In dit filosofisch essay over status en statusangst probeert de auteur de oorzaken van statusangst te achterhalen en er ook in een tweede deel oplossingen voor bijeen te sprokkelen uit de gebieden van de filosofie, de kunst, de politiek, het Christendom en de bohème. Het werk verscheen in 2004, werd meteen in het Nederlands vertaald door uitgeverij Atlas (A’werpen-A’dam) en telt 335 bladzijden. De omslagillustratie is een gezicht op de buitenwijken van Las Vegas.
In een samenleving waarin onze waarde wordt afgemeten aan onze materiële wapenfeiten en ons maatschappelijk aanzien, zijn we ons pijnlijk bewust van de noodzaak om te slagen en te presteren. Statusangst is de prijs die we betalen voor de erkenning van dit voor iedereen zichtbare verschil tussen een succesvol en een onsuccesvol leven. (achterplat)
Maar, betoogt de auteur, we kunnen deze angst de baas worden en zelfs vrede en vervulling vinden in een volgens de vigerende normen onaanzienlijk bestaan. Hoe ontsnappen we aan een gebrek aan waardering van onze medemens? Aan al te hooggespannen verwachtingen van wat het leven ons te bieden heeft? Aan een te grote afhankelijkheid van de mening van anderen? Kortom: hoe ontsnappen we aan een constant gevoel tekort te schieten?
Als de oorzaken van onze angst te zoeken zijn in liefdeloosheid, in snobisme, te hoge verwachtingen, meritocratie en afhankelijkheid van meningen over ons dan kunnen o.a. filosofische beschouwingen gebaseerd op logische argumentatie ons een gevoel van eigenwaarde schenken dat een bestendiger genoegen tot gevolg heeft, vindt de auteur.
Net als Jane Austen en George Eliot kunnen de grote kunstenaars van het dagelijkse leven ons helpen een reeks snobistische ideeën te corrigeren over wat er in de wereld valt te eren en te waarderen.(168)
…; dankzij de tragedie hebben we onze simplistische opvatting over falen en verliezen laten varen en staan we vergevensgezind tegenover de dwaasheid en de fouten die in onze natuur besloten liggen. Een wereld waarin de mensen zich impliciete lessen van de tragediekunst hebben eigen gemaakt, zou er één zijn waarin de gevolgen van onze fiasco’s niet zo zwaar op onze schouders drukken (179)
Door middel van politieke strijd zullen de verschillende groepen pogen het statussysteem van hun gemeenschappen zodanig te vormen dat ze zelf tot aanzien rijzen, waarbij ze diegenen tegenover zich vinden die belang hadden bij de vorige regeling. (206)
…net als [ Matthew] Arnold en [ John] Ruskin en vele maatschappijkritische geesten voor en na hen, kon hij [Carlyle] niet instemmen met een levenswijze waarin wat hij ‘de aanbidding van de Mammon‘ noemde het streven naar ‘gelukzaligheid’ en ‘voldoening’ op ‘Gods aarde’ leek te hebben verdrongen. (229)
Angsten ten aanzien van onbeduidendheid kan men goed verhelpen door – in het echt of via kunstwerken – op reis te gaan door de reusachtige ruimten van de wereld (269)
Niets is edelmoediger of menselijker, in de beste zin van het woord, dan te beseffen dat we inderdaad in wezen en essentie precies zo zijn als iedereen (277)
Door de waardigheid en de superioriteit van de verworpene te benadrukken, bood de bohème een werldlijke tegenhanger van het christelijke verhaal over de verstoting en kruisiging van Jezus. (314)
Niet begrepen worden is een teken dat er veel te begrijpen valt. Het komt door de enorme vleugels dat de dichter niet lopen kan. [cfr L’ Albatros – Baudelaire] (314)
Ondanks de excessen in de uithoeken van de bohème, is het een blijvende verdienste van de beweging dat ze een aantal zinnige vraagtekens heeft geplaatst bij kleinburgerlijke idealen. Ze heeft de bourgeoisie ervan beticht niet te begrijpen welke rol rijkdom in een goed leven zou moeten spelen; te snel materiële ontoereikendheid te veroordelen en te slaafs uiterlijke kenmerken van succes te vereren; buitensporig te hechten aan valse fatsoensregels; op dogmatische wijze beroepskwalificaties aan te zien voor talent; het belang van kunst, gevoeligheid, scherts en creativiteit te verwaarlozen; en zich al te zeer bezig te houden met orde, regels, bureucratie en tijdsindeling. (322)
Filosofie, kunst, politiek, christendom en de bohème zijn er nooit op uit geweest een statushiërarchie af te schaffen. Ze hebben slechts gepoogd nieuwe hiërarchieën te scheppen op basis van waarden die niet werden erkend door en kritisch stonden tegenover het waardestelsel van de grote meerderheid. Hoewel ze nog altijd een categorisch onderscheid maakten tussen slagen en falen, goed en slecht, beschamend en eervol, hebben deze vijf verschijnselen getracht ons een ander idee te geven van wat men onder die zwaarwichtige begrippen zou moeten verstaan. […] Ze hebben ons een aantal overtuigende en troostrijke geheugensteuntjes gegeven, die ons eraan herinneren dat er nog andere manieren zijn, naast die van de rechter en de apotheker, om in het leven te slagen. (325)
Eén gedachte over “Status Anxiety – Statusangst – Alain de Botton***”