Met behulp van leestips (tips & tools) wordt een keur aan gedichten uit de moderne Nederlandstalige poëzie voor elke geïnteresseerde lezer toegankelijk gemaakt.
De leestips zijn in 2016 verzameld door zeven dichters. Zij bespraken gedichten in het openbaar en voegden instructies toe die het lezen van gedichten vergemakkelijkt.
De resultaten vindt u op deze website. Met regelmaat worden nieuw besproken gedichten geplaatst. Onder het menu ‘lessen’ zullen nog voorbeelden en lesinstructies worden toegevoegd.
Anne Vegter
HALLO GEDICHT! is tot stand gekomen met medewerking van Charles Ducal, Ellen Deckwitz, Maarten van der Graaff, Maud Vanhauwaert, Tsead Bruinja en Vrouwkje Tuinman.
“Haar scherpe geest, creatieve persoonlijkheid en grote taalgevoel maken haar tot de ideale Dichter des Vaderlands voor de periode 2017-2019 en de gedroomde opvolger van Anne Vegter, Ramsey Nasr, Driek van Wissen en Gerrit Komrij.” – commissie Dichter des Vaderlands
Perquin heeft een grote kennis van het literaire veld, die haar bij uitstek geschikt maakt als ambassadeur van de poëzie in Nederland. Zo was zij stadsdichter te Rotterdam en redacteur van het literair tijdschrift Tirade, ze stelde de Poëziekalender van Uitgeverij Van Oorschot samen en is redacteur en mede-presentator van De Nacht van de Poëzie. Ze schreef columns voor De Groene Amsterdammer en NRC en is de vrijdagpresentator van het VPRO-programma Nooit meer slapen op Radio 1. Het engagement van de nieuwe Dichter des Vaderlands beperkt zich echter niet tot de poëzie of de literatuur: zo schreef zij bijvoorbeeld twee jaar geleden de uitgangspuntennota voor het Rotterdamse cultuurbeleid.
Ze excelleert evenzeer in ogenschijnlijk lichte observaties als in verhalende poëzie, zoals ze met haar bundel Celinspecties laat zien. De gedichten daarin zijn haar portretten van de gedetineerden met wie ze als gevangenisbewaarder jarenlang werkte.
Een veelzijdige commissie, bestaande uit Abdelkader Benali, Kees van Kooten, Janita Monna, Mirjam van Hengel, Jeroen van Kan en Arjen Fortuin, heeft zich in oktober van het afgelopen jaar op initiatief van NRC en Poetry International gebogen over de vraag wie een geschikte opvolger van Anne Vegter zou kunnen zijn. Geen sinecure, gezien de indrukwekkende wijze waarop Vegter deze functie de afgelopen jaren gestalte gaf. Er werd gezocht naar een dichter die zowel in het poëziecircuit als daarbuiten wordt erkend, die in staat is een breed publiek enthousiast te maken voor poëzie, die communicatief en gedreven is, initiatieven neemt, iemand die makkelijk omgaat met de media en zich thuis voelt op een podium. Het is dan ook met groot enthousiasme en trots dat wij u Ester Naomi Perquin presenteren als de nieuwe Dichter des Vaderlands.
Bij haar aanstelling tot Dichter des Vaderlands begin vorig jaar lanceerde Laurence Vielle meteen een oproep aan de jonge dichters van ons land om met haar mee te schrijven. Enkele maanden later kwamen tien Nederlandstalige en tien Franstalige finalisten in Théâtre Poème 2 in Brussel hun werk voordragen. Aan Franstalige kant kreeg Antoine Vermeersch de titel van Jonge Dichter des Vaderlands, Jens Meijen, student taal- en letterkunde aan de KU Leuven, was de Nederlandstalige laureaat. Andere gedichten van Jens Meijen zijn Enjambementen, België en Durf twijfelen aan de toekomst.
Alles wat we hebben is humor.
Wanneer de wereld onder water staat
of dorre bomen in het zand
spontaan ontbranden
kunnen we niets anders dan lachen
om onszelf.
Ook nu:
Sidder van de opgeblonken blaaskaak
met getuite lippen en oranje hangende vleeswangen.
Zijn grootste angst: een wegwaaiend toupetje.
Merk op hoe hij net een kikker is die zijn kroost toekwaakt,
een vis die bijna in een hengel bijt,
en pers er toch een glimlach uit.
Kijk naar zij die leven van haat:
met ogen als braambessen, hersenen als krijtrotsen, tongen als tonijnsteaks.
Drink hun woorden
en proest ze uit in hun gezicht:
het gif zal parelen in hun baard of op hun kale hoofd.
En ze zullen lijken op grote bedauwde bladeren,
kleine katalpa’s in de ochtend, makke orka’s op het droge.
Speel, daag uit, ontkracht.
Humor is
wat zij niet hebben.
Ga naar buiten, in de gloed van de schuine splitsende zon.
Wijs naar de wolken en noem ze bloemkool met cocktailsaus.
Wijs naar de huizen in de buurt en noem ze luciferdoosjes of vlinderpoppen.
Wijs naar de honden op de stoep en noem ze neushoorns.
Wijs stiekem ook naar de fietsers en noem ze glibberige paarden of schimmen in fluovestjes.
Denk ten slotte aan de kikkers en de orka’s in de wereld,
en onthoud: zij kunnen dit niet.
Zij vrezen de kracht van relativering, het besef dat alles anders kan.
Lach, en de straatlampen fonkelen als kerstlichtjes, de verkeersborden wiegen als zonnebloemen.
Lach tot er niets anders bestaat dan longen en een lijf
en weet: dit is waar zij bang voor zijn.
Onze (Franstalige) Dichter des Vaderlands Laurence Vielle publiceerde op Gedichtendag een nieuw gedicht, als laatste nieuwjaarswens. Met dit gedicht wil zij tevens aandacht genereren voor het project ‘Douche Flux’ dichtbij station Brussel-Zuid.
Laatste nieuwjaarswens. er zou/ zal een gebouw komen midden in de stad waar de thuislozen onderdak vinden op zijn minst 400 of 500 thuislozen. Zo is er het project ‘Douche Flux’ dichtbij station Brussel-Zuid dat we in deze rijpdagen zeker moeten steunen.
De handschoenentijd is begonnen
handschoenen van voorbijgangers
geen nood zegt Momo
op het terras van de Union
het is handschoenentijd
eenzame handschoenen handschoenen voor niemand
dode bladeren op de grijze plavuizen
open handen van de arme sukkelaars
opgerold in de holte van de portieken
de wensen uitgerafeld
in het witte ochtendkrieken
elektrische lichtjes doven uit
op weg naar school
verloren handen van de bedelaars
verkleumd op het asfalt
voor iedere handschoen verloren
een bericht gezaaid
in de buik van de winter
het is handschoenentijd
handschoenen van voorbijgangers
wensen van de breekbaarste mensen
zeg geef mij onderdak
een dak geef mij onderdak
om niet van kou te creperen
een onderdak waar ik kan zitten
waar ik kan eten
waar ik mij kan ontlasten
een onderdak waar ik mijn moeë plunje
kan wassen
mijn zere lijf
een dak ja een dak
doe toch iets
jij
voor mij
maak je niet uit de voeten
geef mij onderdak
of ik word
een wrak
kijk me aan
ik heb het koud
Vandaag zowat drie boekhandels aangedaan om een poëzieaanbod te vinden dat keuzemogelijkheid biedt. De lijst van deelnemende boekhandels aan de poëzieweek met in voorraad de genomineerde bundels en de gedichtenposter is de laatste jaren zowat gehalveerd. De dame in de ketenboekhandel in mijn buurt bekende ronduit poëzie verkoopt onvoldoende en dus was er in de winkel geen poster en geen van de genomineerde bundels te vinden. Bestellen kan natuurlijk altijd maar even kunnen inkijken wat je wil kopen is aangenamer. In twee Leuvense boekhandels, beide in de buurt van de universiteitsbib, was er in de eerste geen hoekje dat de aandacht vestigde op of gewijd was aan poëzie laat staan de poëzieweek, in de andere sprong op een uitstaltafel ‘Bladgrond’ me in het oog, vond ik na even zoeken in het rek poëzie ‘Zing Zing’ en lag er een stapeltje ‘Rotterdamse kost’ op de balie. En ja, de gedichtenposter was bij betaling nog verkrijgbaar. Zal de schaarste in aanbod de waarde van dit literaire genre doen stijgen? Zoveel is zeker, slimme lezers kiezen best voor de onafhankelijke boekhandel en ze hebben daar goede redenen voor. Lees hier waarom.
Verhelst is as we speak te gast als nieuwsman bij het Radio 1 – programma De bende van Annemie. Zijn gedicht prijkt op de poster van Gedichtendag 2017 en zijn bundel Zing Zing (Prometheus) sleepte de HDC-prijs 2017 in de wacht.De jury (waarin ook de dochter van Herman De Coninck, Laura, zetelde) schreef over de bundel:
“Een gulle bundel die de zintuigen overrompelt. In gulzige klanken en passionele beelden roept de dichter een vervreemdende wereld op die ondanks haar sprookjesachtige karakter nooit ver van de lezer afstaat. Verhelsts liefdesgedichten zullen veel lezers door elkaar schudden en beroeren zoals de liefde zelf. Wie deze bundel ten volle wil genieten, doet er goed aan de imperatieven uit de titel ter harte te nemen – de welluidende gedichten lenen zich er uitstekend voor.”
Prijs voor het beste debuut ging naar Hannah van Binsbergen met Kwaad gesternte (Atlas Contact), ook genomineerd voor de VSB Poëzieprijs 2017.
Hannah van Binsbergens debuutbundel Kwaad gesternte laat volgens het nominatieverslag ‘alle ingrediënten zien voor een belangwekkend dichterschap. Deze poëzie is filosofisch, thematisch rijk en meerstemmig zonder een overkoepelend perspectief te verliezen. Twijfelend en trefzeker tegelijk gaat Van Binsbergen in haar poëzie de dialoog aan met de romantiek van Baudelaire en de bewogenheid van de latere Gorter. Daarbij geeft ze een stem aan een jonge generatie (taal)kunstenaars die in een wereld vol marktwerking een sterk gevoel van onmacht ervaart – interessant genoeg met een grote controle over de taal.’
Justus Anton (Jules) Deelder (Rotterdam, 24 november 1944) is een Nederlandse dichter, voordrachtskunstenaar of performer en schrijver. Deelder heeft een opvallende presentatie en men noemt hem soms ook wel de “De nachtburgemeester van Rotterdam.” Hij gaat onveranderd gekleed in een zwart maatpak, draagt zijn zwart geverfde haar altoos achterovergekamd en hij heeft op zijn kin een smal sikje en op zijn neus vaak een kunstzinnige bril. Het tijdschrift Esquire koos hem in 2010 als de ‘Best geklede man’ in het 20-jarig bestaan van het tijdschrift, zo lezen we op Wikipedia. Deelder schreef het Poëziegeschenk 2017 en ter gelegenheid van de Poëzieweek schreef Nederland een wedstrijd uit voor de beste Deelder-imitatie. Deelnemers aan de wedstrijd wordt gevraagd een gedicht uit het poëziegeschenk Rotterdamse kost (of een ander gedicht) van Jules Deelder voor te lezen op z’n Jules. Het gaat erom de Rotterdamse tongval van Deelder te laten klinken en het voorlezen op te leuken met onmiskenbare Jules items zoals bril, zwarte nagellak en hoed en dan je imitatie te delen met #odeaanDeelder op Twitter en Facebook. De mooiste voordracht van Deelder wint eeuwige roem plus een gesigneerd exemplaar van Rotterdamse kost.
Zo bracht Lee Towers zijn ode aan Jules Deelder:
Rotown magic
Rotterdam is niet te filmen
De beelden wisselen te snel
Rotterdam heeft geen verleden
en geen enkele trapgevèl
Rotterdam is niet romantisch
heeft geen tijd voor flauwekul
is niet vatbaar voor suggesties
luistert niet naar slap gelul
’t Is niet camera-gevoelig
lijkt niet mooier dan het is
Het ligt vierkant hoog en hoekig
gekanteld in het tegenlicht
Rotterdam is geen illusie
door de camera gewekt
Rotterdam is niet te filmen
Rotterdam is vééls te ècht