De lectuur van Stefan Hertmans’ Harder dan sneeuw (2004, heruitgegeven 2015, De Bezige Bij) werd een beetje teleurstellend. Ik was aan het boek begonnen met een te hooggespannen verwachting, vrees ik. Het bevat bizarre, flitsende gebeurtenissen en wendingen die verwarrend werken en gezocht lijken. Nu eens bevinden we ons in een actuele realiteit (aanslagen op religieuze gebouwen in Parijs en Rome) dan weer zonder overgang in een droom, een flash forward blijkt later, of in een paranoïde hallucinatie. Hoofdfiguur John de Vuyst is het slachtoffer van een soort complot dat hem op de meest geheimzinnige wijze (soort vlezige afgehakte handjes, rode bolletjes, roodharige man met glazen oog) angst en onzekerheid inboezemt en uiteindelijk ook zijn ondergang bewerkstelligt. Een kafkaëske situatie. Hij ontvangt op de uitgeverij waar hij werkt een enveloppe met vreemde stempels erop ‘een soort combinatie van cyrillisch en Arabisch schrift’ (blz.13) en er zit een brief in die hetzelfde onleesbare handschrift bevat dat overeenkomt met de opschriften op een munt van de Khazaren, een volk ‘dat ergens in de buurt van de Kaukasus leefde tussen 650 en 950’ (blz. 11), en dat twee religies tegelijk aanhing.
De tekening van de hoofdfiguur, de ambitieloze docent, John de Vuyst, die dan maar uitgever wordt is karikaturaal. Door nierinsufficiëntie is hij tot tijdrovende dialyse gedoemd die later in gevangenschap vreemd genoeg niet meer nodig blijkt. Scènes van innige verbondenheid, zoals die tussen zijn vader en z’n moeder bij het sterfbed van zijn moeder, komen in het handelen en de gedachtewereld van die onaangepaste outsider niet voor.’Ik was niet van deze wereld.’ blz.34 John de Vuyst huwde één van zijn studentes, Marga, maar die gaat omwille van zijn zorgeloze, betuttelende onverschilligheid die ze als vernederend ervaart, van hem weg. Ze walgt van hem. Andere meisjes en alcohol moeten de leegte vullen. Wanneer Isabelle Klossen, dochter van R. Klossen, de man van de sites voor en over neonazi’s, zijn appartement verlaat, lezen we: ‘Het ruisen van de grote vlokken lijkt luid, harder dan het geluid van sneeuw kan zijn.’ blz. 82 Als aan het einde van de roman Marga, die hij gedurende het hele verhaal afstandelijk observeert als ‘ongenaakbare schoonheid’, samen met Hans en diens dubbelganger wordt neergeknald, wordt het ‘oorverdovend stil en bijbels rustig in de vlakte onder [hem]. De nevel van bloed slaat neer op het zand vlak voor de ingang van [zijn] grot, in de diepe stilte na de knal, net iets harder dan vallende sneeuw.’ (blz. 301) Zelf kan hij zich, als verrezen, uit de grot bevrijden, maar hij eindigt duizelend in een rampzalige val.
Twee verhaallijnen kruisen elkaar in de figuur van Hans Mattfersen, een Corsicaan die een lugubere dubbelganger heeft en een typoscript op de uitgeverij indiende over Faust en Constantin Roubert – Een kwestie van Khazaren – Een onopgehelderde geschiedenis en een verdwenen manuscript (blz. 108). De speculaties en bespiegelingen van de diverse romanfiguren: John de Vuyst, Marga Van Riet, Rita, Isabelle Klossen, Hans Mattfersen over de Khazaarse afkomst van de zionistische Ostjuden en het mossadproject om via een chemische Etnische Bom het DNA-materiaal van de Arabieren te vernietigen terwijl ze zelf geen echte Semieten zijn maar afstammelingen van Khazaarse bekeerlingen, monden uit in gruwelijke, keiharde, afkeer inboezemende maar stilistisch vaardig beschreven wederwaardigheden die tot over de Kaspische Zee voeren en de wereldgeschiedenis en haar religieuze kwesties en conflicten (Godsdiensten. Ziekte van de geest. blz. 296) tot in de vernietigende waanzin opvoert.
Zoekend naar de betekenis van het karikaturale, het science-fiction -, thriller- en horrorachtige van het verhaal leek me de volgende gedachtegang van Marga verhelderend: ‘Als ze voor het huizenblok parkeert waar ze woont, baggert ze op haar halfhoge schoenen door de sneeuw, waarover een late winterzon begint te schijnen. Schuine, uitglijdende, verblindende stralen die iets verhevens oproepen dat ze kent van schilderijen met annunciatietaferelen. Stralen die vanonder dikke grijze wolken komen, die de wanden doen gloeien alsof er betekenis in de wereld was.’ blz. 181 De madonna’s op de annunciatieschilderijen hadden haar als jonge vrouw talloze keren aangegrepen. Het annunciatietafereel duikt ook op in het grotfresco op het einde van de roman maar de madonna is ‘een vale vlek waar ooit een madonna moet hebben geknield’ blz.294. Het tafereel wordt al aangekondigd op het ogenblik dat John de Vuysts moeder sterft. Dat intieme moment dat hij ‘telkens opnieuw zal terugzien, als op een telkens opnieuw afgespeelde, versleten videoband’ blz.152. Het laatste en derde deel van de roman krijgt ook het motto van de controversiële Queen of Pop, Madonna, ‘I’m not religious but I feel so moved’.
Harder dan sneeuw wil iets kwijt over onze existentie en de absurde, bedreigende gebeurtenissen die dat bestaan doorkruisen, het fundamenteel veranderen en er littekens nalaten. Het geheel komt, naar mijn bescheiden oordeel, als een wat incoherente, versplinterde fictionele wereld over (een afspiegeling van de reële ?) waarin de spanningsboog regelmatig sneuvelt door stilistische hoogstandjes van zeer verschillende lengte en aard en waar de hoofdpersoon een meewarig, burlesk, en ietwat onwaarschijnlijk karakter aangemeten kreeg.