Eén van mijn wandelnamiddagen vorige week leidde naar Beauvechien (Nodebais / Nodebeek, Ndl)) in Waals Haspengouw. Het dorpsplein gelegen aan een meertje tegenover het oude gemeentehuis (nu het lokale dorpsschooltje) is omzoomd door schaduwrijke platanen en de bezoeker kan er picknicken aan een drietal picknicktafels. Er is ook (beperkte) autoparking.
Van op mijn picknickplekje kon ik het muurtje van het vroegere gemeentehuis zien. Het is versierd met een mozaïek die beeldhouwer Claude Rahir in 1995, in het kader van een workshop, samen met de kinderen maakte. Gedurende de wandeling kom je trouwens meer van zijn werken tegen.
Ik startte de wandeling, die met rode rechthoeken op witte schildjes is bewegwijzerd, langs de Rue de l’Etang, voorbij de Ferme de la Brasserie en de oude Doyenmolen, naar de pastorie van het dorp en de neogotische Sint Waltrudiskerk. Rechts naast de kerk trekt een neogotisch grafkapelletjes de aandacht. Het is gewijd aan O.-L.-Vrouw van Lourdes en het werd in 1910 gebouwd door de familie van der Linden. De keramist Max van der Linden heeft het interieur versierd.

Verder langs de Rue de l’ Etang links een mooi neoklassiek herenhuis voorheen het woongebouw van een boerderij en even verder rechts de imposante boerderijgebouwen in baksteen en witte gobertangesteen van boerderij Des Vignes uit de eerste helft van de 18de eeuw.

Rechts gaat het langs de Chemin de la Justice en de Chemin des Roués, een plateau dat topografisch Les Verts Horizons heet.


Links van de Chemin des Roués, het natuurreservaat Le Grand Brou. Deze zone van 8 ha met drasland werd in 2002 beschermd. Het reservaat is een favoriete rustplaats voor trekvogels en wordt ook druk bezocht door de lokale vogels voor de bouw van hun nesten. Men houdt er regelmatig observaties en vangt er vogels om ze te ringen, te meten en te wegen.

Vervolgens rechts de Chemin des Prés in stappen die terug naar het dorpscentrum leidt en daar links de Chemin Jacotia nemen. Het is het begin van een landelijke wandeling langs oude traditionele boerderijen uit het begin van de 20ste eeuw met hun tuinen vol oude fruitbomen. Langsheen de weg liggen ook kunstateliers. Achter enkele blauwe deurtjes van een oude stalruimte bij huis nummer 9 maakt één van de locale kunstenaars namelijk Lucienne Camus haar beelden en juwelen. Toen ik probeerde een plaatje te schieten van dit pittoreske ateliergeveltje, kwam ze me tegemoet, maakte open, stak het licht aan en toonde me haar prachtige sculpturen en juweelcreaties : een unieke en elegante ontmoeting met deze beeldhouwster van internationale allure. Ze exposeerde o.a. in diverse galerijen in Parijs, Brussel, Leuven en Mechelen. Ze vestigde ook meteen mijn aandacht op de Sint-Maartenfeesten in november die kunstenaar Max van der Linden in het verleden in het leven riep. Omdat de feestelijke 55ste verjaardag van de feesten wegens coronamaatregelen dit jaar niet kon doorgaan, beslisten de Vrienden van Tourinnes om in november 2020 verschillende kleine culturele projecten aan te bieden, op lokale schaal en helemaal in de geest van de feestdagen.

Haar atelier is in november geopend tijdens deze Sint-Maartenfeesten, waartoe ze hartelijk uitnodigde. Haar werken zullen achter het grote atelierraam, dat uitgeeft op de tuin, getoond worden.


Verder op de Chemin Jacotia, bevindt zich huis nummer 13b, versierd met een mozaïek getiteld ˝La comète de Hale-Bob˝ (de komeet van Hale-Bob) van schilder en beeldhouwer Claude Rahir, wiens atelier op nummer 15, het huis er net naast, was ondergebracht.

Vervolgens neem je de Rue du Vivier Saint-Laurent links en verder de Chemin d’Agbiermont rond het domein van van Agbiermont naar een kapel. Aan het eind van de lindeweg, die oorspronkelijk door velden liep en een mooi uitzicht bood op het kasteel van Agbiermont, ligt de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Goede Bijstand, ook de Gosinkapel genoemd. Dit neoklassieke gebouw uit 1836 werd tussen 1950 en 1965 volledig met veelkleurige keramieken versierd door Max van der Linden. Ze vertellen het verhaal van de kleine Marie-Thérèse Gosin, de grootmoeder van de kunstenaar.


Langs de Chemin de la Petite Chapelle en voor je de Chemin des Sœurs inslaat, maak je een ommetje via de Vieux Chemin de Namur naar de boerderij van
Agbiermont en de boerderij van Delchay. De boerderij van Delchay (Vieux Chemin de Namur 1-5), oude boerderij in baksteen en Gobertangesteen, is
uitzonderlijk omwille van de 18de-eeuwse architectuur. De vleugel links van de
toegangspoort kreeg rond 1850 een nieuwe bestemming als school.


Aan de overkant ligt de boerderij van Agbiermont (Vieux Chemin de Namur 2-8), een vroeger bijgebouw van de abdij van Waulsort-Hastière, waarvan reeds sprake is in de 14de eeuw. De gebouwen dateren uit de tweede helft van de 18de eeuw en werden gewijzigd. Het domein is vandaag eigendom van de
familie van der Linden. Eén van de familieleden, de befaamde keramist Max van der Linden, nam in 1952 definitief zijn intrek in de boerderij.
Verder via de Chemin des Sœurs wandel je door het oude dorp. Op het dak van het huis van André Ketsen, ontwerper en graveur (Chemin des Sœurs 12)
lees je een tekst in het Waals: ˝Rian todi tint qu’l’est co timps˝ Deze leuze (Laten we lachen zolang het nog kan, zolang er nog tijd is) was die
van de oude molenaar van het dorp, wiens molen in de buurt ligt. Langs een korte gekasseide helling van de Chemin Jacotia rechts loop je langs het meertje, opniew naar het dorpsplein met de platanen.
Nodebais is beslist een ommetje waard voor wie van open landschappen, authentiek landelijk leven, natuur en kunst houdt. ❤