De tentoonstelling ‘De Gouden Eeuw Revisited’ kwam er naar aanleiding van de 200ste verjaardag van het begin van het Nederlandse bewind in België (1815-1830). De scheiding van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1830 vertoont namelijk gelijkenissen met de ontwikkelingen op het einde van de 16de eeuw, toen Noord en Zuid elk andere wegen op gingen. Tot gisteren kon je in het MSK een ‘curieuze collectie’ schilderijen uit de zeventiende eeuw gaan bekijken. Verschillende werken werden gerestaureerd en er werden daarbij enkele curieuze ontdekkingen gedaan. Het MSK herschikte voor deze tentoonstelling haar collectie kunst uit de Gouden Eeuw en liet verrassende werken uit de reserves zien. Een handig bezoekersgidsje begeleidde me op mijn wandeling door de centrale hemicyclus en de zaal rond de centrale hemicyclus van het museum. Ik neem je even mee op deze wandeling en sta stil bij enkele van de tentoongestelde werken.
De genres
In de zestiende eeuw hadden Vlaamse schilders zich in bepaalde onderwerpen gespecialiseerd. In de zeventiende eeuw werden deze thema’s in een hiërarchie van genres ondergebracht. De historieschilderkunst behoorde tot het summum van de kunst. Stillevens en portretten, maar ook de eigenlijke genrekunst – taferelen van het dagelijkse leven -behoorden tot de laagste in het klassement. Daar tussenin zaten de landschap-, dieren-, en architectuurschilderkunst. Vooral de lagere genres beantwoordden aan de wensen van de smaak van het zakelijk ingestelde burgerlijke publiek.
Historieschilderkunst
Historiestukken moesten herkenbaar en begrijpelijk zijn, maar ook een moraal van het verhaal bevatten. Een brede belezenheid en vertrouwdheid met boeken gaf aan dat de kunstenaar meer was dan een ambachtsman. De onderwerpen kwamen uit de religie, de mythologie, de literatuur, de klassieke en vaderlandse geschiedenis zoals in de naar het Noorden gevluchte Roelant Savery’s plundering van een Vlaams dorp dat door Spaanse troepen onder de voet wordt gelopen uit 1604. De Maria Tenhemelopneming, 1648 van de Haarlemmer Pieter Fransz. de Grebber, een schilderij dat voor een katholieke schuilkerk werd gemaakt, fascineerde door het serene lichte coloriet en de compositie.
Landschapsschilderkunst
De uitbeelding van het eigen landschap wordt gezien als één van de meest typische aspecten van de Hollandse schilderkunst. Voor de burgerij veruiterlijken ze de nationale trots van de jonge republiek. De menselijke figuren vormen een nietig detail in de overweldigende, maar gefantaseerde natuur. Savery’s fantasie blijkt ook uit de rotspartij rechts die het profiel van een mannengezicht heeft.
Dierenschilderkunst
De score die dierstukken in de hiërchie van de genres haalde, wijzigde in de loop van de jaren. Op het einde van de eeuw werden ze zelfs hoger gewaardeerd dan het landschap omdat het bewegende schepselen betrof zoals Melchior d’ Hondecoeter’s, Watervogels, ca. 1685. Hij werkte voor rijke burgers die riante panden bewoonden waar het salet (voorloper van het salon) werd voorzien van wand- en plafondschilderingen.
Portretschilderkunst
In dit groepsportret van een gefortuneerde (waarschijnlijk Antwerpse) familie toont Cornelis De Vos zich een meester in de verbeelding van een liefderijke gezinsband. Speciaal voor het MSK maakte Isabelle de Borchgrave Boudoir des mortes, 2015. Papieren kragen geïnspireerd op de iconische gesteven boorden op de zeventiende-eeuwse portretten.
Stillevens
Op A.E. van Rabel’s, Stilleven met vis, brood en uien, 1653 bevinden zich op een houten tafel een tinnen kan, een tinnen schaal met een aangesneden haring, een glazen wafelbeker met bruin bier, een aangesneden roggebrood, een bos uien, een aangebroken bol oude kaas met daarop een aardewerken schotel met boter en ervoor een teentje knoflook en een mes. De lichtinval komt, zoals dat gangbaar was, van links en geeft fraaie effecten op het glas, het tin en de uien.
Vele vanitasstillevensschilders hadden een ontvleesde schedel in hun atelier, een doodshoofd als symbool van vergankelijkheid. Dit vanitas- of ijdelheidssymbool komt ook op sommige rijkelijke stillevens voor als verwijzing naar de broosheid van het leven en de relatieve waarde van materieel bezit.
In deze zaal rond de centrale hemicyclus van het MSK bevonden zich ook prachtige kabinetten uit het Noorden met gebruiksvoorwerpen en rariteitenverzamelingen van de rijker bedeelden uit deze Gouden Eeuw. Bij de genrestukken ook J. C. Droochsloot’s, Uitdeling aan de armen, 1654. Liefdadigheid vormde een belangrijk onderdeel van het sociale leven. Het was goed voor de begunstigde maar ook voor het zielenheil van de gever. Het hondje op de voorgrond hoorde niet thuis bij de armen. Wie een huisdier eten kon geven, had immers geld over.
Architectuurschilderkunst
In de architectuurstukken van Noord en Zuid ging het om een verschillende aanpak. Willem Schubert van Ehrenburg schildert theatrale ensceneringen, dramatische lichteffecten en sterke ruimtewerking. Hij is en protagonist van de contrareformatie. Emanuel de Witte en Hendrik van Vliet schilderen sobere interieurperspectieven van protestantse kerken.
Meer info over het MSK: www.mskgent.be