Du bist ein Glückspilz! zeggen de Duitsers als ze vinden dat je een geluksvogel bent. Daar moest ik zondagnamiddag aan denken toen we met Natuurpunt Kampenhout op Paddenstoelentocht door het Hellebos trokken. Dat geluk zat in het feit dat we Roosmarijn Steeman, wetenschappelijk medewerker Planten en Paddenstoelen, als gids hadden. Het Hellebos, voor alle duidelijkheid, heeft niets te maken met de hel maar met het nabijgelegen Lelleveld (Berg) dat zijn naam kreeg door regressieve assimilatie van de [t] aan de [l] in ‘litle veld’, het kleine veld dat in het hoefijzervormige Hellebos lag. Het bos staat er al eeuwen, zo vertellen ons de oude Ferrariskaarten, en het wordt als natuurbos beheerd.

Gewapend met notitieboekjes, fototoestellen en naslagwerken volgde een zeer divers gezelschap Roosmarijns deskundige uitleg. En werkelijk … nooit gedacht dat er zoveel soorten paddenstoelen in dit bos te ontdekken vielen. We vernamen alles over o.a. russula’s, vliegenzwammen, eikeldopzwammetjes, meniezwammetjes, porseleinzwammetjes, bovisten, de plooivoetstuifzwam, stinkzwammen, champignons, parasolzwammen, inktzwammen, de rodekoolzwam, eikenhaaszwammen, de ridderzwam, waslakzwammen, tonderzwammen, biefstukzwammen…

Kortom Roosmarijn leerde ons de wondere wereld van de paddenstoelen kennen. Een buitengewoon veelzijdige wereld. We besteedden niet alleen aandacht aan de verschillende soorten tijdens de wandeling, maar gingen ook dieper in op de standplaats, het samenleven met andere organismen (bomen) en de manier waarop men ze kan herkennen. Verder werd het niet alleen kijken, maar ook betasten, proeven en ruiken. Ook de al dan niet eetbaarheid of giftigheid werden extra belicht.

Een boeiende namiddag was het, waarop klein en groot verrassende vondsten deed en deskundig werd bijgestaan met het op naam brengen van alle gevonden soorten.