Claus zal vooral als dichter overleven, vindt Ons Erfdeel vzw–hoofdredacteur Luc Devoldere. Hij is een van die zeldzame dichters die grootse verzen heeft afgeleverd waarin vaak een zwakke, soms lullige regel voorkomt. Je moet een groot dichter zijn om daarmee weg te geraken. Oostende mag dus haar zegeningen tellen dat iemand over haar hét gedicht schreef; West-Vlaanderen weet het al lang, en de klappertandende liefde komt aan al haar trekken bij deze man die haar neergeschreven heeft. – Luc Devoldere
Toen ik, twintig jaar geleden, als zeventienjarige op de Schrijversvakschool in Amsterdam terecht kwam, wilde ik geen dichter worden. Ik wilde een grootse, meeslepende roman schrijven, over de liefde en de dood. Tot er tijdens een les een opname van Hugo Claus werd afgespeeld. Met zijn bijdrage aan de wat je de Onvergetelijke Gedichten zou moeten noemen: ‘Nu nog’ Het ging natuurlijk niet alleen om dat gedicht. Het ging ook om de stem. De intonatie. De zinderende, zangerige klanken. Poëtische porno. Ik herinner me dat de klas, vol vrouwen die een stuk ouder en mogelijk een stuk beschaafder waren dan ik, een beetje stilviel na afloop. Er werd wat geanalyseerd, wat nagepraat, heel keurig gewezen op een bepaalde symboliek. Terwijl ik nog zat na te gloeien. Die bruingebakken stem. Dat vuur, die honing, die verbetenheid, die nijd, die melancholie vermengd met wellust… Ik had niet geweten dat je met één tekst zoveel teweeg kunt brengen. Alle zintuigen. Alle grootheden. De dood. De liefde. Het hele leven. Wham. Daar lag de bodem van de poëzie. –Ester Naomi Perquin
Er is een ontroering in herkenning, en de gedichten die Claus schreef over het boerenleven voelen alsof ze speciaal voor mij gemaakt zijn. ‘Oude man met varken’ is een van mijn lievelingsgedichten van hem. Je proeft meteen de klei in je mond, je bent meteen weer terug op het ruwe land dat mensen uitspuugt alsof het niets is, om ze daarna weer even makkelijk op te slorpen. – Ellen Deckwitz
Ons Erfdeel vroeg ook Miriam Van hee, de recentste laureaat van de Ultima voor de Letteren, naar haar favoriete Claus-gedicht. Het werd een beklemmend gedicht:
Ik heb het laatste gedicht (vóór de Vier verklaringen) uit De Oostakkerse gedichten gekozen (ook ik groeide op in Oostakker, maar in een andere tijd). Ik had misschien ook een ander gedicht kunnen kiezen, maar toch een uit deze bundel, die hermetischer is dan zijn latere dichtwerk, maar opvalt door een krachtig, stuwend taalgebruik (ik hoor bij het lezen van zijn gedichten altijd zijn bezwerende stemgeluid), sterke metaforen, een aardse thematiek, en, geef ik toe, een grote raadselachtigheid.
Ik houd van woorden of zinnen met een gelaagdheid. Je zou bijvoorbeeld kunnen lezen: ‘vergeving is mannelijk en vrouwelijk, (vergeving) is vergif’, een bedrijf kan begrepen worden als ‘nering’, maar ook als deel van een toneelstuk (of van het wereldse toneel). Wat nog meer opvalt: een taal met een hoog poëtisch gehalte, klankovereenkomsten, in ‘nering’ weerklinkt ‘keerkring’, in ‘vergeving’, ‘vergif’. Tegenstellingen: woede-deernis, dorst-water, mannelijk-vrouwelijk, vergeving-vergif.
Het is een wat somber, beklemmend gedicht, (vergif, stolde, dorst, binnen), alsof de dichter op zichzelf teruggeworpen wordt, alsof zijn vrijheidsdrang gefnuikt wordt en hij met de neus op de feitelijkheid wordt gedrukt (op de condition humaine): de nering van de mens in zijn keerkring. – Miriam Van hee
En ook Marc Didden herinnert zich Hugo Claus, met liefde.
10 jaar na zijn dood en 50 jaar na mei ’68 wijdt BOZAR een museale tentoonstelling aan Vlaanderens meest bekroonde auteur: Hugo Claus. De multidisciplinaire expo toont Claus in al zijn facetten: schrijver, schilder, theatermaker, filmregisseur. Toch wordt het geen traditioneel overzicht van een leven en een oeuvre. Curator Marc Didden maakt met liefde – con amore – een hoogst persoonlijke tentoonstelling, niet óver Claus, maar vóór Claus. Een eigenzinnig portret, samengesteld uit nauwkeurig geselecteerde archiefbeelden, foto’s, tekstfragmenten en kunstwerken van o.a. Appel, Raveel en Ensor, maar ook hedendaagse kunstenaars als Borremans, De Cordier, Dillemans en Vanriet. En er is de nauwe band tussen Claus en het Paleis voor Schone kunsten, waar hij eerst tentoonstelde in 1959, deelnam aan het legendarische ‘Poëzie in het Paleis’ in 1966 en een protestavond tegen censuur leidde in mei ‘68. – Bozar: Hugo Claus, Con Amore tot 28 mei 2018
Luisterwandelen in het decor van Het Verdriet van België in Kortrijk met smartphone of gewoon thuis op de website van Izi Travel.