Luc Sels en Lieven Boeve over onderwijscrisis: ‘Bindende toelatingsexamens mogen geen taboe meer zijn’ – Knack

Als baas van Katholiek Onderwijs Vlaanderen en rector van de KU Leuven zagen Lieven Boeve en Luc Sels de onderwijscrisis van mijlenver aankomen. Een politiek falen? Slechts ten dele. ‘De onderwijskoepels zeggen de hele tijd wat de overheid moet doen. Maar negen van de tien maatregelen kunnen ze perfect zelf uitvoeren.’

Op de kast achter het bureau van Lieven Boeve staat een opvallend mooi Mariabeeld. Het is de sedes sapientiae, de zetel der wijsheid, uit het logo van de KU Leuven. ‘Dat heb ik gekregen toen ik afscheid nam als decaan om directeur-generaal van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen te worden. Ze waren waarschijnlijk bang dat ik de universiteit anders zou vergeten’, lacht Boeve. ‘Alsof dat zou kunnen’, antwoordt Luc Sels. De rector van de KU Leuven is afgezakt naar de Guimardstraat, het hoofdkwartier van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, om het in de aanloop naar het nieuwe schooljaar over de vele beproevingen van het onderwijs te hebben.

Sels en Boeve kennen elkaar al lang. Ooit waren ze allebei decaan aan de Leuvense universiteit. Boeve van de faculteit theologie, arbeidsmarktspecialist Sels van de faculteit economie. ‘Van bij het begin konden we het heel goed met elkaar vinden’, vertelt Sels. ‘Over interne bestuurskwesties van de universiteit zaten we meestal op dezelfde lijn. We schieten nog altijd heel goed op, maar we hebben nu eerder “een samenwerking op armlengte”. Ik hecht veel belang aan de relatieve autonomie van de verschillende onderwijsnetten en -niveaus. Daarom meng ik me ook zo min mogelijk in de interne keuken van het Katholiek Onderwijs. Al wisselen Lieven en ik daarover natuurlijk wel van gedachten als we elkaar tegenkomen.’ En dat gebeurt best vaak. Zeker nu er de hele tijd moeilijkheden opduiken die zowel het leerplicht- als het hoger onderwijs aangaan. Zoals de grote uitdagingen van de lerarenopleiding en het steeds nijpendere tekort aan leerkrachten.

Ik heb geen enkel bewijs dat het niveau van onze eerstejaarsstudenten gedaald zou zijn.Luc Sels, rector KU Leuven

Net voor het begin van het nieuwe schooljaar moeten veel directies nog in allerijl op zoek naar leerkrachten. Hoe komt het dat er nu nog vacatures bijkomen?l

Lieven Boeve: Doordat er zo veel vacatures zijn, kunnen leerkrachten vaak kiezen waar en wanneer ze willen lesgeven. Het gevolg is dat ze nu ook beginnen te jobhoppen. Sommigen zeggen hun directie plots de wacht aan omdat ze, bijvoorbeeld, de kans krijgen om dichter bij huis te werken. Er zijn zelfs mensen die ontslag nemen uit een vaste benoeming om in een andere school aan de slag te gaan – wat tot voor kort haast nooit gebeurde. Zelfs nu, in de laatste dagen voor het nieuwe schooljaar, haken er nog mensen af. Dat is op dit moment misschien wel het grootste probleem voor onze directies: ze zijn niet zeker dat al hun leerkrachten er op 1 september zullen zijn.

Luc Sels: Het lerarentekort is een heel ernstig probleem. Uit de internationale PISA-studie blijkt dat scholen die ermee worden geconfronteerd lager scoren in wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid en leesvaardigheid.

Boeve: Dat is natuurlijk dramatisch voor de kwaliteit van ons onderwijs.

Sels: Zeker. Toch vind ik het een slechte zaak dat we de hele tijd op dat lerarentekort focussen. De indruk dat het allemaal kommer en kwel is, komt het imago van het onderwijs echt niet ten goede. Potentiële leerkrachten worden er eerder door afgeschrikt dan aangetrokken. We mogen ook niet uit het oog verliezen dat het lerarentekort een gevolg is van de krapte op de hele arbeidsmarkt. Het onderwijs is niet eens de zwaarst getroffen sector. De ICT, de zakelijke dienstverlening en de horeca delen nog veel meer in de klappen. Alleen valt het daar minder op als vacatures niet ingevuld raken. Als er geen bekwame leerkracht voor de klas staat, dan merkt iedereen dat meteen. Ik ben ervan overtuigd dat het lerarentekort vanzelf zal inkrimpen zodra de arbeidsmarkt weer ontspant.

We krijgen een ander beeld als we het onderwijs met andere sectoren vergelijken?

