De droogte en warmte van de voorbije weken gaf de vlinders een extra stimulans. Ik zag in een flits door het woonkamervenster een koninginnepage fourageren in de tuin, als een glimp geluk. Een vleugellichte vibratie van schoonheid voor ieder die met open ogen in het leven staat. Even later tijdens mijn zondagse wandeling langs de trage veldwegen in de buurt, vlogen er gedurende lange tijd twee lichtblauwe libellen een meter voor me uit om vervolgens in het rulle zand van de veldweg even neer te strijken en dan weer verder te vliegen als lichtende, etherische gidsen op mijn weg. Mijn gedachten namen een vlucht, mijn emoties eveneens.
Terwijl ik zo door de velden stapte, de warmte voelde weerkaatsen van de zandpaden en de geur van het rijpende koren in mijn neus bleef hangen, dacht ik aan de zomerse dagen uit mijn jeugd, een terugblik naar een Verloren Tijd, en naar het landleven zoals Emile Claus het picturaal, in een lumineus coloriet, uniek wist te vereeuwigen. De gemaaide graspaden en de weiden verspreidden het aroma van hooi. Het sint-janskruid in de berm stond er als een hemelse vingerwijzing naar de bezieling van de dag.