Kobayashi Issa
1763 –1828
De Japanse dichter Kobayashi Issa, ook wel bekend als Kobayashi Yataro en Kobayashi Nobuyuki, werd geboren in Kashiwabara, Shinano. Uiteindelijk koos hij het pseudoniem Issa, wat betekent “kopje thee” of, volgens dichter Robert Hass, “een enkele luchtbel in trekkende thee.”
Issa’s vader was een boer. Zijn moeder stierf toen hij jong was, en hij werd opgevoed door zijn grootmoeder. Zijn vader hertrouwde, en Issa kon niet goed opschieten met zijn stiefmoeder en stiefbroer, en geraakte uiteindelijk betrokken bij geschillen over de goederen van zijn vader. Toen Issa 14 was, verliet hij zijn thuis om haiku te gaan studeren in Edo. Hij bracht jaren al reizend en werkend door tot zijn terugkeer naar Kashiwabara in de vroege jaren na 1810. In Kashiwabara, werd zijn leven gekenmerkt door verdriet – de dood van zijn eerste vrouw en drie kinderen, een mislukt tweede huwelijk, het afbranden van zijn huis, en een derde huwelijk.
Issa’s haiku’s hebben aandacht voor de kleine wezens uit de natuur – muggen, vleermuizen, katten – omdat ze een bijtoon van verdriet hebben en een bewustzijn van de nuances van het menselijk gedrag. Naast haiku’s, schreef Issa stukken die een mix van proza en poëzie waren, waaronder Journaal van Mijn Vaders Laatste Dagen, en Het Jaar van Mijn leven.1