Liggend in de zon
De liefde sluimert naast mij in het kruid.
Onder mijn arm door lig ik naar haar te staren.
Soms laat de wind haar lange zachte haren
strelend over mijn rug, mijn naakte huid.
Ik luister naar het ijl ruisend geluid
- mijn adem gaat in rythme met de hare-
naar het verre doffe bruisen van de baren
en naar een wulp, die schor, weemoedig fluit.
Er ligt een wijding over het ongerepte land.
Het is te stil om veel en snel te praten,
enkel een zoen, heel vluchtig op haar hand.
De zilte schorren en het wijde zand
zijn aaan ons twee alleen overgelaten.
Er is geen einder en geen overkant.
Hans Warren
uit: Verzamelde gedichten, 2002
Nature, fiction, theater, poetry, philosophy and art lover.
Master of Germanic Philology - KULeuven - Belgium.
Photo: Ostend (B) - Japanese Deep Sea Garden
Toon alle berichten van Blauwkruikje