Mélodie d’ amour (2013) (De Bezige Bij – 336 blz.) wordt op het achterplat als volgt ingeleid: In deze roman toont Margriet de Moor de liefde in haar onberekenbare gestalten: van loyale genegenheid tot alles verterende hartstocht. Met een grote sensitiviteit schetst ze het schitterendst dat de liefde teweeg kan brengen, en tegelijk haar verwoestende kracht, het geweld en de moordlust die het liefdesverdriet in een mens kan opwekken. Hoe goed haar personages het ook bedoelen, ze zijn zonder uitzondering onderworpen aan dat andere personage, de liefde zelf, waarvan de kracht vele malen groter is dan die van henzelf. De Moor geeft haar roman een motto van de Franse vrijwel onbekende auteur Francis de Miomandre (1880 – 1959) mee: Le comment n’est pas le pourquoi. Het hoe der dingen zegt niets over hun waarom. De wijze waarop in dit boek de gebeurtenissen hun verloop kennen, is niet dezelfde als waarom ze dat op die manier doen. Bij deze gedachte heb ik stil gestaan en ik heb me tijdens de lectuur van de vier verhalen – I Zijn vader, zijn moeder, II Zijn jammerlijk stuk vrouwmens, III Haar broer, IV Myrte – gerealiseerd dat ook de titel van de roman verwijst naar die dubbelheid. De populaire vijftiger jaren popsong van Leonard Johns gezongen door Edmundo Ros en later ook door The Ames Brothers geeft een liefdesboodschapper (a little bird) de opdracht om de geliefde waarop gewacht wordt, terug te halen. De liefde hier is van een intens verlangende lichtheid:
Melodie d’amour, take this song to my lover
Shoo shoo little bird, go and find my love
Melodie d’amour, serenade at her window
Shoo shoo little bird, sing my song of love
Oh tell her I will wait, if she names a date
Tell her that I care, more than I can bare
For when we are apart, how it hurts my heart
So fly oh fly away and say that I hope and pray
This lovers melody will bring her back to me
Melodie d’amour, take this song to my lover
Shoo shoo little bird, go and find my love
Melodie d’amour, serenade at he window
Shoo shoo little bird, sing my song of love
Oh tell her how I yearn, long for her return
Say I miss her so, more than she could know
For when we are apart, how it hurts my heart
So fly oh fly away and say that I hope and pray
This lovers melody will bring her back to me
Melodie d’amour, serenade at her window
Shoo shoo little bird, tell her of my love
De oorsprong van deze songtekst is eigenlijk La Maladie d’ amour van Henri Salvador (1917-2008) uit 1947 waarin de liefde ‘cette maladie de la jeunesse’ als ze in kracht toeneemt eerder levensbedreigend wordt: ‘car l’amour c’est la mort/ mais c’est aussi la vie/ car l’amour c’est la mort/ et c’est le paradis. Het is vanuit de geschiedenis van deze popsong dat ook de inhoud van de roman gaat oplichten: een oud lied ‘la maladie d’ amour’ ( het vijftiger-jaren-gezin Atie en Gustaaf Doesburg en hun vier jongens valt door onderhuurster Marina, zwanger van Gustaaf, uiteen en bewerkstelligt de fysieke ontreddering van Atie – de hysterie van Cindy wanneer Luuk een andere minnares heeft – de ziekte en dood van Rogier bij het verlies van zijn Iris – de ziekte en dood van architect Jonas Ropta), wordt het fundament van Margriet de Moors ‘Mélodie d’ amour’ : Luuk Doesburg, jongste zoon van Gustaaf en Atie en gehuwd met Myrte wordt gestalkt door en gaat vreemd met Cindy ( II Zijn jammerlijk stuk vrouwmens ). We beleven hier de amorele, lichtzinnige, erotische lichtheid van het bestaan die gevaarlijk hysterisch eindigt omdat Luuk het niet houdt bij één minnares; er is plots ook rivale Roselynde (III Haar broer) en niet te vergeten zijn vrouw Myrte (IV Myrte) van wie hij niet officieel gescheiden is en met wie hij twee kinderen heeft. Luuk is een ‘womanizer’ die we door de ogen van verschillende (verliefde) vrouwen leren kennen.
De 73-jarige Margriet De Moor legt het orgelpunt van haar roman echter bij Myrte.
Let op de naamgeving : de altijd groene heester mirte werd in de Oudheid als symbool gezien voor liefde, geluk en vruchtbaarheid. Myrte woont nog steeds op hetzelfde adres en is zoals al gezegd niet officieel gescheiden van Luuk. Ze herinnert zich gedurende een wandeltocht door Friesland haar jeugd als gedreven verpleegaspirante. Ze wordt tot de wandeling aangezet door een brochure die per postpakket op Luuks naam toekomt. Na verloop van tijd stuurt ze Luuks sporadische post niet meer na. ‘Toen ik vorige week het foldertje opensloeg en het af te leggen traject bekeek, moeten mijn ogen vast wel over de naam Ropta zijn gestreken en een venstertje in mijn hersens, hoe kort ook, in lichterlaaie hebben gezet.’ Op deze wandeling wordt haar toenmalige vriendin Gerdine Ropta als bij toeval haar tochtgenote. ‘Je neemt een beslissing, doet er niet toe welke, en moet je zien. Voor je het weet wordt de hele boel overgenomen, en ontrolt zich een verte waar alles maar doet, zijn gang maar gaat. Heeft iets van een spelletje, je mag meedoen, er iets van snappen is niet nodig, of je dat in je hart nou vreemd vindt of niet.’ Le comment, n’est pas le pourquoi.
Het waarom van de gebeurtenissen ontsluiert zich in deze roman echter op wonderbaarlijk indringende, sensitieve en poetisch-lyrische wijze comme une mélodie d’ amour, een liefdeslied ‘a la française’ dat in verschillende toonaarden en klankkleuren, verleden en heden, leven en dood, goed en kwaad, licht en duister, liefde en haat, natuur en cultuur, op romantische wijze bezingt (le comment) maar niet verward kan worden met de drijvende kracht ‘de cette mélodie’ (deze roman), de liefde zelf..
Vind ik leuk:
Like Laden...