In de lente van dit jaar (12 maart) overleed prof. em. Rita Ghesquière (1947-2018), van 1970 tot 2009 verbonden aan de afdeling Algemene Literatuurwetenschap van de Faculteit Letteren van de KU Leuven. Ik herinner me haar uit mijn eerste jaar aan de unief als een zachtmoedige en behulpzame repetitor van het monitoraat, die ons met studietips en voorbereidende mondelinge oefeningen voorbereidde op onze eerste partiële examens.
Van haar verscheen net na haar onverwachte overlijden het boek ‘Duizend Namen. Het beeld van Maria in de Europese literatuur’, uitgeverij Averbode|Erasme, 2018. De aanzet was een essay voor een Scherpenheuvellezing ‘Maria in de literatuur’ in oktober 2017 die uiteraard beperkt moest blijven maar het onderwerp boeide haar en groeide uit tot dit boek dat in de herfst van dit jaar de Publieksprijs van het religieuze en spirituele boek 2018 won.

Commentaar van de jury:
Het beeld van Maria in de Europese literatuur is een heerlijk en origineel boek over poëzie. Ghesquière, die zelf een zwierige pen hanteerde, reikt hier de ene ontdekking na de andere aan van vergeten gedichten. Wie weet er nog dat Lord Byron een prachtig Ave Maria schreef? Het is een gedurfd en geslaagd boek, waarin de auteur het op heden niet zo ‘trendy’ Mariale thema op een originele en niet-klassieke wijze benadert via literatuur, liedteksten en poëzie. Ze opent voor een breed lezerspubliek een ongekende wereld van een gekend thema, systematische en chronologische, zonder dat het de onderzoeksmethodiek de vlotte leesbaarheid en toegankelijkheid schaadt, noch de lezer verveelt.
Ik kan deze woorden alleen maar volmondig onderschrijven. Het boek bracht me in contact met bekende auteurs maar vanuit een compleet onverwachte focus namelijk die van hun mariale gevoeligheid of eerder sceptische afstandelijkheid of zelfs van hun creatieve invulling van lacunes in het overgeleverde relaas van de moeder van Jezus. Rita Ghesquière loodste me opnieuw door de Europese literatuur haar licht werpend op het middeleeuwse Mariabeeld en dat van de renaissance tot de verlichting. Met auteurs als Goethe, William Wordsworth, Alphonse de Lamartine, Samuel Coleridge, Lord Byron, Paul Verlaine, Charles Baudelaire, Oscar Wilde, Guido Gezelle e.a. laat ze het Mariagevoel uit de romantiek oplichten om tenslotte met de auteurs van het katholieke reveil zoals Paul Claudel en Charles Péguy , T.S.Eliot , W.B. Yeats, Rainer Maria Rilke, Beltold Brecht e.a de mariale poëzie uit de eerste helft van de twintigste eeuw onder de korenmaat uit te halen. Haar aandacht gaat ook naar Jezusromans en Mariaromans en naar Nederlandse en Vlaamse auteurs als Gery Helderenberg, Albe, Guillaume van der Graft, Gabriël Smit, Paul Van Ostaijen, Felix Timmermans, Gerard Walschap, Anton Van Duinkerken, Anton Van Wilderode, Maurice Gilliams. In een samenvattend besluit rondt ze haar studieonderwerp als volgt af:
De zoektocht naar het beeld van Maria doorheen de Europese literatuur was een verademing. Terwijl onze samenleving Maria nog maar weinig ruimte biedt, toont de literatuur hoe sterk zij verankerd is en deel uitmaakt van ons culturele erfgoed. De brede waaier van teksten verwoordt wat Maria voor vele dichters en schrijvers en hun generatiegenoten betekend heeft. De moeder van Jezus biedt niet alleen troost en houvast voor moeilijke momenten in het leven, zij houdt ook een spiegel voor van belangrijke christelijke waarden: eenvoud, dienstbaarheid, barmhartigheid, vergevensgezindheid, … De rijke schat aan beelden, verhalen en bij momenten ook kritische toon, openen zo een weg om de afstandelijkheid, de schroom en de schaamte van onze tijd te overwinnen en met andere nieuwe ogen naar Maria te kijken.
Op deze vierde adventszondag bracht dit boek me een erg persoonlijke en innemende leeservaring.