‘Alle poëzie dateert van vandaag’ is een versregel van Sybren Polet, Nederlands dichter en prozaschrijver. Het is ook de titel van het gedichtendagessay 2010. Dat essay is een zoektocht door het land van de poëzie op vier verschillende manieren: verhaal, betoog, brieven en gedichten. Charles Ducal concentreerde zich voor deze voordracht op het betoog. Enkele vragen die aan bod kwamen: wat is de essentie van poëzie, welke leeshouding vraagt poëzie, waarom haken vele lezers af zodra poëzie minder evident wordt, moet poëzie ‘begrijpelijk’ zijn, is poëzie in de eerste plaats een gevoelsuitstorting? Dit alles aan de hand van gedichten van diverse auteurs, die de vraagstelling concreet maakten. Tot slot las de dichter nog voor uit eigen werk o.a. de gedichten ‘Vuile voeten’ en ‘Begin’ uit Moedertaal(1994), ‘Bij het lezen van Lucas’ uit In inkt gewassen(2006), ‘Koningskinderen’, ‘Het dochtertje van J.’ en ‘Steen’ uit Toegedekt met een liedje(2009).
Ter gelegenheid van Ducals zestigste verjaardag sprak professor- emeritus Hugo Brems in 2012 een laudatio uit. In datzelfde jaar verscheen de verzamelbundel Alsof ik er haast ben 1987 – 2012 (uitgeverij Atlas) waarover recensent Jan-Jakob Delanoy in Cutting Edge schreef: “Charles Ducals poëzie staat bekend als traditioneel en toegankelijk, wat waarschijnlijk komt door de grote herkenbaarheid van zijn gedichten. Menselijk inzicht ligt hiervan aan de basis en Ducal koppelt dit aan een groot mededogen. Deze poëzie ademt een grote noodzakelijkheid, is nooit zomaar schoonschrijverij. ‘Alsof ik er haast ben’ is dan ook een dankbare kans om het voorlopige universum van een van de grootste Vlaamse dichters in zijn geheel in huis te halen.” En Joop Leibbrand in Meander: ‘Alsof ik er haast ben’ is heel wat meer dan licht gestuif. Het is een bundeling die Ducal de enige plaats in het poëzielandschap geeft die hem recht doet: vooraan, waar hij met kop en schouders uitsteekt boven al die de laatste jaren omhooggeschreven mindere goden.
Charles Ducal, nom de plume van Frans Dumortier, Vlaams dichter en prozaschrijver (°1952) studeerde Germaanse filologie in Leuven. Hij was jarenlang werkzaam als leraar Nederlands.
Als dichter debuteerde hij met Het huwelijk (1987), in 1989 gevolgd door De hertog en ik. Die laatste bundel werd bekroond met de Prijs van De Vlaamse Gids en de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. Op 29 januari, gedichtendag, werd hij officieel aangesteld als Dichter des Vaderlands.