Fietsend langs het kanaal Leuven-Dijle gisteravond – ik waande me ‘in de wolken’ in de zwoel-koele meiavond – stopte ik even om een foto te maken van de irissen. Groot was mijn verbazing toen ik later thuis op de foto de reflectie van de wolkenhemel in het water van het kanaal zag. Ik had de irissen opgemerkt maar niet de spiegeling van mijn geestestoestand.
Maand: mei 2017
Het safety by numbers-effect

Nu de overheid de burger op de fiets wil krijgen voor het woon-werkverkeer en er in de media veel te doen is over het fietsbeleid van dit land, wil ik hierover toch ook even een logje plegen naar aanleiding van het artikel in Knack van deze week ‘Waarom het aantal fietsongevallen blijft pieken’. Fietsen zou in dit land nog altijd 23 keer gevaarlijker zijn als autorijden, een vaststelling die door het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) wordt bevestigd. In Vlaanderen steeg het aantal geregistreerde fietsongevallen met 2 procent, in Brussel zelfs met 19 procent. Het risico op een ongeval neemt zelfs toe met het klimmen van de leeftijd van de fietser. Zo loopt een fietsende 65-plusser bijna 100 keer meer risico (ojee!) dan een 65-plusser in de auto.
Met slechts een derde van de fietspaden die voldoen aan de norm, is deze vaststelling zeer begrijpelijk. De aangenaamste en veiligste fietspaden zijn degene die gescheiden zijn van het autoverkeer. De aanbeveling van het BIVV ter zake, vertaalt zich in het beleid van de Vlaamse mobiliteitsminister maar de woordvoerder van de Fietsersbond vindt echter dat de fietsers nog te veel bijzaak zijn. De auto blijft de grote slokop als het om infrastructuurinvesteringen gaat. De man heeft een punt!
Ons, de 65-plussers, wordt de zwartepeter toegeschoven: onze afnemende rijvaardigheid zou de oorzaak zijn van de vele calamiteiten. Dat durf ik nu precies betwijfelen. Wij, de Veilige Vedetten van het Woensdag Fietsdagpeloton, doen de dingen een tikkeltje trager, nemen minder risico’s, kiezen voor autovrije of –luwe fietsomgevingen en maken daarvoor graag een ommetje, dragen fietshelm en fluohesje, racen niet. En al kocht ik bijvoorbeeld onlangs een elektrische vouwfiets, ik fiets meestal zonder ‘assist’. Alleen bij stevige windkracht en op steile hellingen schakel ik die hulp even in.
Ik heb sommige fietsers echter al ongelooflijk gevaarlijke maneuvers zien uithalen bij verkeerslichten. Het wat langer moeten wachten bij de oversteekplaats waar de auto nog steeds alle voorrang krijgt, is sommigen een ernstig risico waard. Fietsen over zebrapaden in plaats van fiets aan de hand over te stappen; voorrangsregels niet kennen en maar doorrijden of niet te onderschatten: de nalatigheid van de overheid die, op al meermaals gesignaleerde gevaarlijke punten, geen veiliger verkeerstoestand inricht. En het moet gezegd, een behoorlijk deel van de fietspaden is nog steeds om er je nek op te breken bijvoorbeeld doordat je fietsband tussen de klinkers van het fietspad terechtkomt of losliggende tegels je doen wegroetsjen of de asfaltstrook waarop je moet fietsen een kaas met gaten is of nog erger een tweebaansfietspad eigenlijk de breedte heeft van een éénbaansfietspad en je dus nauwelijks elkaar kunt passeren en op de langslopende drukke verkeersweg gaan rijden geen optie is. Hoffelijkheid in het laten voorgaan van de tegenligger is dan de enige fijne oplossing maar wat als er vele tegenliggers zijn? Ik zag al pijnlijke ongevallen gebeuren, gelukkig slechts met schramschade. Fietsers knikken elkaar dan begrijpend toe bij dergelijke ongelukken omdat ze weten dat het gaat om de gebrekkige infrastructuur van het betreffende slecht onderhouden fietspad.
Ik hoef niet meer naar het werk maar gebruik zo vaak mogelijk de fiets. Smartphone of gps behoren niet tot mijn fietstools. Mijn traject zit meestal in mijn hoofd, of is als een lange knooppuntenlijst aangebracht op mijn fietsframe (cfr. Frank Deboosere). Ik laat me daarbij graag verrassen door trage, stille, landelijke wegen en waan me dan – zeker met de huidige zomerse temperaturen – met vakantie in het zuiden.
Ben optimistisch ook, want de toekomst wordt er voor fietsend België vast beter op: stijgende ongevalsstatistieken zouden er immers ook kunnen op wijzen dat er meer gefietst wordt. Meer fietsers vragen om betere en veiligere infrastructuur. Internationaal onderzoek toont aan dat het risico op ongevallen afneemt naarmate het fietsverkeer toeneemt. Dat is het zogenaamde safety by numbers-effect of de impact van het aantal fietsers op het beleid.
‘Daar moet je vandaag voor zorgen. Voor sterfelijkheid.’ – Herman De Coninck



Toen ik in juli 2008 op deze plek stond, de Rua Marquês Sá da Bandeira, in Lissabon, de laan langs de tuinen en de gebouwen van het Gulbenkian Museum, werd het me even zwaar te moede. Ik was en ben nog steeds een bewonderaarster van zijn poëzie, kreeg zijn bundels bij gelegenheid ook als geschenk.
En plots, plots sloeg de ironie van het lot toe, nadat hij ooit grimlachend dit schreef:
Wraak
Ik sta geregistreerd. Geboorte, plaats, tijd.
Ik sta voor zowat één kilo papier:
geboorteakte, militie, verhuizen van daar naar hier,
politieke sympathieën, vakbondsaangelegenheden.
Daarom ben ik op zoek naar een plek op de grens van drie naties.
Daar wil ik dan sterven.
Want ik wil met mijn dood op z’n minst het plezier bederven
van een stuk of twintig administraties.
Herman De Coninck
Maar dit zijn een paar van mijn favorieten:
Poëzie
Een schilderij heeft een lijst nodig,
zoals geluk doodsangst.
Wind bladert in de tuin
en ineens slaat een bladzij
zich om. Zoals ik door je haren ga,
en zo anders als ze dan liggen.
Eindelijk is alles hetzelfde.
Kijk eens, zegt geluk, en toont ons het nu.
Het beeft een beetje in zijn handen.
De plek
Je moet niet alleen om de plek te bereiken,
thuis opstappen, maar ook uit manieren van kijken,
Er is niets te zien, en dat moet je zien
om alles bij het zeer oude te laten.
Er is hier. Er is de tijd
om overmorgen iets te hebben achtergelaten.
Daar moet je vandaag voor zorgen.
Voor sterfelijkheid.
Herman De Coninck
Over Herman De Coninck: www.hermandeconinck.be
Voor het te laat was: beklijvende films van Basir Mahmoud en Eric Baudelaire









Contour 8 – Polyphonic Worlds: Justice as Medium – Mechelen****

Mechelen, donderdag, 18 mei – Contour 8, het tweejaarlijkse kunstenfestival, via een gegidste rondleiding van Vormingplus bezocht met een groepje kennissen en oud-collega’s. Deze uit-middag was mooi te combineren met een heen-en-weerfietstocht langs de Vaartdijk naar Mechelen, 23 km. Mechelen, de stad die ik pleeg te kennen als mijn jaszak, heeft de laatste jaren een ware metamorfose ondergaan. Mede door de Mechelaars zelf, werd hun burgemeester onlangs tot de beste ter wereld verkozen. Dat Mechelen, als multiculturele stad, al jaren de kaart trekt van de inclusieve samenleving hoeft niet te verbazen. Die evolutie diende zich al vroeg in de onderwijswerkelijkheid van deze stad als de enige toekomstgerichte mogelijkheid aan. Mechelen is ook fietsstad: een prachtige, verkeersluwe, historische binnenstad. De Grote Markt en de andere pleinen leven: ontelbare terrasjes, wandelpaden langs de Dijle, talrijke school- en hogeschoolomgevingen, het stadtheater ‘t Arsenaal/Lazarus in de groene Kruidtuin, de omgeving van de oude brouwerij Lamot, de Vismarkt, het mooie Hof van Savoye, het Klein Begijnhof …
Bij het CC Mechelen aan de Minderbroedersgang was het druk. Basisschoolklasjes op schooluitstap. Alle in fluohesje en hun fietsen netjes gestald. Ze zaten op de banken te picknicken, klaar om even later weer even netjes twee-aan-twee hun bezoek aan de stad aan te vatten. Als een lange leuke glimworm bij klaarlichte dag slingerde de rij zich door de straten.
Op dezelfde plek vingen ook wij de Contour 8 – rondleiding aan. Eerst naar het barokhuis De Clippel aan de Korenmarkt, vervolgens naar het renaissancegebouw In den Grooten Zalm aan de Zoutwerf en het Schepenhuis in het hart van de stad. De Garage, Onder de Toren, eigenlijk het startpunt van Contour 8, werd onze laatste halte. Het Hof van Savoye (gerechtshof) en de Loods Sociaal Huis (Battelsesteenweg) deden we niet aan. Voor beide plekken diende een langere tijd uitgetrokken te worden. We kregen echter wel een ticket dat ons toeliet om er op individuele basis (tot en met 21/5/2017 18u) een kijkje te gaan nemen.
Omdat we graag wat napraatten, zakten we nadien af naar één van de vele cafeetjes aan de Grote Markt.
De gids verdiende alle lof vanwege haar deskundige duidelijkheid. Contour Biennale 8 toont hedendaagse kunst tegen de achtergrond van het 400 jaar oude verleden van de Grote Raad. Dit Mechelse gerechtshof (Schepenhuis) was het juridische centrum van Europa. De kunstwerken belichten het thema rechtvaardigheid elk vanuit een eigen invalshoek. Film, video, installaties en performance dompelen je onder in de wereld van recht, rechtspraak en rechtvaardigheid. Dat de Vlaamse polyfonie of meerstemmigheid de metafoor werd van de biënnale is mede te danken aan het 15de -16de-eeuwse Koorboek van Margaretha van Oostenrijk uit het Petrus Alamire atelier waarvan in het Schepenhuis een facsimile of replica te zien is.
Curator Natasha Ginwala besluit in haar introductie tot de bezoekersgids:
It has been said, time and again: “The arc of the universe is long, but it bends towards justice … ” Een mooie en hoopgevende gedachte waarmee we dit bezoek afrondden.
Meer info over het stadsfestival: www.oprechtmechelen.be
De greppel – Herman Koch
In Herman Kochs recentste boek De greppel, 2016 is de ik-verteller de fictieve, populaire Amsterdamse burgemeester Robert Walter die met Sylvia (haar nationaliteit wil hij niet noemen om vooroordelen te vermijden) al jaren gelukkig is getrouwd. Ze hebben één dochter, Diana. Hij verdenkt Sylvia ervan na een nieuwjaarsreceptie waar ze zich tegenover zijn wethouder, Maarten van Hoogstraten, wat ongewoon gedraagt, dat ze met de man vreemdgaat. Dit vermeende overspel brengt Robert uit evenwicht. Hij fantaseert allerlei scenario’s en is bijzonder alert met betrekking tot de handel en wandel van zijn vrouw en zijn wethouder om er zo op subtiele wijze achter te komen of zijn vermoeden op fantasie berust dan wel op realiteit. Op deze basisintrigelijn ent de auteur een aantal actuele, maatschappelijke fenomenen waar Robert Walter zich aanvankelijk resoluut en waardig doorheen weet te worstelen maar die hem toch in een ongewisse situatie achterlaten.
De roman De greppel kan niet Kochiaanser zijn dan hij is. Na Zomerhuis met zwembad, Het diner en Geachte heer M. te hebben gelezen was dat de eerste bedenking die ik maakte. Maar hoe blijft een auteur boeiend als hij zijn hoofdfiguur haast een hele roman laat doorzwammen, weliswaar in ‘kraakhelder proza’ (De Standaard – Jan Desloover), over het vermoeden dat zijn echtgenote Sylvia overspel pleegt en de paranoïde angst die daarvan het gevolg is? Gaat dit boek ergens over vraagt de lezer zich dan af? Jawel, het gaat ergens over maar haast in het voorbijgaan, heel terloops, in de gesprekken met Roberts ruimdenkende vriend Bernhard, de sterrenkundige en als er van Robert plots tamelijk compromitterende foto’s opduiken via een journaliste of als suïcide op zijn professionele en de zelfeuthanasie van zijn ouders op zijn persoonlijke pad komen, als hij de beslissing over de plaatsing van een windmolenpark, door de samenloop van de omstandigheden aan zijn wethouder Maarten van Hoogstraten moet overlaten en die even later onder eigenaardige omstandigheden wordt gevonden ten gevolge van een ongeval. We zijn ondertussen ook te weten gekomen hoe Robert over democratie, over zichzelf en over Nederlanders in Frankrijk denkt. Alle wederwaardigheden hebben zijn aanvankelijk soms arrogante zelfzekerheid echter ernstig getemperd.
Naar het einde toe krijgt de lezer, structureel gezien, een disproportioneel snelle afwikkeling: een opeenvolging van vage, mysterieuze situaties, insinuaties en verdachtmakingen die eindigen in de greppel. Kortom, deze roman is ontegensprekelijk een Koch-boek door het type hoofdfiguur, door de thrillerachtige, terloopse, ongewone, stille en ongestrafte (achterkamer)afhandeling van heikele thema’s als zelfeuthanasie en overspel maar is minder overtuigend dan de vorige romans die ik van hem las.
Ik zag me zitten
Foto’s bewerken, online bankieren, sociale media bijhouden, e-mails lezen en beantwoorden, een blog bijhouden; eigenlijk zorgt de digitale wereld voor veel uren zitten en op een scherm kijken. Voeg daarbij boeken lezen, meestal geen e-boeken in mijn geval, ook een activiteit die zich moeilijk lopend laat uitvoeren. Kortom tijdens mijn actieve schoolleven van trappen op naar de soms 2de of 3de verdiepingsklassen of van het ene uiteinde van het schoolterrein naar het andere met een goed gevulde schooltas, hoefde ik echt geen extra fysieke oefening. De jaren nadien duidelijk wel. Een zeurende ischiaspijn die me lelijk parten speelde vorige winter, zette me er uiteindelijk toe aan weer intensiever te gaan bewegen. Wandelen en fietsen op regelmatige basis. Dat wandelen aanvankelijk héél intensief en het fietsen met hartslagmeter tegen fitnesstempo op de hometrainer (een oudgediende) want januari en februari waren nog behoorlijk koud. En na een 12-tal weken kon ik weer bogen op een conditie van zowat vijf jaar geleden. En of ik gelukkig ben met de nieuwe toestand! Ettelijke kilo’s lichter en weer fit, het houdt ook de geest in evenwicht. Met plezier doe ik dus ook mee aan de campagne Woensdag fietsdag!. Fietshelm op, fiets gelabeld, fluohesje of fietsvest in opvallende kleur aan. Veilig op pad dus. Efficiënt en handig ook zo’n plooifiets als je in verdere regio’s dan de eigen regio wil fietsen. Sinds ik vorig jaar die e-bike aanschafte, staat er 963.5 km op de teller. Als ik dat aantal kilometers omreken met een wagenkilometervergoeding van 0.3363 € heb ik niet alleen een flink deel van de aankoop van mijn e-bike terugverdiend maar ook heel wat kilo’s CO2 uit de lucht gehouden. Om van de gezondheidsbonus nog maar te zwijgen.
So, I Love to Ride and feel good about it!