ik, te handelen binnen de bandbreedte van de wet.
Ze hebben er alle belang bij om wettelijke grenzen voor journalistiek handelen te respecteren. Immers, de fundamentele mediavrijheid die, terecht, ruime journalistieke vrijheid garandeert, rust op dezelfde juridische sokkel. Die beschermt waarden, zoals de waardigheid van elk individu en de democratische rechtsstaat op een samenhangende wijze.
Redacties voeren aan dat ze lang intern gedebatteerd hebben over het al dan niet geven van de foto’s van de kinderen. Ze waren betrokken bij een publiek gebeuren van maatschappelijk belang, het ernstig busongeval met zovele jonge slachtoffertjes. Ja, maar dat is geen rechtvaardigingsgrond voor een inbreuk op hun beschermde afbeelding. De journalistieke code neemt juist privé-leven, minderjarigen, slachtoffers van ongevallen extra in bescherming: de deontologische regel verbiedt volledige identificatie met herkenbare beelden van minderjarige slachtoffers. Andere media bewezen dat het perfect mogelijk was om zeer volwaardig over het ongeval te berichten zonder enige kinderfoto.
Schokkend is de rechtvaardiging van een hoofdredactie dat de afbeelding bedoeld was als eerbetoon aan de kinderen. Hoe kan men beweren eer te betuigen aan personen wiens fundamentele rechten men eerst schendt? Ziet een hoofdredactie die tegenspraak niet?
Het recht, de juridische sokkel van de samenleving, bepaalt het etisch minimum. Je kan niet zinvol beraadslagen over de etische wijze om de wet te overtreden, zo simpel hoort het te zijn. Bij grote rampen zijn media van groot belang, omdat ze de schok van de samenleving uiten, verwoorden, vorm geven (Jan Van den Bulck, Het Rampenplan van de media, DM 16 maart). En ze kùnnen grenzen respecteren, dat bewezen sommige op een zeer consistente wijze.
Bij mediadebatten wordt snel gedacht in term van complotten, alsof redacties zitten te loensen hoe ze morgen méér kranten kunnen verkopen door het zaaien van sensatie. Welnu, de werkelijkheid is meestal prozaïscher en bescheidener. Meestal wordt over dergelijke kwesties lang en grondig gedebatteerd binnen de redacties, en zijn de uitkomsten niet altijd even duidelijk of makkelijk. Oplagecijfers zijn daarbij, gelet op mijn ervaring, geen criterium, wel heerst vaak twijfel over de juiste wettelijke en deontologische grenzen. En die twijfel rust vaak op een gebrekkige vertrouwdheid met het juridisch kader, waarover men vaak debatteert alsof dit altijd een voluntaristisch en rekbaar element is. Redacties zouden er kunnen bij winnen in dat beraad uit hun beslotenheid te treden, hun emotie te overstijgen en derdenadvies in te winnen. Dat is zeer ongebruikelijk, omdat een verkeerd begrepen notie “redactionele onafhankelijkheid” suggereert dat dit oordeel enkel geldig tot stand kan worden gebracht door journalisten – uiteraard een ongerechtvaardigde conclusie.
Wat wel soms meespeelt, is een zekere onderlinge naijver tussen redacties, de angst dat men zich bij wet en deontologie neerlegt en zal “geklopt” worden door de collega die de foto’s wél brengt. Toch een kinderachtigheid die bijdetijdse redacties zich niet meer kunnen verloorloven, en een analyseniveau waarbij de rechten van de kinderen en hun ouders verwaarloosd worden. Er is geen journalistieke verdienste in herpublicatie van foto’s die men vandaag vaak op websites, blogs en in de social media aantreft: ook herpublicatie is toestemmingsplichtig. Ook verschrikkelijk is de brutaliteit van sommigen, die toch gepoogd hebben om toestemming van de ouders te bekomen, op een moment in hun leven waarop zij er, écht, recht op hadden om door geen enkel journalist te worden lastig gevallen. Er zijn grenzen, ook aan informatiegaring, die kan ontaarden in journalistieke onbeschoftheid.
De teksten van Bernard DEWULF (De Standaard) of Hugo CAMPS ( De Morgen) tonen aan dat men groots kan zijn in hulde, net zoals de poëtische en aangrijpende voorpagina van ZAK (De Morgen); vele andere redactionele stukken, ook in De TIJD en op VRT en VTM bevestigden dat. Alle media kunnen nu waardigheid tonen bij de uitvaartdiensten die volgen, en HBvL, HNB en HLN kunnen nadenken over de passende wijze waarop zij in hun krant het eerherstel van kinderen en ouders vorm zullen geven.
Leo NEELS
Mediarecht KULeuven en UAntwerpen
bron: Knack
22 Kinderen komen om in tragisch busongeval vorige nacht in Zwitserland
http://www.klasse.be/leraren/26398/deel-je-verdriet/
In beeld: Busongeval in Zwitserland.
Elio Di Rupo: ‘Trieste dag voor heel België’
woensdag 14 maart 2012 om 08u13
Premier Elio Di Rupo is zwaar aangeslagen door het busongeval in Zwitserland. Hij reist zelf af naar Zwitserland, maar laat eerst de ouders gaan.

Premier Elio Di Rupo (PS) is erg aangeslagen door het busongeval in Zwitersland. © Belga
Premier Elio Di Rupo (PS) zegt “geen woorden te hebben” voor het tragische busongeval in Zwitserland, waarbij 28 Belgen omkwamen. Onder hen 22 kinderen uit scholen uit Lommel en Heverlee.
De premier klonk erg aangeslagen en leek even de kluts kwijt: hij bood live op Radio 1 zijn hulp aan en gaf zelfs het nummer van zijn eigen kanselarij, zodat mensen ook via dat kanaal aan het noodnummer kunnen geraken.
Voorrang aan ouders
“Onze en mijn gedachten gaan uit naar de slachtoffers en hun families. De regering doet er alles aan om hen zo correct mogelijk, en in alle waardigheid, te informeren”, zei de premier.
Di Rupo reist zelf af naar Zwitserland. Vlaams minister-president Kris Peeters en vicepremier Steven Vanackere gaan mee. Wanneer de ministers vertrekken, is nog niet bekend.
Premier Di Rupo zei alvast dat hij eerst de ouders laat vertrekken. Ook Waals minister-president Rudy Demotte heeft “met ontzetting” kennis genomen van het ongeval. “Mijn gedachten gaan uit naar alle slachtoffers en hun families.” (SD)
woensdag 14 maart 2012 om 09u33

Het nieuws haalde de voorpagina van de BBC nieuwssite.
Het ongeval met de Belgische schoolbus krijgt ook veel aandacht in het buitenland. Verschillende internationale media berichtten over de gebeurtenis.
Le Figaro: zwaarste ongeval ooit
Le Figaro opent haar website met het nieuws. “Il s’agirait du plus grave accident de la route jamais survenu en Suisse”, aldus de Franse krant. ‘Het gaat om het zwaarste ongeval ooit op Zwitserse wegen.’
Le Monde: Unde tragédie
Ook in Le Monde wordt het ongeval uitgebreid gebracht. De krant spreekt van “un terrible accident très lourde” en “une tragédie”.
BBC: 28 doden
Hun Engelse collega’s besteden eveneens veel aandacht aan de crash. De website van de BBC heeft het stuk zelfs als eerste bericht op de homepagina ingesteld -28 doden bij busongeval in Zwitserland -met een grote foto van de verwoeste bus ter illustratie. The Times neemt het bericht over.
Der Spiegel: Klassenfart
Der Spiegel heeft via correspondenten ter plaatse een lang artikel geschreven en opent daarmee zijn website. Bus verunglückt auf Klassenfahrt.
Berliner Zeitung: fotogalerij
De Berliner Zeitung heeft aan haar stuk over het “Schweres Busunglück” een fotogalerij van 17 beelden toegevoegd.
The New York Times: 22 kinderen dood
Het nieuws heeft ook de overkant van de oceaan bereikt. The New York Times kopt “22 children die in Swiss bus crash” en ook CNN journalisten schrijven over het ongeval.
Veel media citeren premier Elio Di Rupo of minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders. De artikels vergaarden verschillende steunbetuigingen in de commentaarsectie. (KS)
Bron: Knack
NGO Invisible Children’s campagnefilmpje van J.Russell wordt sociale media hype / NGO Children as Peace Builder’s (CPB) opbouwend werk in Gulu (Oeganda)
Pleidooi voor de zonde – Erwin Mortier ***
In deze bundel essays in diverse kranten en tijdschriften verschenen in de periode 1998 -2003 ‘kijkt Erwin Mortier frank en vrij om zich heen, aanschouwt de wereld met een helder oog en levert ironisch en scherpzinnig commentaar op wat hij aan idiote, mensonterende of ergerlijke dingen ziet. Soms is zijn woede onomwonden. Schitterende staaltjes formuleringskunst geeft Mortier ten beste, die het probleem in kwestie scherp en beeldend aan de orde stellen. Zijn standpunten getuigen van evenveel wrevel als mededogen. Hij weet pijnlijk voelbaar te maken wat we in onze cultuur, achter de gebeurtenissen van de dag om, langzaam aan het verliezen zijn.’ (aldus de uitgever op de binnenflap van het boek)
In deel I neemt Mortier ‘Altaar en Troon’, het koningshuis en de kerk, op scherp; in deel II moeten ‘Het land, zijn volk, zijn leiders’ het ontgelden en in ‘Kunst en springstoffen’ (deel III) komen behalve kritische beschouwingen over de feiten van 9/11 en de bouw van het MAS in Antwerpen ook de zelfrelativering van Mortier als essayist en als schrijver aan bod. In ‘Een korst en twee eieren’ doet hij o.a. haarfijn uit de doeken waar het voor hem in het schrijverschap om te doen is. Behalve dat verschillende stukken uit deze essaybundel verwijzen naar een sociaal-politieke werkelijkheid die tien jaar achter ons ligt, kan gesteld worden dat Mortiers schalkse visie en beschouwingen omtrent de toen van kracht zijnde realiteit, vandaag amper aan pertinentheid verloren hebben.
blz 46 ‘ Toen ik de biechtstoel verliet, was het alsof ik na een diepe duik onder water weer aan de oppervlakte kwam. Mijn longen zogen zich vol. Een jongetje naast me, dat zich door een imposante processie weesgegroeten werkte, begon te blozen toen ik op de stoel naast hem knielde, en zei dat hij alles gehoord had. Ik negeerde hem straal. Als God alles zag, zoals men altijd beweerde, dan viel er in dat joch zijn ondergoed meer te lezen dan in het katholieke weekblad.
blz 48 ‘Ik stapte met een intens gevoel van geluk de biechtstoel uit, vervuld van een grote verbondenheid met alle wankelmoedige schepselen die op deze aardkloot rondscharrelen. Maar wat ik precies bekend heb, Eerwaarde Lezer, hoe mijn Verlosser mijn verlangen voorgoed in tweeën kliefde en me een deel van mezelf ontstal, blijft voor eeuwig tussen mijn Maker en mij.’
blz 67 ‘ ‘De homofiele aanleg zelf valt buiten morele beschouwingen,’ meldt het meest recente Geloofsboek, de catechismus zeg maar, van de Belgische bisschoppen, ‘Maar de homofiele passie is volgens de kerkelijke traditie objectief ongeordend. Zoals alle anderen dus, heeft de homofiele mens de taak zijn seksuele leven te ordenen volgens die objectieve normen. Dat is geen gemakkelijke opgave.’ Waarschijnlijk niet. Homo mag je wel zijn maar niet doen. Aangezien voor mensen van hetzelfde geslacht op grond van de doctrine geen kerkelijke verbintenissen kunnen bestaan vergelijkbaar met het huwelijk, eist Rome, in het nieuwe millennium, niet langer van twee, maar van drie categorieën gelovigen het celibaat: pastoors, kloosterlingen en homo’s. Bien étonnés de se trouver ensemble.’
blz 181 ‘Schrijven is iets tussen beeldhouwen en kantklossen in. Je tast contouren van beelden af zoals een beeldhouwer de omtrek van zijn schepping uit de nog ruwe steen poogt op te diepen. Tegelijk zit je als een begijn boven haar speldenkussen te mieren op zoiets onooglijks als het woord.‘
blz 183 ‘Wetenschap is het domein van het zekere. Filosofie van het heldere. Ethiek van het juiste. Kunst moet het onvindbare huisvesten. Alles wat naar de rommelmarkt van het denken of het depot van het Grote Museum van de Ziel wordt verbannen, oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht op me uit. Spartelt in al dat badwater toevallig geen kind? Je weet maar nooit…
‘De kerk is al decennialang leeggelopen, de politiek verblijft al bijna even lang aan gene zijde van de kloof met de burger die ze kennelijk maar niet weet te dichten, laat staan te overbruggen. Cultuur is de maatschappelijke ambulance geworden die met loeiende sirene en zwaailichten de burger door het sociaal-politieke vacuüm naar de museale spoedopname raast, waar hij na een stoot zuurstof, wat hartmassage en een lepel postmoderne zingeving als een nieuw mens van de brancard mag herrijzen. Ik vind dat wat veel gevraagd. Ik geloof daar niet in.’
blz 186 ‘Ik ben geen liefhebber van essays. In het essayistische schuilt naar mijn smaak een ironie die ik doorgaans ongepast vind in onze tijd, maar waar ik even vaak niet buiten kan. Het genre herleidt de wereld tot een oerwoud vol lianen waarmee de scherpzinnige geest zijn trapezekunsten kan vertonen. Ik lees teveel essays waarin kwesties fungeren als this magnificent cake – de woorden waarmee Leopold II Afrika omschreef, vlak voor hij zichzelf van een royale portie voorzag.’