In De wereld van De Wachter. Uitgeverij Lannoo Campus, stapt psychiater Dirk De Wachter uit zijn psychiaterstoel en geeft in 13 hoofdstukken – met vooraf een paar inleidende stukjes en aan het einde een Nawoord en Bronnenlijst- een lucide kijk op ‘zijn wereld’, die ook onze wereld is, ons daarmee binnenloodsend in zijn visie op God?, Stil?, Totaal?, Klein?, Zin?, Economie?, Vlucht?, Tijd?, Moeten?, Jeugd?, Virtueel?, Lichaam?, Kunst? Elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door een citaat uit . Vasili Grossmans roman Leven & Lot Volgens De Wachter „de grootste schrijver van de twintigste eeuw, naast Marcel Proust en Thomas Mann”.
Moeten ? „We zijn bang voor verveling, maar vooral van de stilte die ze met zich meebrengt. Die confronteert ons met de tijd, op een andere manier dan de drukte doet. Waar de drukte ons de illusie oplevert dat we de tijd voorbij kunnen lopen, als we maar snel genoeg zijn, haakt de stilte ons vast aan het eindige moment.” blz. 126
De auteur slaagt erin om moeilijke materie toegankelijk weer te geven. Hij stelt zich op als een zoekende met de zoekenden, iemand die durft niet-te-weten maar die in alles wat hij kritiseert de blik hoopvol en liefdevol op de Ander houdt. In Borderline Times diagnosticeerde hij met een klinische blik de maatschappij. In dit boek wil hij echter dat medische kader loslaten om zo ‘in een diepere laag waarin complexe, paradoxale, soms onbegrijpelijke krachten spelen’, te komen. Van die krachten probeert hij een staal te nemen. Daarbij moet de onbegrijpelijkheid van het Zijn, ons niet machteloos of cynisch maken, stelt hij. Het denken zelf heeft zin ook al leidt het niet altijd tot directe en efficiënte oplossingen […]. Het geruststellende kader wordt losgelaten, de onzekerheid neemt terug toe, de gemakkelijke oplossingen worden steeds weer in vraag gesteld.
“De antwoorden voor de wereld kunnen nooit definitief zijn, maar altijd weer zoekend, hortend, corrigerend. Het menselijke wezen zoekt blijvend zin in de worsteling met zijn onbegrijpelijke lot.” blz. 11
De auteur voelt zich ongemakkelijk omdat hij zelf niet ontsnapt aan de wetten van de ikkige tijd maar beklemtoont dat we zijn in de blik van de Ander, de face-en-face- avoir l’ autre dans sa peau, zoals Levinas dat zo krachtig uitdrukt en hij verklaart zich voor enkele van zijn rijke gedachten ook schatplichtig aan de Nederlandse filosoof Sam Ijsseling en voor meer begrip over de multiculturele wereld in verandering aan de visionaire scherpzinnigheid van Hind Fraihi.
Dirk De Wachter profileert zich in dit boek als een gids die durft te hopen dat het kleine Goede het grote Kwaad uiteindelijk zal beteugelen. Hij heeft geen pasklare antwoorden voor de ellende en het verdriet van onze tijd en geen specifieke raadgevingen maar kijkt hoopvol naar solidaire bottom-up-initiatieven en schrijft een belangrijke rol toe aan de kunst, die bijzondere aspecten van onze ongrijpbare essentie kan doen oplichten.
In een interview met De Wereld Morgen:
U besteedt veel aandacht aan de rol van kunst en cultuur in uw boeken. Toevallig in tijden waarin die onder vuur liggen en zich voortdurend lijken te moeten bewijzen.
“Kan kunst de wereld redden? Volmondig ja. Ook kunst kan de wereld redden, met de nadruk op ‘ook’. De kunsten zijn geen eiland. Ze bestaan bij gratie van de wereld, de samenleving. De wereld definieert de kunsten. Maar engagement in de kunst kan ook doorslaan. Al te geëngageerde kunst, kunst die een stellige boodschap vertolkt is propaganda, geen kunst. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de nazikunst. De kunstenaar moet blijven vragen stellen.
Ik moet nu spontaan denken aan Bukowski’s gedicht ‘Style’.
“Style is the answer to everything.
A fresh way to approach a dull or dangerous thing
To do a dull thing with style is preferable to doing a dangerous thing without it
To do a dangerous thing with style is what I call art
Bullfighting can be an art
Boxing can be an art
Loving can be an art
Opening a can of sardines can be an art”
Het is niet zozeer wat je doet, maar hoe je dingen doet die ze betekenis geeft.
Kunstenaars zijn visionairen, zij voelen dingen aan die de rest van de wereld (nog) niet ziet. Zij zijn perfect geplaatst om onze ogen te openen voor wat we doorgaans negeren.”
Ondanks uw kritische stem toont u zich erg mild voor het individu. U bent scherp voor structuren, maar ontziet de mensen.
“Dat klopt. Wanneer ik tegenover iemand zit die de meest ondenkbare racistische uitspraken doet, dan keur ik die niet goed, maar probeer ik te begrijpen wat er gaande is. Ieder mens heeft zijn verhaal, zijn achtergrond en geschiedenis. Achter het zichtbare zit veel verborgen wat we niet weten. Ieder mens is kwetsbaar. Tegenover die kwetsbaarheid moet je mededogen stellen.
Voor mij is kwetsbaarheid een talent. Een groot deel van de menselijke creativiteit komt voort uit kwetsbaarheid. Maar onze samenleving heeft maar weinig plaats voor het kwetsbare. Tegelijkertijd worden structuren wel gemaakt door mensen en zijn het ook alleen mensen die ze kunnen veranderen. Structuren zijn geen anonieme entiteiten en ze zijn niet van “de anderen”. We zijn allemaal verantwoordelijk.
“We willen alles perfectioneren, alles lijkt maakbaar, als je maar hard genoeg je best doet. Zelfs in de liefde willen we de ander kneden, zoeken we naar de perfecte relatie op maat. We zijn ziek in maakbaarheid. We hebben God in de hemel afgeschoten en zijn zelf God geworden. Dat is een vergissing. Ik pleit voor zingeving en aandacht voor zorg, maar wel als universele waarden, niet vanuit een conservatieve of religieus geïnspireerde visie. Mijn pleidooi betekent dus niet dat we terug moeten naar hoe het vroeger was, naar de verzuiling en de betutteling, maar wel dat we moeten nadenken hoe we deze nieuwe tijd vorm willen geven.” uit: De Wereld Morgen – Bieke Prunelle