Sels: Natuurlijk. Een derde van de startende leerkrachten stapt al na vijf jaar weer uit het onderwijs. Tel daar de mensen bij die een lerarenopleiding hebben gevolgd maar meteen daarna voor een andere sector kiezen en je kunt stellen dat na vijf jaar maar de helft van de professionele bachelors (afgestuurd aan een hogeschool, nvdr) en een vijfde van de mensen met een educatieve master (afgestudeerd aan een universiteit, met een lerarenopleiding, nvdr) in het onderwijs aan de slag is. Daar wordt dan geregeld alarm over geslagen, maar in andere sectoren is dat echt niet anders. In de eerste vijf, zes jaar van een loopbaan komt jobhoppen nu eenmaal veel voor.

Typisch voor het onderwijs is wel dat weinig mensen aan het begin van hun loopbaan van een andere sector naar het onderwijs overstappen. Dat gebeurt doorgaans pas later. Handelsingenieurs met een educatieve master beginnen hun carrière ook zelden in het onderwijs. Ze hebben keuze zat en ze krijgen in andere sectoren vaak een hoger startloon. Maar die handelsingenieur heeft vaak wel de ambitie – of toch de interesse – om later les te geven. We moeten ervoor zorgen dat we ze vasthouden voor de langere termijn.

Boeve: Dat is net waarom we willen dat zij-instromers tot twintig jaar anciënniteit vanuit een andere sector naar het onderwijs kunnen meebrengen. Met de tien jaar anciënniteit die vandaag in rekening mag worden gebracht, kunnen we wel dertigers aantrekken, maar geen veertigers en zeker geen vijftigers. Het is belangrijk dat het onderwijs op dat vlak meer marktconform wordt. In andere sectoren is anciënniteit ook een belangrijke factor bij loononderhandelingen.

Luc Sels: ‘Ik wilde dat ik in de lagere school het onderwijs had gekregen dat mijn kinderen vandaag genieten.’
Luc Sels: ‘Ik wilde dat ik in de lagere school het onderwijs had gekregen dat mijn kinderen vandaag genieten.’ © DEBBY TERMONIA

Zou het in tijden van lerarentekort ook geen goed idee zijn dat alle scholen van het Katholiek Onderwijs leerkrachten toelaten om een hoofddoek te dragen?

Boeve: In een katholieke dialoogschool zou een lerares met een hoofddoek geen probleem mogen zijn. Er zijn ook al een aantal katholieke scholen waar vrouwen met een hoofddoek welkom zijn. Sommige van onze congregaties zijn zich er maar al te goed van bewust dat ze ooit door mensen met een hoofddoek zijn opgericht. Andere schoolbesturen wachten nog af. Daar heb ik ook begrip voor. Kinderen en jongeren zijn nu eenmaal gevoelig voor sociale druk. Niet alleen wat een hoofddoek betreft, maar voor alles wat met kleding te maken heeft. In een opvoedingscontext moet je ook daar rekening mee houden.

U, als baas, zou kunnen zeggen: ‘Leerkrachten met een hoofddoek moeten op elke katholieke school welkom zijn.’

Boeve: Ik ben niet de baas van al die scholen. Het zijn de schoolbesturen die daarover beslissen. Wel steun ik elke school die hoofddoeken toelaat. Ik merk dat het onderwerp steeds meer bespreekbaar wordt en dat meningen aan het verschuiven zijn. Daar ben ik heel blij om.

Sels: Het zou toch mooi zijn als Katholiek Onderwijs Vlaanderen een krachtiger signaal zou geven. Eigen aan de katholieke achtergrond van de KU Leuven is dat je vrij je eigen religie kunt beleven zolang het met respect en in dialoog met andere religies gebeurt. De hoofddoek is dus geen punt. Bij de traditionele eucharistieviering aan het begin van het nieuwe academiejaar zal het altaar ook weer door verschillende religies worden gedeeld.

Ondertussen zetten heel wat scholen leerkrachten in die niet het juiste diploma hebben. Moeten we ons daar zorgen over maken?

Boeve: Het komt geregeld voor dat iemand die niet over de juiste vakbekwaamheid beschikt zich met veel enthousiasme aanmeldt voor een job die anders niet ingevuld raakt. Ik vind dat zulke mensen de kans moeten krijgen om te beginnen terwijl ze ondertussen een aantal didactische vakken volgen aan een universiteit of hogeschool.

Sels: Vandaag verdienen mensen die de juiste vakbekwaamheid nog niet hebben minder dan andere leerkrachten. Dat is geen goede zaak. Toen Shell in 2019 honderden banen schrapte in Nederland, werd meteen een traject uitgetekend om boventallig personeel, meestal sterke technische profielen, naar het onderwijs te leiden. Die mensen konden heel snel op een school aan de slag en kregen er het normale startloon voor iemand met hun anciënniteit. Ondertussen volgen ze ook een educatieve opleiding zodat ze na drie jaar lesgeven de vereiste vakbekwaamheid hebben. Een heel sterk model vind ik dat.

Boeve: Daarbij is het natuurlijk ook belangrijk dat er verkorte opleidingstrajecten worden opgezet zodat het doenbaar is om tezelfdertijd les te geven en te studeren.

Sels: Dat is zo. Vandaag lijkt onze opleiding voor een zij-instromer met twintig jaar ervaring in een andere sector nog te veel op die voor een twintigjarige student zonder enige werkervaring. Om meer mensen uit andere sectoren aan te trekken, is overal in het onderwijs een grotere flexibiliteit en meer maatwerk nodig. Zo zie ik ook veel potentieel in hybride loopbanen. Veel professionals zouden best een paar uur per week in het onderwijs willen staan, maar dan wel in combinatie met een job in een andere sector. Nu wordt dat heel erg bemoeilijkt en daardoor missen we een groot potentieel.

Een lerares met een hoofddoek zou geen probleem mogen zijn. Sommige van onze congregaties beseffen maar al te goed dat ze ooit door mensen met een hoofddoek zijn opgericht.Lieven Boeve, directeur-generaal Katholiek Onderwijs Vlaanderen

Er zijn andere spelregels nodig?

Boeve: Het regelgevende huis van het onderwijs is gewoon uitgewoond – van de schoolorganisatie en de financiering tot de lerarenloopbaan. In de loop der jaren zijn er zo veel koterijen bijgebouwd dat niemand er nog wijs uit raakt. Ik denk dat er in heel Vlaanderen maar vijf mensen rondlopen die écht weten hoe alles in elkaar zit. Door de regels die de overheid oplegt, wordt een modern personeelsbeleid in scholen dat de vergelijking met andere sectoren kan doorstaan zo goed als onmogelijk.

Daarom hebben we echt een soort New Deal nodig. In juli hebben de onderwijsverstrekkers aan Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) gevraagd dat er sociale onderhandelingen kunnen komen over de schoolorganisatie en de manier waarop we leerkrachten inzetten. Eigenlijk zouden we van een wit blad moeten kunnen beginnen. Wat zijn de onderliggende principes? Hoe brengen we die het best in de praktijk? Het zal natuurlijk niet lukken om helemaal van nul te vertrekken – dat besef ik ook wel – maar we moeten toch proberen zo veel mogelijk naar de basis terug te keren.

Sels: In de jaren negentig heb ik onderzoek gedaan naar taak- en functiedifferentiatie in het onderwijs. De suggesties die we toen formuleerden, hoor ik nu nog altijd terugkomen. Goed 25 jaar later is daar dus bitter weinig van in de praktijk gebracht.

Boeve: Dat is net mijn frustratie! Veel van de voorstellen die we nu naar voren schuiven, stonden al in het memorandum dat we in 2019 hebben opgesteld. We zijn daar toen mee naar de regeringsonderhandelingen getrokken, maar in het Vlaamse regeerakkoord is er niets van terug te vinden. Toen kampten we nog niet met zo’n groot lerarentekort en dus lag niemand wakker van de organisatie van het onderwijs. Politici zijn de urgentie pas beginnen inzien toen het huis al in brand stond.

Sels: Nu moet ik toch even streng voor je zijn, Lieven. Alle onderwijskoepels zeggen de hele tijd welke initiatieven de overheid zou moeten nemen. Maar negen van de tien maatregelen die jullie voorstellen, kunnen jullie perfect zelf in de praktijk brengen. Onlangs nog pleitte Koen Pelleriaux van het GO! gemeenschapsonderwijs voor de mogelijkheid om in het secundair onderwijs aan grotere klasgroepen les te geven. Zo zou er meer tijd vrijkomen om leerlingen die dat nodig hebben in kleine groepjes bij te staan. Nu vind ik dat helemaal geen verstandig voorstel, maar als hij er echt in gelooft, zouden ze daar in het gemeenschapsonderwijs morgen al mee kunnen beginnen. Daar hoef je echt geen decreet voor aan te passen. De koepels en de scholen dragen zelf ook verantwoordelijkheid.

Boeve: Ik neem je kritiek zeker ernstig. Het ís zo dat er meer zou kunnen gebeuren. Maar we hebben wel al vaak initiatieven genomen – bestuurlijke schaalvergroting, bijvoorbeeld – die binnen de kortste keren om politieke redenen werden getorpedeerd. Dat is toch wel een probleem.

Lieven Boeve: ‘Er zijn in heel Vlaanderen misschien vijf mensen die écht weten hoe het onderwijs in elkaar zit.’
Lieven Boeve: ‘Er zijn in heel Vlaanderen misschien vijf mensen die écht weten hoe het onderwijs in elkaar zit.’ © DEBBY TERMONIA

Onlangs hebt u dan weer de plannen van de overheid getorpedeerd. Eerst vernietigde het Grondwettelijk Hof de eindtermen voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs nadat Katholiek Onderwijs Vlaanderen die had aangevochten. En nu wilt u ook van de eindtermen voor de eerste graad af.

Boeve: Dat is echt geen nieuwe stap in onze strijd voor vrijheid van onderwijs. Ze hebben ons simpelweg geen andere keuze gelaten. In de eerste graad zijn de nieuwe eindtermen nu al drie jaar van kracht. Wij hebben ze vertaald in leerplannen die door de leerkrachten van het Katholiek Onderwijs worden gebruikt. Maar onlangs hebben we de boodschap gekregen dat die leerplannen volgend jaar niet meer worden goedgekeurd omdat ze niet genoeg op de eindtermen afgestemd zouden zijn. Als we nu alternatieve eindtermen indienen is dat dus om ervoor te zorgen dat onze leerkrachten met dezelfde leerplannen kunnen blijven werken en hun voorbereiding en materiaal kunnen behouden. Wat is het alternatief? Dat die leerplannen in mei worden vernietigd en er aan het begin van volgend schooljaar chaos heerst in alle katholieke scholen, die nog altijd 70 procent van het Vlaamse onderwijs uitmaken?

Sels: Ik sta erbij, ik kijk ernaar en ik slaak een diepe zucht. Ik begrijp de logica wel, maar die heisa over de eindtermen in de eerste graad is wel het laatste wat we nu nodig hebben. Al dat gekissebis komt het imago van het onderwijs echt niet ten goede. De eindtermen voor de eerste graad zijn onder minister Hilde Crevits (CD&V) door iedereen goedgekeurd. Ook door Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Dat daar nu op wordt teruggekomen, vind ik droevig. Ik zeg niet dat jullie een in- schattingsfout maken. Want de onderwijsinspectie had zich tijdelijk wat soepeler kunnen opstellen. Zo hadden jullie tijd kunnen kopen en konden leerkrachten de huidige leerplannen blijven gebruiken tot de discussie over de eindtermen in de tweede en derde graad zijn afgerond. Hoe dan ook heb ik maar één boodschap voor alle onderwijsspelers, van het beleid tot de koepels en de inspectie: get your act together.

Boeve: Ik vind die hele situatie ook intriest. Na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof over de eindtermen voor de tweede en derde graad heb ik de inspecteur-generaal van de onderwijsinspectie gevraagd of de inspectiedaar rekening mee zou houden bij het beoordelen van onze leerplannen voor de eerste graad. Tevergeefs. Dus hebben we voor de veiligste weg gekozen en laten we ons nu juridisch ondersteunen. Door de KU Leuven trouwens.

Sels: Door professoren van de KU Leuven! (lacht)

De eindtermen in het secundair onderwijs hebben ook impact op de instroom in de universiteiten en hogescholen. Hoe is het met het gesteld met het niveau van de eerstejaarsstudenten?

Sels: Ik heb geen enkel bewijs dat het niveau van de studenten gedaald zou zijn, al zal een achteruitgang in de PISA-resultaten zich ongetwijfeld ook bij ons laten voelen. De slaagcijfers in onze bacheloropleidingen verschillen ook niet zoveel van die van dertig jaar geleden. De problemen waar wij aan de universiteit mee te maken krijgen, hebben eerder met mismatchen te maken. Te veel jonge mensen kiezen na het secundair onderwijs voor een studie die onvoldoende bij hun capaciteiten aansluit. Op zich is het prachtig dat iedereen om het even wat kan studeren. Maar als we op basis van iemands voortraject weten dat hij of zij in een bepaalde opleiding nauwelijks kans van slagen heeft, lijkt het me legitiem om die keuze wat meer te sturen.

Op zich geloof ik wel dat iedereen recht heeft op zijn mislukking, maar het totale volume aan verloren jaren wordt zo wel erg groot en dat kost de samenleving veel geld. In sommige opleidingen in de menswetenschappen slaagt vandaag maar 6 tot 10 procent van de eerstejaars meteen voor alle vakken. In mijn domein, de economie en bedrijfswetenschappen, is dat 9 procent. Nu al hebben we aan de KU Leuven de regel ingevoerd dat studenten die in het eerste jaar geen 30 procent van hun studiepunten hebben verworven het jaar niet mogen overdoen. We weten namelijk dat wie onder die grens blijft, ongeveer nul procent kans heeft om ooit zijn diploma te behalen. In sommige opleidingen geldt dat voor 40 procent van de eerstejaars. Door die studenten wat vroeger richting te geven, hadden we hen die mislukking kunnen besparen.

Hoe wilt u de studiekeuze van jonge mensen dan sturen?

Sels: Op dit moment worden er gestandaardiseerde proeven uitgewerkt die de leerlingen van alle Vlaamse scholen, over alle koepels en netten heen, zullen moeten afleggen. Daarop zouden wij dan onze systemen voor toegang tot het hoger onderwijs kunnen bouwen.

Boeve: Op zich ben ik niet tegen gestandaardiseerde proeven. Binnen Katholiek Onderwijs Vlaanderen hebben we zelf al zo’n systeem: de interdiocesane proeven. Alleen gebruiken we die louter om de kwaliteit van de scholen te meten. Er worden geen stringente gevolgen aan gekoppeld voor de leerlingen zelf. Ik zie niet in waarom er één systeem voor de scholen van alle netten moet komen. Bovendien vind ik het geen goed idee om de resultaten ervan te gebruiken om jonge mensen in hun studiekeuze te beperken. Hoe meer directe gevolgen je aan toetsresultaten geeft, hoe meer de resultaten worden scheefgetrokken, dat leren we van ons omringende landen. Uit onderzoek blijkt dat klassenraden doorgaans wel heel betrouwbaar studieadvies geven. Die raden bestaan dan ook uit leraren die de leerling langere tijd hebben opgevolgd.

Sels: Ik ontken niet dat het oordeel van de klassenraad erg belangrijk is, maar ook dat oordeel zou mee gevoed kunnen worden door de resultaten van gestandaardiseerde proeven. Als én de klassenraad ontraadt, én de resultaten van de gestandaardiseerde proef tegenvallen, én ook de ijkingstoets niet goed was, dan zou een leerling nog veel krachtiger de boodschap moeten krijgen: ‘Het spijt ons, maar met al deze informatie is het een slecht idee om, bijvoorbeeld, aan een opleiding tot burgerlijk ingenieur te beginnen.’ Dat is een gewaagde uitspraak – dat besef ik – maar we moeten volgens mij echt naar een dergelijk systeem evolueren.

Boeve: Nu al gebeurt het geregeld dat een klassenraad een leerling afraadt om aan een bepaalde studie te beginnen. Het enige minpunt is dat scholieren en hun ouders dat advies perfect naast zich neer kunnen leggen. De vraag is dan: zijn we bereid om op de vrije keuze van onderwijs in te boeten omdat een aantal mensen daar misbruik van maakt?

Sels: Voor een aantal opleidingen aan de universiteit mogen bindende toelatingsexamens geen taboe zijn. We hebben die nu al voor geneeskunde. Naargelang we over meer informatie beschikken en over valide toetsen, moeten we dat ook voor andere opleidingen durven te bespreken.

Deze week begint het nieuwe schooljaar. Wordt het even woelig als het vorige?

Sels: We moeten echt ophouden met zo veel nadruk te leggen op de problemen in ons onderwijs. Er gebeuren ook heel veel mooie dingen. Ik heb zelf nog jonge kinderen. Acht en twaalf zijn ze. Elke dag weer sta ik in bewondering voor wat de leerkrachten op hun school allemaal doen. Die zijn niet alleen bijzonder gemotiveerd, ze nemen ook heel wat taken op die eigenlijk bij de gezinnen thuishoren. Ik wilde dat ik in de lagere school het onderwijs had gekregen dat mijn kinderen vandaag genieten. Dat moeten we blijven benadrukken, want anders maken we het probleem almaar erger.

Boeve: Ik erger me mateloos aan die dramatisering. Als je de berichtgeving mag geloven, lijkt het soms alsof niemand in het onderwijs zijn werk nog naar behoren doet. Onzin, natuurlijk. In Vlaanderen hebben we nog altijd heel degelijk onderwijs. Wel is de maatschappelijke realiteit veranderd. Er zijn steeds meer leerlingen die extra zorg nodig hebben – om maar iets te noemen. Vandaag zitten er in het buitengewoon onderwijs alweer evenveel leerlingen als voor de invoering van het M-decreet, maar toch blijft de zorgvraag in andere scholen exponentieel toenemen. Als ik dan de zoveelste analyse lees van iemand die vindt dat de nadruk in ons onderwijs te veel op welzijn ligt en te weinig op leren, denk ik: ‘Ja jongens, ga zelf maar eens voor de klas staan.’ Ik ben het dus helemaal met Luc eens. In plaats van de hele tijd uit te leggen wat er allemaal misgaat, zouden we beter benadrukken dat er in onze scholen prachtig werk wordt verricht. Dan zullen misschien ook meer mensen zin krijgen om er daar te werken.

Luc Sels

– 1967: geboren in Merksem

– 1995: doctor in de sociale wetenschappen (KU Leuven)

– 2002: Francqui-leerstoel aan de Universiteit Antwerpen

– Sinds 2004: gewoon hoogleraar economie (KU Leuven)

– 2009-2017: decaan van de faculteit economie en bedrijfswetenschappen (KU Leuven)

– Sinds 2017: rector KU Leuven

– Directeur van het Steunpunt Werk en lid van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid

– Lid van de algemene vergadering van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen

Lieven Boeve

– 1966: geboren in Veurne

– 1995: doctor in de godgeleerdheid (KU Leuven)

– Sinds 2004: gewoon hoogleraar theologie

– 2008-2014: decaan van de faculteit theologie en religiewetenschappen (KU Leuven)

– 2012-2014: voorzitter van het Academisch Vormingscentrum voor Leraren (KU Leuven)

– Sinds 2014: directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen

– Lid van de inrichtende overheid van de KU Leuven

Met dank aan Ann Peuteman en Jeroen de Preter – Knack 31/8/2022

Wandelsport Vlaanderen – De Witloofstappers – Kampenhout

Dit jaar organiseert wandelclub Witloofstappers en – trappers haar 10de Zomertocht. Alle hens aan dek dus voor de leden!

Zoals de affiche aangeeft, is er voor elk type wandelaar wat wils en wordt er op de rustposten ook aan de innerlijke mens gedacht.

We hopen veel wandelaars te mogen verwelkomen in onze mooie, landelijke gemeente en duimen voor aangenaam wandelweer.

Alle info over de club: Witloofstappers en -trappers

Meer info: Hof ten Dormaal

Meer info Kampenhout: Gemeente Kampenhout

Meer info Wandelsport Vlaanderen: Wandelblog

Oekraïeners vieren hun Nationale feestdag op de Grote Markt in Brussel – vrtNWS

Op de Grote Markt in Brussel is een enorme Oekraïense vlag van 30 meter lang onthuld. De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen was te gast op de onthulling. Von der Leyen was gekleed in blauw en geel, en werd vergezeld door de Brusselse burgemeester Philippe Close en de vertegenwoordiger van Oekraïne in België, Natalia Anoshyna. De aanwezigen, waaronder veel Oekraïners zongen nadien nog samen het volkslied.

foto: vrtnws – juliette bruynseels

Manneke Pis, helemaal verkleed ter ere van de Onafhankelijkheidsdag. Manneke Pis heeft een traditioneel Oekraïense outfit aan en draagt de Oekraïense vlag. Met deze initiatieven wil de Europese Unie en de Oekraïense gemeenschap in België hun steun betuigen aan de personen die in Oekraïne nog dagelijks strijden aan het front.

foto:vrtnws
foto: vrtnws

Watch the video here: Ukrainians celebrate their Independence Day in Brussels, Von der Leyen voices support.

Kroningsfeesten O.-L.-Vrouw van Scherpenheuvel 1872 -2022

Op 25 augustus 1872 kroonde kardinaal Deschamps in opdracht van paus Pius IX het genadebeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel. Deze grootse gebeurtenis wordt in Scherpenheuvel om de 25 jaar met tal van feestelijkheden herdacht. De kroningsfeesten (1922, 1947, 1972 en 1997) vormen hoogtepunten voor Scherpenheuvel.

Maria Koningin

Een week na het Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming viert de Katholieke Kerk de gedachtenis van Maria’s kroning tot koningin van het heelal. Te dier gelegenheid is het bedevaartsoord Scherpenhenheuvel deze week in feeststemming. Van 21 tot en met 28 augustus baadt de basiliek in een bloemenpracht die werd vormgegeven door bloemenkunstenaar Daniel Ost met ondersteuning van zijn team en van een groep bloemschikkers die er dan in dag uit zorgen voor bloemen.

Vandaag op Maria Koningin (gedachtenis) gingen de feesten van start. We zijn vertrokken met de Kroningsfeesten bij het jubileum van 150 jaar kroning van het genadebeeld, aldus E.H.Luc Van Hilst op de blog van het Mariaoord.

Iconografie

IHoewel de kroning van Maria nergens in de Bijbel staat vermeld is het thema in de iconografische en schilderkunst al eeuwenoud. Maria wordt er vaak voorgesteld als vrouw die zit aan de rechterhand van haar hemelse Zoon. Hij, die de Koning van het Heelal is, kroont zijn moeder als teken van haar bijzondere rol in de heilsgeschiedenis. Er zijn ook afbeeldingen die tonen dat de Drievuldigheid haar kroont.

Bijzonder geval Scherpenheuvel

Scherpenheuvel is niet het enige bedevaartoord met een gekroonde Maria. “Toch is het geval van Scherpenheuvel bijzonder”, meent Michaël Hanne, archivaris van het bedevaartsoord. “De kroon van ons Mariabeeld is een geschenk van Paus Pius IX en tot vandaag draagt het beeld nog steeds de originele kroon uit 1872. De kroning kwam er bovendien na een persoonlijk initiatief van van de paus en niet op vraag van het bedevaartsoord, zoal meestal het geval.”

Nieuwe kroon

Naar aanleiding van de 150ste verjaardag van de kroning vervaardigde de Leuvense juwelenontwerper Lies Wambecq een nieuw kroon, gemaakt van de juwelen die werden geschonken aan het genadebeeld. ” De juwelen worden gebruikt zoals ze werden gedragen”, aldus E.H. Luc Van Hilst. “De kunstenaar maakt twee nieuwe kronen, één voor Onze-Lieve-Vrouw en één voor het kindje Jezus. Het bedevaartsoord liet Lies Wambecq de waarde schatten van de gebruikte juwelen. De tegenwaarde ervan schenken we aan de lokale voedselbank.”

foto: frie peeters

foto: frie peeters
foto: frie peeters
foto: frie peeters
Gouden Roos in 2011 aan Scherpenheuvel geschonken door Paus Benedictus XVI
foto. frie peeters
foto: frie peeters

Deze namiddag liep de basiliek om 15u vol voor een eucharistieviering. Bekende Marialiederen werden uit volle borst door de bedevaarders meegezongen o.a. O Maria die daar staat (Guido Gezelle) en Liefde gaf u duizend namen. En bij het einde, zoals gewoonlijk, het gebed tot Onze Lieve Vrouw van Scherpengheuvel:

Moeder van God
en onze moeder,
vol vertrouwen bidden wij tot U:
schenk ons iets van uw geloof
en leer ons dienstbaar zijn
aan de mensen.

Help onze zieken
en allen wier hart
door leed getekend is.

Laat geluk en liefde wonen
in onze familie;
zegen allen
die ons dierbaar zij,
en blijf ook ons nabij
met Uw bescherming.

Onze - Lieve - Vrouw
van Scherpenheuvel,
bid voor ons.

De Kroningsfeesten hebben echter niet alleen een religieus karakter. Zie programma infra.

Meer info: www.scherpenheuvel.be

Met dank aan Kerk en Leven (Filip Ceulemans)

Een blik in het Koninklijk Paleis van Brussel

Tot en met 28 augustus kun je nog naar jaarlijkse traditie het Koninklijk Paleis te Brussel gratis bezoeken.

Het Paleis is de administratieve residentie en de voornaamste werkplek van Koning Filip en Koningin Mathilde.

Tijdens ons bezoek ontdekten we de bijzondere architectuur van het Paleis, de historische salons waar jaarlijks verschillende activiteiten van de Koning en de Koningin plaatsvinden, en de tuin.

Bovendien konden we er terecht voor drie tentoonstellingen: de Koninklijke Vereniging Dynastie en Cultureel Erfgoed vertelde in de Troonzaal over het werk van Koning Boudewijn, Technopolis liet ons in de Spiegelzaal aan de hand van LEGO-kunstwerken kennismaken met de wetenschap en Belspo gaf in de Grote Galerij een overzicht van het rijke federale erfgoed.

Via een filmverslag maar ook via zeer veel fotodocumenten konden we nagaan, of beter, waren we getuige van de specifieke rol die het koningshuis in België vervult.

Heaven of Delight, 2002 by Jan Fabre in de Spiegelzaal

Notitie bij het kunstwerk: “Op 29 april veroordeelde de rechtbank kunstenaar Jan Fabre voor zedenfeiten tegenover verschillende vrouwen. “Heaven of delight” maakt al 20 jaar deel uit van het architecturaal erfgoed van het Koninklijk Paleis. Het Paleis heeft besloten het werk te behouden, naar het voorbeeld van andere instellingen die een onderscheid maken tussen de veroordeelde kunstenaar en zijn kunstwerken.”

Hoe groot een ecologische voetafdruk is, maakt Denoyelle aanschouwelijk door verschillende transportmiddelen op eendenpoten te zetten: hoe vervuilender, hoe hoger. 

 

De expo “Boudewijn, koning zijn” toont allerlei voorwerpen en documenten uit het archief van koning Boudewijn (1930-1993). Ze geven een beeld van de verschillende facetten van zijn openbare leven. Maar ook van de correspondentie en de geschenken die koningen ontvangen.

De werkkamer van de Koning

Het Pilastersalon

De wereldbol Erdglobus für den Weltverkehr  (uit 1909) en het cilinderbureau stonden oorspronkelijk in de werkkamer van Koning Albert I. 

De bezoeker kan er makkelijk een paar uur besteden als hij alles in zich wil opnemen wat wordt getoond. Zeer de moeite waard, maar liefst op een ogenblik dat het niet te druk is. Wij startten om 14:30 en toen waren er behoorlijk veel bezoekers in de zalen aanwezig.

Plekje voor een heerlijke lunch of afternoon delight: albert

The Divine Dance – Richard Rohr

The Trinity and your transformation.

Humanity, says Richard Rohr, is a perfect rhyme for what Christianity, trying to express the inexpressible, calls the holy trinity. This human dance we’re all in reflects a mysterious divine dance, one that we notice on our best days. Finding the sweet spot where contemporary science meets ancient mysticism, and theology meets poetry, The Divine Dance sketches a beautiful choreography for a life well-lived. In our joy or our pain, true life is always relational, a flow, a dance. (And was always meant to be.) —Praise by Bono, U21

“GINGER ROGERS did everything that Fred Astaire did. She just did it backwards and in high heels.” Ann Richards’s comment pertly reminds us that, though for some dance is a technically demanding occupation, for most of us dance is something we watch, a Strictly spectacle that we either enviously admire or watch at a wedding maybe, embarrassed, with clenched anatomy.

When it comes to imagining God, many envision a being “out there” somewhere, a similarly critical spec­ta­tor of the world with a par­ticular interest in morality. This being can quickly get sabotaged by unowned prejudices and then presented as our personal agenda’s convenient ambassador. Or some, giving up on the lack of traces to be found of such an objective and loving reality, conclude that God is nothing but a word used to externalise and ritual­ise the better parts of the human heart.

In this new book by the interna­tionally acclaimed writer Richard Rohr, with Mike Morrell, we are invited to stop thinking about God as a distant and slightly shifty human-spotter, or as an enchanted but untrue tale told by the weak or uncritical. God, for Rohr and Morrell, is not a panel judge of reality’s dance, nor some airy sprite in the universal arena of what is. God is the very dance itself: Trinity.

The authors begin by asking whether the idea of God as Trinity has been missing in action for about 17 centuries: “If Trinity is supposed to describe the very heart of the nature of God, and yet it has almost no practical or pastoral implications in most of our lives . . . if it’s even possible that we could drop it to­­­mor­­row and it would be a forget­table, throwaway doctrine . . . then either it can’t be true or we don’t understand it.”

They continue on the premise of the latter. Thankfully, they don’t set out to put us all in the right once and for all, but, approaching mys­tery not as something you cannot understand but rather as something you can endlessly understand, they seek to make a faithful contem­porary contribution to our feeble comprehension.

It is said that the political climate at the moment is such that if you’re not at the table you’re probably on the menu. The famous Rublev icon of the Trinity has three figures circ­ling a table, and, some say, there is a place at the front of the table where there used to be a mirror, so that you had a place at the table as well. The authors here argue, however, that history has focused on the sub­stance of things, including God, and we have failed to see that creation, including us, does not exist in isolated substances but only in relationship.

In a divinely created order, there is no such thing as a detached ob­­server. The energy in the universe is not in protons or neutrons, but in the relationship between them, and this is because “God is relationship itself.” All authentic knowledge of God is therefore participatory knowledge.

The image used constantly in these pages is that of God’s “flow”. Trying to make God love you is as pointless as trying to make a water­­fall wet. What St Bonaventure called God’s “fountain fullness” is unstop­pable, relentless, and free in its endless outpouring, and all as part of God’s search for “the deepest possible communion and friendship with every last creature on earth”.

The doctrine of the Trinity should never be dry. It should be drenched with the ocean of love in which we find ourselves. Like a net in the sea, we are ourselves con­­tained in God, even if we are not able to contain God’s full mystery in our limited minds and fractured hearts.

Language, too, is like water. If it isn’t moving, it becomes stagnant. For some, Rohr’s and Morrell’s writing will be suspiciously relevant to some modern thinking. Others will be grateful for fresh and reson­ant talk of an ancient beauty. Either way, here is an imaginative, pro­vocat­ive, and energised invita­­tion to be renewed in the Trinitarian faith of the God who is forever beyond, beside, and within.

Review by The Revd Mark Oakley, Canon Chan­­cellor of St Paul’s Cathedral. His The Splash of Words: Believing in poetry is published by Canterbury Press.

Source: Churchtimes.co.uk- June 9th 2017

  1. Rohr, Richard. The Divine Dance (p. 1). SPCK. Kindle Edition.

Marianum of Rozenkransmadonna – Zoutleeuw

Marianum in de Sint-Leonarduskerk van Zoutleeuw – foto: frie peeters

Een Marianum is een beeldhouwwerk bestaande uit twee ruggelings tegen elkaar geplaatste Mariabeelden, veelal omgeven door een krans van stralen, soms ook van bloemen in de vorm van een rozenkrans1.

Achteraan in het schip van de Sint-Leonarduskerk van Zoutleeuw hangt sinds 1534 het Marianum, een dubbelzijdig eikenhouten gepolychromeerd Mariabeeld. Op het voetstuk staan de wapenschilden van de schenkers. 

Maria wordt uitgebeeld als de vrouw uit de Apocalyps en als centrale figuur van de rozenkrans, die door zes engelen wordt vastgehouden. De schildjes dragen de bloedige wonden van Christus.

Maria heeft een lichtjes verschillende gelaatsuitdrukking aan beide kanten van het beeld2.

Tijdens een zondagse wandeling van Wandelsport Vlaanderen in Zoutleeuw kregen alle deelnemers de kans om dit Marianum te bewonderen naast de andere topstukken die er zich bevinden.

Uit het boek Apocalyps 11, 19a; 12, 1 + 3-6a + 10ab

Een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten.

Toen ging Gods tempel in de hemel open en er verscheen een indrukwekkend teken: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd.
Er verscheen een tweede teken in de hemel: een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien hoorns, en op elke kop een kroon. Met zijn staart sleepte hij een derde van de sterren aan de hemel mee en smeet ze op de aarde. De draak ging voor de vrouw staan die op het punt stond haar kind te baren, om het te verslinden zodra ze bevallen was. 
Maar toen ze het kind gebaard had – een zoon, die alle volken met een ijzeren herdersstaf zal hoeden –, werd het dadelijk weggevoerd naar God en zijn troon. 
De vrouw zelf vluchtte naar de woestijn. God had daar een plaats voor haar gereedgemaakt.
Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: ‘Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van zijn messias.’
Uit het evangelie volgens Lucas 1, 39-56

Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder.

In die dagen reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. [...]

Bij de begroeting tussen deze twee grote vrouwen sprak Elisabet tot Maria: ‘Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’

Maria zei: ‘Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht, voor al wie Hem vereert. Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot Hij van hun troon en wie gering is geeft Hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen. Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd: Hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’

Valérie Kabergs: Maria’s hemel voor de kleinen – nieuwwij.nl

Toegankelijkheid Sint-Leonarduskerk:

Vanaf 1 april tot 30 september:

Elke dag (behalve maandag) van 14.00 tot 17.00 uur
Oktober: elke zaterdag en zondag van 14.00 tot 17.00 u.

Zalig Hoogfeest!

______________________________________

  1. Wikipedia
  2. Zoutleeuw.be – Toerisme
%d bloggers liken dit: