In De zus van Freud wierp Goce Smilevski een heel nieuwe blik op Sigmund Freud. Het vergt behoorlijk wat research en durf om dergelijke bekende figuren voor een roman te gebruiken. De waarheid geweld aandoen, stoot in dit geval snel op kennerskritiek of op de commentaar dat je wat wil meedrijven op de roem en het succes van je historisch personage. In geen van beide mogelijke valkuilen trapte Smilevski en ook Michaël Kumpfmüller verbaast in dit opzicht met zijn roman over het laatste levensjaar van Franz Kafka, Die Herrlichkeit des Lebens voor uitgeverij Van Gennep vertaald door Hans Driessen, Marion Hardoar als De heerlijkheid van het leven.
Hoewel dit laatste levensjaar voor Franz Kafka (hij overleed in Klosterneuburg-Kierling (Oostenrijk) op 3 juni 1924) objectief gezien helemaal niet zo heerlijk moet geweest zijn – hij leed immers aan laryngale tuberculose – haalt Kumpfmüller zijn inspiratie voor de titel van zijn roman uit één van Kafka’s dagboeken: ‘Het is heel goed denkbaar dat de heerlijkheid van het leven in al haar rijkdom voor iedereen en altijd klaarligt, maar versluierd, in de diepte, onzichtbaar, heel ver weg. Maar ze ligt daar, niet vijandig, niet onwillig, niet doof. Als je haar met de juiste woorden roept, bij de juiste naam, dan komt ze. Dat is het wezen van de magie, die niet handelt, maar roept.’- Franz Kafka, Tagebücher, 1921
Als een self-fulfilling prophecy voltrekt zich die ‘heerlijkheid’ in Kafka’s laatste levensjaar wanneer hij op vakantie bij zijn zus Elli aan de Oostzee in Müritz, Dora Diamant ontmoet een Oost-Jodin. Kafka is dan al wegens zijn aandoening met pensioen.Tussen beiden ontstaat een liefdesrelatie die langzaam in intensiteit toeneemt en zowel zijn ziekte als de voedselschaarste, als de hyperinflatie, als de jodenhaat in het Berlijn van 1923, als de ouderlijke betutteling (Kafka was veertig) trotseert. Maar uiteindelijk voert zijn ziekte hem terug naar Praag en naar drie verschillende sanatoria in Oostenrijk-Hongarije. Dora reist hem na en wijkt geen ogenblik van zijn zijde.
‘Dem Buch gelingt somit ein äußerst seltener Spagat. Es ist hervorragend recherchiert und zugleich sehr einfühlsam geschrieben, so dass der Leser tatsächlich das Paar Kafka/Diamant kennenzulernen glaubt. Sicherlich, Kumpfmüllers Kafka ist eine fiktive Figur, doch das ist der Kafka aus den Tagebüchern und Briefen bisweilen auch. Vielleicht ist es gerade diese Spannung zwischen Realität und Fiktion, die Die Herrlichkeit des Lebens trotz der Allgegenwärtigkeit des Todes so herrlich lebendig wirken lässt; »man muß nicht alles für wahr halten, man muß es nur für notwendig halten«, heißt es schließlich schon im Proceß.’ – Wilko Steffens, Deutsche Kafka-Gesellschaft
Een mooie, terughoudende en gevoelvolle liefdesgeschiedenis die de juiste toon vat en getuigt van authentieke altruïstische zelfopoffering en beheerste bestaansdrift.