Een film met Sofia – Herman Koch

Lolita light

Vakkundig, maar vlak. Herman Kochs nieuwe roman is even vlug gelezen als vergeten.

Nadat Herman Koch vorig jaar (2020, BK) met Finse dagen zowat zijn persoonlijkste (en misschien wel beste) roman ooit afleverde, had de Nederlandse successchrijver van Zomerhuis met zwembad (2011) en Geachte heer M. (2014) overduidelijk zin in iets anders. Iets brutaler. In zijn nieuwe roman rekent de deeltijds in Barcelona verblijvende auteur genadeloos grappend af met de voltallige Nederlandse filmwereld, het massatoerisme en oude mannen die graag jonge meisjes bevaderen.

De bestverkopende auteur van Nederland zit met zijn voortjakkerende zinnen wel vaker de actualiteit op de hielen. Getuige daarvan het in meer dan dertig talen vertaalde Het diner (2009), over een zinloze geweldsuitbarsting van enkele jongeren met gegoede ouders. Toch wilde Koch met zijn nieuwe verhaal over een bejaarde regisseur die in de ban raakt van een tienermeisje naar eigen zeggen geen clichéverhaal uit het MeToo-tijdperk schrijven. Gelukkig, want uit Een film met Sophia blijkt vooral dat de 67-jarige schrijver aan die maatschappelijke discussie niet zo heel veel heeft toe te voegen. Ook over massatoerisme heeft Koch weinig te melden dat Ilja Leonard Pfeijffer niet eerder, uitvoeriger en breedsprakiger in Grand Hotel Europa behandelde.

Rest nog de Nederlandse filmwereld, waar cinefiel Koch (die nooit onder stoelen of banken heeft gestoken dat hij de adaptatie van Het diner niet bepaald tot een hoogtepunt van de zevende kunst rekent) nog een eitje mee te pellen had. De schrijver hakt er lustig op los. Het acteursgilde noemt hij ‘het meest verwende, zelfingenomen deel van de Nederlandse samenleving’ en leden van filmcommissies verdienen stuk voor stuk een kogel door het hoofd. ‘De kans dat die kogels ergens in die hoofden op één originele, eigen gedachte zouden stuiten, is te verwaarlozen.’ De verteller van Een film met Sophia is dan ook een losjes naar Paul Verhoeven gemodelleerde regisseur op leeftijd die geen blad voor de mond neemt. Al valt te vermoeden dat de zelf ook niet bepaald in schroomvalligheid uitblinkende Verhoeven doorgaans net iets minder wild gal spuwt.

Het is meteen het grootste bezwaar bij Kochs nieuwe roman. De auteur sluit zijn lezers op in het hoofd van een onsympathiek personage dat fantaseert over hoe hij een vaderfiguur voor de tienerdochter van een vriend kan worden terwijl hij voortdurend zit te jammeren over de subsidies voor zijn minder getalenteerde vakbroeders. Bij momenten krijg je het gevoel een eindeloos interview met Jan Verheyen te lezen. Nu hoeven romanpersonages uiteraard geen vrolijk fluitend door het leven huppelende goedzakken te zijn, maar bij andere schrijvers krijgt de lezer voor zijn verplaatsing in de geest van een politiek incorrecte zuurpruim met gevoelens voor minderjarigen doorgaans iets in de plaats.

RazeNde monoloog

Net wanneer je Kochs lightversie van Lolita, zo rond pagina 100, wilt wegleggen omdat de auteur jouw verplichte aanwezigheid in het hoofd van een fulminerende filmmaker weigert te belonen met een dieper maatschappelijk inzicht of enige talige uitbundigheid laat Koch de, toch al weinigzeggende, plot even voor wat hij is en verliest hij zich pagina’s lang op heerlijk komische wijze in een razende monoloog waarin alles van de Radetzkymars tot schansspringen en het operagebouw van Sydney een veeg uit de pan krijgt. In zulke passages komen de vaart en vaardigheid waarmee Koch zijn lezers door zijn ongekunstelde zinnen jaagt pas echt tot hun recht.

Herman Koch blijft een vakman die met voelbaar genoegen, zelfvertrouwen en een lekker vilein gevoel voor humor achter zijn schrijftafel kruipt. De manier waarop hij met zijn toegankelijke stijl tegen actuele thema’s aanschuurt, maken van hem de ideale schrijver voor lezers die zich graag wereldwijs tonen zonder teveel moeite te moeten doen op het blad. Dat je zinnen van Koch nooit tweemaal na elkaar hoeft te lezen, komt omdat ze met precisie zijn neergepend, maar ook omdat ze zelden ideeën bevatten waar je iets langer bij stil wilt staan.

Een clichéverhaal over MeToo is Een film met Sophia zeker niet geworden, maar echt beklijvende literatuur is het nu ook weer niet.

Bron: Sam De Wilde in De Standaard – 04 september 2021

Hoewel ik Finse dagen nog niet las, maar dat in de komende tijd wil gaan doen, kan ik wel stellen dat Sam De Wildes beoordeling van Een film met Sofia, 2021 mijn leeservaring volkomen bevestigt. Hopelijk stelt Finse dagen, 2020 minder teleur. – BK

Auteur: Blauwkruikje

Nature, fiction, theater, poetry, philosophy and art lover. Master of Germanic Philology - KULeuven - Belgium. Photo: Ostend (B) - Japanese Deep Sea Garden

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: