Alles wat we hebben is humor – Jens Meijen – Jonge Dichter des Vaderlands

foto: humo

Bij haar aanstelling tot Dichter des Vaderlands begin vorig jaar lanceerde Laurence Vielle meteen een oproep aan de jonge dichters van ons land om met haar mee te schrijven. Enkele maanden later kwamen tien Nederlandstalige en tien Franstalige finalisten in Théâtre Poème 2 in Brussel hun werk voordragen. Aan Franstalige kant kreeg Antoine Vermeersch de titel van Jonge Dichter des Vaderlands, Jens Meijen, student taal- en letterkunde aan de KU Leuven, was de Nederlandstalige laureaat. Andere gedichten van Jens Meijen zijn EnjambementenBelgië en Durf twijfelen aan de toekomst.

Alles wat we hebben is humor.

Wanneer de wereld onder water staat
of dorre bomen in het zand
spontaan ontbranden
kunnen we niets anders dan lachen
om onszelf.

Ook nu:
Sidder van de opgeblonken blaaskaak
met getuite lippen en oranje hangende vleeswangen.
Zijn grootste angst: een wegwaaiend toupetje.
Merk op hoe hij net een kikker is die zijn kroost toekwaakt,
een vis die bijna in een hengel bijt,
en pers er toch een glimlach uit.

Kijk naar zij die leven van haat:
met ogen als braambessen, hersenen als krijtrotsen, tongen als tonijnsteaks.
Drink hun woorden
en proest ze uit in hun gezicht:
het gif zal parelen in hun baard of op hun kale hoofd.
En ze zullen lijken op grote bedauwde bladeren,
kleine katalpa’s in de ochtend, makke orka’s op het droge.
Speel, daag uit, ontkracht.
Humor is
wat zij niet hebben.

Ga naar buiten, in de gloed van de schuine splitsende zon.
Wijs naar de wolken en noem ze bloemkool met cocktailsaus.
Wijs naar de huizen in de buurt en noem ze luciferdoosjes of vlinderpoppen.
Wijs naar de honden op de stoep en noem ze neushoorns.
Wijs stiekem ook naar de fietsers en noem ze glibberige paarden of schimmen in fluovestjes.
Denk ten slotte aan de kikkers en de orka’s in de wereld,
en onthoud: zij kunnen dit niet.
Zij vrezen de kracht van relativering, het besef dat alles anders kan.
Lach, en de straatlampen fonkelen als kerstlichtjes, de verkeersborden wiegen als zonnebloemen.
Lach tot er niets anders bestaat dan longen en een lijf
en weet: dit is waar zij bang voor zijn.

Jens Meijen

in POËZIEWEDSTRIJD JONGE DICHTER DES VADERLANDS 26 JAN 2017

Tracasse – Laurence Vielle – Dichter des Vaderlands

Onze (Franstalige) Dichter des Vaderlands Laurence Vielle publiceerde op Gedichtendag een nieuw gedicht, als laatste nieuwjaarswens. Met dit gedicht wil zij tevens aandacht genereren voor het project ‘Douche Flux’ dichtbij station Brussel-Zuid.

Laatste nieuwjaarswens.
er zou/ zal een gebouw
komen midden in de stad
waar de thuislozen onderdak vinden
op zijn minst 400 of 500 thuislozen.
Zo is er het project ‘Douche Flux’ dichtbij station Brussel-Zuid
dat we in deze rijpdagen zeker moeten steunen.

De handschoenentijd is begonnen
handschoenen van voorbijgangers
geen nood zegt Momo
op het terras van de Union
het is handschoenentijd
eenzame handschoenen handschoenen voor niemand
dode bladeren op de grijze plavuizen
open handen van de arme sukkelaars
opgerold in de holte van de portieken
de wensen uitgerafeld
in het witte ochtendkrieken
elektrische lichtjes doven uit
op weg naar school
verloren handen van de bedelaars
verkleumd op het asfalt
voor iedere handschoen verloren
een bericht gezaaid
in de buik van de winter
het is handschoenentijd
handschoenen van voorbijgangers
wensen van de breekbaarste mensen
zeg geef mij onderdak
een dak geef mij onderdak
om niet van kou te creperen
een onderdak waar ik kan zitten
waar ik kan eten
waar ik mij kan ontlasten
een onderdak waar ik mijn moeë plunje
kan wassen
mijn zere lijf
een dak ja een dak
doe toch iets
jij
voor mij
maak je niet uit de voeten
geef mij onderdak
of ik word
een wrak
kijk me aan
ik heb het koud

Laurence Vielle

[Nederlandse vertaling: Vertalerscollectief van Passa Porta, 2016]

%d bloggers liken dit: