Elijahova stolica – De stoel van Elijah – Igor Štiks ****

downloadDestiny is the most powerful coincidence of all’, zou ze aan het eind van die dag zeggen toen ik haar vroeg of ze vond dat mensen door het lot of door het toeval met elkaar werden verbonden. blz 142

Terwijl Bosnië-Herzegovina deze dagen het nieuws haalt met de rampzalige overstroming van de Sava-rivier en de immense schade die de wateroverlast heeft aangericht en je militairen op het journaal  brood en drinkbaar water ziet bedelen en de nieuwslezers hoort verklaren dat de door de modderstroom verplaatste oorlogsmijnen een ernstig gevaar gaan opleveren, lees ik de roman Elijahova stolica (2006) / De stoel van Elijah (2008) – De Bezige Bij, 314 blz. van de Kroatische auteur Igor Štiks.  

Balkanliteratuur dus. Eerder dit jaar waarschuwde Igor Štiks ook in een artikel images (1)in The Guardian: Bosnia presents a terrifying picture of Europe’s future. Sarajevo en de feiten van 1914 waarop dit jaar toch extra licht wordt geworpen, zouden Europa nog steeds niet wijzer gemaakt hebben. Het dreigt slaapwandelend op dezelfde catastrofe af te stevenen. Ook in zijn roman, legt Štiks de oorzaak van het Balkanconflict bij het Westen dat maar geen oor heeft naar de roep om participatieve democratie, gelijkheid, sociale rechtvaardigheid, minder privatisering maar dat het lot van gewone mensen in de handen legt van dubieuze etno-nationalistische-elites die precies verantwoordelijk zijn voor het conflict.

De stoel van Elijah speelt dus hoofdzakelijk in het Sarajevo, dat minder dan een kwarteeuw geleden het toneel werd van een bloedig conflict waar het Westen door het oog van het ‘journaille’ naar keek. ‘Journaille’ is de denigrerende term die de hoofdpersoon van de roman, Richard Richter, gebruikt voor het circus van de Westerse media dat de oorlog voor de thuisbasis verslaat en waarvan hij gedurende een korte tijd voor een Weens persagentschap deel uitmaakt – een alibi voor een andere persoonlijke missie – voordat hij zich definitief aan Bosnische zijde schaart.

Het verhaal zit bijzonder goed in elkaar: Richard Richter, gerenommeerd Oostenrijks schrijver en voor de gelegenheid oorlogsverslaggever, schrijft na een verblijf van twee maanden in Sarajevo nl. juni en juli 1992, bij zijn terugkeer naar Wenen, ondergedoken in een hotelkamer, een manuscript waarin hij tot in de kleinste details probeert duidelijk te krijgen wat hem sinds zijn scheiding en terugkeer uit Parijs naar Wenen in april 1992, door het lot of het toeval overkomt. Serendipiteit trekt het verhaal op gang: bij de verbouwing van zijn pleegtantes flat in Wenen, stoot hij op een klein blauw notitieschriftje van zijn moeder – overleden kort na zijn geboorte – dat verstopt in een ijzeren doos in de muur iets vreemds over zijn afkomst, zijn identiteit onthult. De titel De stoel van Elijah bevat de sleutel tot het grote geheim  dat in deze roman zo zorgvuldig tot het einde wordt bewaard. Štiks bezit de gave om de spanning, de nieuwsgierigheid hoog op te drijven door telkens weer het geven van de nodige informatie om iets van het enigma te onthullen ‘op wacht’ te zetten. Ondertussen krijgt de lezer een bijzonder realistisch en beklijvend beeld van de belegering van Sarajevo door de Serviërs; krijgt hij de Bosnische visie op het conflict en bij uitbreiding op het historisch en wereldomvattend gegeven van religieuze zuivering en rassenzuivering;  wordt er in de persoon van Richard Richter een brug geslagen tussen het Nationaal Socialistische Wenen van 1942 en het multiculturele Sarajevo van 1992 en wordt de lezer duidelijk gemaakt waarom de inwoners van Sarajevo collectief en massaal in de meest penibele oorlogsomstandigheden theatervoorstellingen blijven bijwonen en waarom Sartre, Camus en Max Frisch gelezen en bediscussieerd worden. Via Max Frisch’ Homo Faber, door Alma Filipović, een aimabele, jonge actrice, als theaterstuk opgevoerd, krijgt de lezer een eerste glimps van wat het noodlot voor Sarajevo en de protagonist Richard en antagoniste Alma in petto houdt. De klassieke mythen van Oedipoes en Odysseus zijn in deze tragedie nooit ver weg. Richard Richter stevent immers, verblind door de liefde, en verteerd door schaamte en schuld op de absolute ondergang af.  Zijn manuscript komt in 1996 in handen van Ivor, zijn Bosnische tolk en Sarajevo-vriend die de vrijheid krijgt om ermee te doen wat hij goed vindt en uiteindelijk het laatste puzzelstukje op zijn plaats drukt.

De stoel van Elijah is een erudiete, prachtig klassiek geconstrueerde, meeslepende roman die kritische kanttekeningen maakt bij het Nationaal Socialisme, de Holocaust, het communisme, de afzijdigheid van Europa in het Balkanconflict en deze weet te verbinden met een persoonlijk en intrigerend intiem gegeven als afkomst en identiteit. Igor Štiks kreeg voor deze roman  de prijs van het beste Kroatische boek van 2006.

%d bloggers liken dit: