Tuinenroute – Zemst

Gardens are not made by singing ‘Oh, how beautiful’, and sitting in the shade. – Rudyard Kipling (1865-1936)

Foto-impressie tuinenroute 2017
Foto-impressie (1) tuinenroute

Tuinliefhebbers, lieden met groene vingers, doen graag bij elkaar ideeën op of bewonderen de creaties van gelijkgestemde zielen. Ze zijn er zich immers van bewust hoeveel tijd en zorg een tuin vraagt en hoe verrassend veel tuinstijlen mogelijk zijn: een strakke beeldentuin, een natuurlijke biologische tuin of eentje met pittige Franse of Italiaanse ornamenten. Prieeltjes, frisse moestuinen, yogahoekjes, rustgevende zen-plekjes met lotusvijvertje of een mediterraan terras met exotische schonen. Van dat alles kon de bezoeker gedurende het voorbije weekend in buurgemeente Zemst genieten. VVV Toerisme Zemst had gedurende het Open tuinenweekend een 23 km lange T’ fietsroute (7de editie) uitgezet die je langs 13 open privétuinen loodste. Behalve de babbels met bekenden en de verrassende artistieke ontdekkingen (tuinkeramiek, sculpturen, textiel verven met natuurlijke materialen) was er soms zelfs een welkom voorzien met een lekker aardbeispiesje onder zijn chocoladedekentje of een glaasje bubbels. Alles eenvoudig top!

Foto-impressie - Tuinenroute 2017
Foto-impressie (2) tuinenroute

Waarom verwoest IS zijn eigen moskee? – analyse van Lucas Vanclooster

“Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen” – “Waar men boeken verbrandt, branden ook snel mensen” – Heinrich Heine (1797 – 1856 )

Cultuur kan ons redden concludeert Lucas Vanclooster in zijn analyse van de feiten in Mosoul (Irak) waar IS de Al-Nuri moskee van binnenuit tot ontploffing bracht op een voor moslims symbolische dag.

Oud Mosoul, een Yezidi-heiligdom aan de linkerkant en de Nouri-moskeeminaret rechts – Wikipedia

Toch nog altijd beter om oude gebouwen te verwoesten, dan nieuwe ziekenhuizen en mensen, hoor je wel eens. ’t Zijn maar stenen, waar ligt het verschil, hier of daar in Palma…hoe heet het alweer? Feit is dat de verwoesting van mensen en cultuur samen gaat. Herinner je Heinrich Heine.Wie geen respect heeft voor het mooiste meest artistieke wat de mens heeft verwezenlijkt, ontziet die mens zelf ook niet. Of de natuur. Wie de Al-Nuri van de aardbodem laat verdwijnen, vermoordt ook elk individu dat daar 800 jaar geleden aan meewerkte en het al die tijd in goede staat doorgaf aan volgende generaties. Die meedogenloze leiders verwoesten cultuur omdat die altijd kiemen van verzet bevat. Als ze alle kunst en architectuur hebben platgeslagen, lijken ze zelf reuzen. Als ze elke herinnering verdrinken, zijn zij pioniers. De verwoesters van cultureel erfgoed plegen misdaden tegen de mensheid en moeten om die reden voor de allerhoogste internationale rechtbanken verschijnen, en zware straffen krijgen. Onderwijs en media moeten inzetten op cultuur en geschiedenis. We hebben het niet geweten, of wat kan het mij schelen, mogen nooit argumenten worden om barbarisme te vergoelijken.

Alors venez, chers amis, et suivez moi sur une très jolie voie champêtre!

Landschap nabij Jodoigne
Bosjes en struwelen in het glooiende landschap langs de Grote Gete

Toscane, zeg je? Euh, neen, niet echt maar toch heeft deze streek een vleugje van dat Italiaanse: het glooiende landschap, het romaanse karakter, de artisanale bedrijvigheid, de weidse akkers, het zonnige. Ja, ik heb het over de andere helft van onze provincie met name Waals Brabant en meer bepaald La Hesbaye Brabançonne of Waals Haspengouw.

 

Weidse korenvelden

En daar ik graag mijn stalen ros beklim om te gaan fietsen, koos ik zondag voor een fietstocht over het oude treinspoor Tienen – Namen startend van het Vlaamse (bier)dorp Hoegaarden naar Ėghezée,  in het noorden van de Waalse provincie Namen. Deze fiets-RAVel gaat van Hoegaarden over Namen naar Marienbourg en is 100 km lang. Ik opteerde echter voor een tocht van 25 km heen-en-weer omdat ik op het traject de stad Jodoigne even wou aandoen en niet bepaald wou doorsjeezen maar af en toe halt houden om van de omgeving te genieten.

De tumulus van Hottomont

Voor wie zich afvraagt waar RAVeL dan wel voor mag staan: het is de afkorting van Réseau Autonome de Voies Lentes, een Waals programma om autonome paden voor langzaam verkeer ter beschikking te stellen. Het gaat om een welbepaald soort trage wegen, bestemd voor fietsers, wandelaars, skaters, ruiters enz. Het netwerk bestaat vooral uit jaagpaden, voormalige spoorlijnen en verbindingswegen. Het Waals Gewest is wegbeheerder van het RAVeL-netwerk.

Groot kaasjeskruid – Malva sylvestris

Alors venez, chers amis, et suivez moi sur une très jolie voie champêtre!

Go with the velo! 4de Woensdag Fietsdagquiz kadootje gewonnen.

Sinds 26 april al mijn utilitaire en andere fietsritten geregistreerd, mijn fietsdoelen (en soms meer) gehaald en aan de fietsquizen meegedaan. En vorige week een kadootje gewonnen: een fietsponcho! 🙂 Met deze zomerse temperaturen niet echt nodig, toch nuttig zo’n compact bolletje in je fietstas, als onverwacht de regen komt.  Love to ride!

Niets speciaals

Het is wellicht van mijn studententijd in Leuven geleden dat ik teksten van Jan van Ruusbroec (1293-1381), Vlaamse mysticus, las en dan vooral vanuit de historisch- literaire en taalkundige invalshoek. Met Hadewijch (13de eeuw), zijn voorloopster in de Vlaamse mystiek, had ik in de Nederlandse lessen op de middelbare school al kennis gemaakt. Begrijpen wat deze geëxalteerde godzoekers ervoeren was moeilijk. De mystiek bleef me echter intrigeren. Ik las over en van andere mystici en mystica’s en begreep dat ‘een schitterend juweel’ nooit een weggevertje is. Begrijpen en ervaren, een wereld van verschil.

In de jaren dat mijn leven in woelige wateren was terechtgekomen en ik stilte en rust zocht om de batterijen voor de toch wel veeleisende dagtaak weer te kunnen opladen, ging ik yoga doen, maakte ik kennis met zazen, begon ik te mediteren en tuinierde ik op zondag met plezier en voldoening. In de schaarse tijd die nog overbleef, las ik ook  graag literaire, filosofische en spirituele werken die dikwijls bijna onverklaarbaar aansloten bij de levensfase waarin ik zat. En geleidelijk trad er een bijna onmerkbare verandering op. Niets speciaals echter. Ik vond alleen de soms onverklaarbare energie om taken die me in de jaren voordien met moeite lukten,  tot een goed einde te brengen, ondanks het gesukkel met mijn gezondheid. Kennis en praktijk vulden elkaar aan en wijzigden voortdurend als een kleine bergstroom die moeizaam over de hindernissen van rotsblokken en boomstammen zijn weg zoekt naar zee. En af en toe waren er vervaarlijke draaikolken en stroomversnellingen die opperste alertheid vereisten wou ik niet kopje onder gaan. Het leven zelf werd mijn beste leermeester.

Die diepe, dynamische, stromende verbondenheid met het Leven vond ik ook onlangs verwoord, en wel in een Engelse vertaling van Ruusbroecs ‘Geestelijke Bruiloft’ en ‘Glinsterende Steen’ en even later in recente Nederlandse hertalingen van voor onze tijd verbazend actuele fragmenten uit die teksten.

Eén en ander zette  mij ertoe aan om te gaan wandelen waar Ruusbroec zich met een paar confraters terugtrok uit de Brusselse drukte nl. in de Kluis, later de Priorij van Groenendaal in het Zoniënwoud. Ik las de weinige  biografische gegevens die van hem zijn overgeleverd  en begreep waarom hij de  14de– eeuwse Brusselse clerus ontvluchtte, op zoek naar eenvoud, innerlijkheid en verbondenheid ver van het steedse verval  uit die dagen. De weerstand van de Brusselse geestelijkheid tegen die beslissing was groot.

Lindevijver – Groenendaal (Hoeilaart)

Zijn mystiek, ook wel als natuurmystiek omschreven, is sensitief, wordt wereldwijd gelezen en geapprecieerd. En al kan ze voor rationele lezers overkomen als een vertoeven in een imaginaire wereld, ze is doorleefd en naast het beschrijven en verwoorden van ‘wat niet te verwoorden is’ houdt ze altijd in het achterhoofd dat ‘de hoogste kennis is te begrijpen dat God onbegrijpelijk is’.

Roses de Juin, vous les plus belles – Emile Verhaeren

Roses de Juin, vous les plus belles,
Avec vos coeurs de soleil transpercés ;
Roses violentes et tranquilles, et telles
Qu’un vol léger d’oiseaux sur les branches posés ;
Roses de Juin et de Juillet, droites et neuves,
Bouches, baisers qui tout à coup s’émeuvent
Ou s’apaisent, au va-et-vient du vent,
Caresse d’ombre et d’or, sur le jardin mouvant ;
Roses d’ardeur muette et de volonté douce,
Roses de volupté en vos gaines de mousse,
Vous qui passez les jours du plein été
A vous aimer, dans la clarté ;
Roses vives, fraîches, magnifiques, toutes nos roses
Oh ! que pareils à vous nos multiples désirs,
Dans la chère fatigue ou le tremblant plaisir
S’entr’aiment, s’exaltent et se reposent !

Emile Verhaeren, Les Heures du Soir, Mercure de France, 1922, pp. 73-74

Vliegtuigen spotten

In de hele discussie over de Brusselse geluidsnormen en de lawaaihinder van de luchthaven moeten we ook even stilstaan bij de inwoners van de streek. Wie ligt er echt wakker van de overvliegende vliegtuigen? Het blijkt geen gemakkelijke vraag om te beantwoorden, omdat er op dit ogenblik geen uniforme manier bestaat om de hinder te meten. Toch kan je stellen dat het in de eerste plaats omwonenden van de luchthaven zijn die het meest te maken krijgen met geluidsoverlast, zo stelde de redactie van de VRT in februari 2017. Voor echt hinderlijk lawaai moet u in de categorieën 55-60 decibel, 65-70 decibel en meer dan 70 decibel zijn. In deze categorieën vindt u de grootste groepen inwoners in de gemeenten Zaventem, Machelen en Steenokkerzeel. Dat hoeft niet te verwonderen, want die gemeenten liggen al dan niet gedeeltelijk in het verlengde van de start- en landingsbanen van Brussels Airport, aldus de metingen van de UGent van 2015.

Het is vooral gedurende de zomerse vakantieperioden dat het lawaai van de landende vliegtuigen hier in de gemeente hinderlijk kan zijn. We hebben er ons echter aan gewend. Toch is het anders voor de omwonenden van de luchthaven. Dat merkte ik gedurende een fietstocht die volledig de nationale luchthaven Brussels Airport rondt.

Diegem (N21) – Brussels Airport

Het beheer van die geluidshinder is een heikele kwestie: exploitatiebeperkingen, stillere vliegtuigen, de ruimtelijke ordening in verband met luchthaventerreinen, operationele procedures voor lawaaibestrijding. Dat men een zo economisch mogelijke aanpak beoogt, hoeft niet te verbazen. Maar het Brussels Gewest blijkt daarbij echter anders te meten dan het Vlaamse.

Ondertussen ging ik toch even poolshoogte nemen en maakte de bedenking, terwijl ik door Zaventem fietste, dat ik het geluid van de stationair draaiende vliegtuigmotoren toch moeilijk gewoon zou kunnen worden. Het lijkt wel een constant ronkend tinnitusgedruis in je oren. Brrrrr … Opgelucht dat ik weer wat verder van de luchthaven in relatief rustiger terrein kon fietsen.

 

%d bloggers liken dit: