
Vrouwenportret met bloemstuk, Adriaen Thomasz. Key, Antwerpen ?, ca. 1564
Op Canvas liep voorbije maand de reportagereeks ‘The Genius of Photography’, die de geschiedenis en de mijlpalen van de fotografie behandelde en uitvoerig stilstond bij iconische beelden uit heden en verleden. Beelden voor de eeuwigheid. Terwijl ik naar het PSK troonde voor de filmpremière van Atlantic, vond ik dat een mooie gelegenheid om de vijfsterrententoonstelling Faces Then and Faces Now in de namiddag aan te doen. Faces Then helpt je om in de 16de eeuwse portretten van de Lage Landen de codes te ontdekken die iets over de identiteit van de geportretteerden vertellen. Je ontdekt een evolutie van het realistische, de fysieke gelijkenis naar een grotere communicatieve kracht door een variatie van achtergronden, symbolen, expressies en gebaren. Identiteit, karakter en sociale rang zijn van het portret af te lezen. De persoonlijkheid van de geportretteerde wordt geaccentueerd. Een en ander was ook het gevolg van het feit dat het profiel van de opdrachtgevers veranderde: niet slechts de hoogste standen lieten zich portretteren maar ook geleerden en welgestelde handelslui. Tegen het einde van de eeuw wordt een zekere standaardisatie bereikt in de portretstijlen. Het ogenschijnlijke realisme wordt het wezenlijke kenmerk van de 16de eeuwse portretkunst.

Faces Now toont hoe fotografen het portret gebruiken om de grens tussen privé en publiek af te tasten. Zo fotografeerde Stephan Van Fleteren, met toelating van de familie, Jan Hoet, kunstpaus, op z’n sterfbed. Een portret geeft altijd iets intiems aan de kijker prijs. Daarom voel je je altijd een beetje een voyeur als je naar een portret kijkt. Samen met de evolutie van de techniek (de grootformaatcamera) kwam de menselijk blik van onbekende en anonieme personen in focus. Interieur en omgeving worden soms met opzet gekozen en brengen extra visuele informatie over het karakter of de achtergrond van de persoon. Het begrip portret nam sinds de negentiger jaren van vorige eeuw soms ook documentaire of reportageachtige vormen aan. Bepaalde de plek waar iemand leeft, de identiteit van het individu? De pose daarentegen waarbij alles in scene wordt gezet, linkt de fotografie aan het theater. Een apart portretgenre is in dat verband het zelfportret, een oud genre zowel in de schilderkunst als in de fotografie. Omdat portretten ten slotte ‘stom’ zijn proberen fotografen ze formeel – door ze status en gezag te laten uitstralen – of informeel te laten spreken door strategisch gekozen attributen of andere manieren om de geportretteerden te laten spreken. In dat verband is natuurlijk de wisselwerking tussen model en fotograaf bijzonder belangrijk.
FACES THEN/FACES NOW, inspireerde het tijdschrift DW&B tot een speciaal nummer vol literaire portretten. Vlaamse en Nederlandse schrijvers, muzikanten en kunstenaars brengen die portretten tot leven tijdens een literaire avond in BOZAR (7 mei 2015), waarop ze ook het 160-jarig bestaan van DWB vieren.
Wie nog vóór 17 mei de kans ziet om deze tentoonstelling te bezoeken, moet dat beslist doen.