Het Koninklijk Huis. Een modern koningsdrama – Herman Koch **

Dikwijls ligt er droefheid in spot en de vlijm van de satire wondt niet naar buiten, vóór ze het eigen hart griefde, waarin de satire geboren werd.
― Multatuli

In zijn nieuwe, onverwacht gedropte roman verkent Herman Koch de schaamstreek van de Europese royalty.

Herman Koch neemt je in zijn nieuwe roman op de eerste pagina’s al mee nade erogene zones van koningin Máxima. Haar echtgenoot, de dubbele voornaam die we kennen als het staatshoofd van Nederland, beeldt zich namelijk in het eerste hoofdstuk al in dat hij een waterdruppel is die in de douche langs haar lijf naar het afvoerputje loopt. Niet écht Máxima natuurlijk en ook niet écht Willem-Alexander. Bij de bestsellerauteur van Het diner (2009), Zomerhuis met zwembad (2011) en Geachte heer M. (2014) heten de royals met dienst koning Hendrik en koningin Margarita, maar Koch gaf hen genoeg trekken van het Nederlandse koningspaar mee om voortdurend te spelen met de verwachtingen die bij die herkenning lijken te horen.

De herkenbaarheid, het hele ‘ze zijn het, maar niet echt’-gegeven is overigens de literaire kunstgreep waar Kochs hele roman op leunt. Zonder de link met het echte vorstenhuis zou zijn verhaal over een knullige koning, een overspelige koningin en hun timide tienerdochter maar weinig om het lijf hebben. Het naakte lichaam van de koningin is alleen maar interessant (en de onnozele beeldspraak die Koch erbij hanteert alleen maar vergefelijk) omdat het in het hoofd van de lezer tegelijkertijd wel en niet aan Máxima toebehoort. Hetzelfde geldt voor de flapdrolfactor van Zijne Majesteit. Beiden zijn fletse personages in een flauwe soap. Meer nog dan aan satire of aan drama, zoals de ondertitel suggereert, waagt Koch zich met Het koninklijk huis aan een soort telenovelle.

Boek in afleveringen

Terwijl zijn hoofdpersonages zich bij het bekijken van The crown afvragen of hun eigen leven wel interessant genoeg zou zijn voor een eigen Netflixserie, doet Koch er alles aan om zijn nieuwste creatie zo veel mogelijk op een reeks te doen lijken. De roman kent geen hoofdstukken maar afleveringen en ze beginnen allemaal met het soort samenvattingen dat je doorgaans in tv-bladen aantreft. Als Koch Netflix naar de kroon wilde steken, dan is hij in zijn opzet geslaagd. Net zoals een groot deel van het aanbod op het streamingplatform bedoeld is als audiovisuele achtergrondruis, levert de schrijver met zijn korte feuilleton in de eerste plaats ontspanningslectuur die weinig vraagt van de lezer. Kochs koninklijke besognes kabbelen tien hoofdstukken (excuus, afleveringen) lang gezapig verder, en het is slechts wachten op het audioboek voordat we Het koninklijk huis consumeren zoals we Netflix verteren: terwijl we eten, strijken, afwassen, pendelen of onze smartphone checken.

Met overspel raakt Koch één van de grote thema’s uit de literatuurgeschiedenis aan, maar in tegenstelling tot illustere voorgangers als Tolstoj, Flaubert, Philip Roth of Richard Yates diept Koch het onderwerp nauwelijks uit. Het is slechts de lijm die een resem ongeloofwaardige scènes bijeen moet houden.

Valt er voor de literaire lekkerbek dan helemaal niets te smullen in deze vorstelijke vertelling? Toch wel, Koch is met overduidelijk plezier in het hoofd van zijn staatshoofd gedoken, zijn kenmerkende gevoel voor licht cynische humor steekt met enige regelmaat de kop op en zijn soms ongelukkig gekozen metaforen maakt hij af en toe goed met een cassante vergelijking. Alleen herinneren die flitsen van Kochs kwaliteiten er nu vooral aan dat de schrijver met Het koninklijk huis onder zijn gebruikelijke niveau speelt.

Sam De Wilde in De Standaard, 24 september 2022

Satiricus is een moeilijk vak. Hoe zorg je ervoor dat mensen snappen met wie je de spot drijft, en toch doorhebben dat het allemaal maar een grapje is? Op dat slappe koord heeft Herman Koch een wankel evenwicht gevonden: zijn onlangs verschenen guerrilla-roman – ‘Het Koninklijk Huis’ werd zonder aankondiging over de schutting gegooid – gaat over ene koning ‘Hendrik’. Snapt u wel, lezer: dit boek gaat heus niet over het échte koningshuis, het is allemaal fictie. Maar ziet u de parallellen met de werkelijkheid, knipoog knipoog? Ja, Herman, die zien we allemaal. Bij Koch is het nooit lang zoeken naar goede vondsten. Het beeld van de toekomstige koning die uit angst voor de leegte eronder zijn bed uit zijn kamertje laat verwijderen en voortaan op een matras op de grond slaapt, vat zijn tragikomische personage prachtig samen. Dat iedere vondst psychologisch platgeslagen wordt, getuigt dan weer van onderschatting van de lezer. Net als de opstapeling van clichébeelden van het Nederlandse koningshuis: de schlemielige koning die overschaduwd wordt door zijn betoverende eega, de tienerdochter die tot ieders spijt haar vaders genen heeft meegekregen, de luxe, de leegte. Dat de middelmatige spotprent uiteindelijk gierend uit de hand loopt, maakt ‘Het Koninklijk Huis’ op het nippertje de moeite waard. 

Job Kramer in Humo, 4 oktober 2022

De Multatuli-quote ontleende BK aan citaten.net.

Ludwig van Mulder?

Wetenschappers hebben het genoom van Beethoven gedecodeerd. Dit resulteerde in verrassende dingen over de afstamming van het genie.

Painting by Joseph Karl Stieler, 1819 or 1820 – Beethovens krullen onthullen ook details van het lijdensverhaal van de componist. 

Ludwig van Mulder?

Per maaltijd dronk de zieke man “zelden meer dan de gebruikelijke fles wijn”. Volgens patholoog Hans Bankl in 1988 consumeerde Ludwig van Beethoven dus een beheersbare hoeveelheid alcohol voor die tijd. Zo waren toen de Weense tafelmanieren. Maar het was natuurlijk voldoende om de componist postuum toe te wijzen aan “een risicogroep”. Vooral omdat er meerdere maaltijden per dag waren. Voor het orgaan, dat alcohol uit het lichaam moet verwijderen, is een consumptiegedrag à la Beethoven een zware test.

Het is dus niet verwonderlijk dat de doodsoorzaak levercirrose is. De anatomen die destijds autopsies uitvoerden, bevestigden het. Maar maakt dit duidelijk dat Beethoven zichzelf dood dronk? De zaak is ingewikkelder – vooral omdat recente bevindingen, deze week gepubliceerd in het tijdschrift Current Biology, meer licht werpen op de omstandigheden van de pijnlijke dood van Ludwig van Beethoven in 1827. De kern van de studie is de eerste decodering van Beethovens genoom. De genoomgegevens ondersteunen de (niet nieuwe) veronderstelling  dat de maker van de Ode aan de Vreugde –  het latere Europese volkslied, dat deel uitmaakt van de 9e symfonie –    bovendien werd getroffen door een leverbeschadigende hepatitis B-infectie. Ze onthullen ook dat de componist een erfelijke aanleg had voor leverschade. De verwoestende combinatie van virus, alcohol en genen betekent dat de lever van het genie eigenlijk geen kans had.

Het genoom vertelt echter meer dan ‘alleen’ de medische geschiedenis van Ludwig van Beethoven, geboren te Bonn in 1770. Het houdt een ware verrassing in. Het mannelijke geslachtschromosoom Y voldoet namelijk niet aan de verwachtingen van de onderzoekers. Het past niet bij het vaderlijke geslacht zoals het is overgeleverd – met wortels in Kampenhout bij Mechelen in België, waar Aert van Beethoven, vermeende 7de generatie voorouder van Ludwig, in de 16e eeuw woonde.

Genealoog Maarten Larmuseau van de Katholieke Universiteit Leuven concludeert: “Door DNA-gegevens en archiefdocumenten te combineren, konden we een discrepantie vaststellen tussen de juridische en biologische genealogie van Ludwig van Beethoven.”

8 Haarmonsters onderzocht.

Slechts vijf daarvan konden worden toegeschreven aan de componist Ludwig van Beethoven.

Minder wetenschappelijk gezegd: vanuit biologisch oogpunt is Beethoven geen van Beethoven. Een onbekend persoon heeft zijn stempel gedrukt op de afstamming van zijn vader. De lijn van verwantschap met België, waarover al eeuwen geruchten gaan, is dus doorgesneden. De maker van de wereldberoemde symfonieën zou de afstammeling kunnen zijn van een man wiens naam bijvoorbeeld meneer Mulder was. Of misschien meneer Meier. Oorsprong: de Midden- of Nederrijn.

Met hun werk vervulde het onderzoeksteam onder leiding van de Engelse antropoloog Tristan Begg een wens van Beethoven, die hij in 1802 in een brief aan zijn broers had geformuleerd. In het “Heiligenstadt Testament” eist hij dat zijn ziekte na zijn dood door een arts wordt onderzocht en dat de uitslag wordt gepubliceerd. De verkenningspogingen zijn vandaag de dag nog steeds vol mysterie. Onder leiding van de Universiteit van Cambridge wilden 33 onderzoekers uit uiteenlopende disciplines duidelijkheid scheppen – op basis van archeogenetische methodes.

Begg werd bijgestaan door het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie (EVA) in Leipzig, dat al lang zijn expertise heeft bewezen in het omgaan met oud genetisch materiaal door de decodering van het Neanderthaler-genoom. Medische expertise werd geleverd door het Universitair Ziekenhuis Bonn. Beethovenverenigingen uit de VS en het Beethoven-Haus in Bonn hielpen ook. En de Leuvense wetenschappers verkregen vergelijkende stalen van afstammelingen – wat op zijn beurt de beslissing van een ethische commissie vereiste.

Voordat de pers deze week het nieuws over de hele wereld rondbazuinde, was het aan het team van Maarten Larmuseau in Leuven om voorzichtig te openen wat het onderzoek had onthuld: de componist is niet een van jullie. “Het is een schok voor velen, het verandert hun identiteit”, zegt Larmuseau. De reacties maakten hem duidelijk hoezeer het ‘effect van biologische verwantschap’ werd onderschat. Ook al is een voorouder in de stamboom ver weg qua tijd en ruimte: “Psychologisch doet het veel met mensen.”

De oorzaken van Beethovens gehoorverlies blijven onbekend

De wetenschappers keken naar acht haarmonsters. Vijf daarvan kunnen worden toegeschreven aan een persoon die “vrijwel zeker” Beethoven is. Drie daarentegen pasten niet, waaronder de beroemde Hiller-krullen. Amerikaanse onderzoekers maten ooit een gigantisch loodgehalte van 60 microgram per gram haar – 30 keer zoveel als in het haar van de mensen van vandaag. Met deze zware metaalbesmetting, die Beethoven had opgelopen via slechte wijn gezoet met giftig loodacetaat, verklaarden de gezondheidsonderzoekers niet alleen de woede-uitbarstingen van het genie, maar ook zijn chronische darmaandoeningen.

De genetische analyse onthult echter van wie dit haarmonster eigenlijk afkomstig is. Van een persoon waarschijnlijk van Asjkenazische afkomst en vrouwelijk. De loodvergiftigingsthesis is dus niet van tafel, maar wel het bewijs van de krullen die de 15-jarige muzikant, Ferdinand Hiller, uit het haar van de overleden componist zou hebben geknipt.

Slechts een paar medische puzzels konden door de genetici worden opgelost. De oorzaken van Beethovens gehoorverlies, hoewel erfelijke aanleg zeer waarschijnlijk is, konden niet worden vastgesteld. Veel ziekten zijn complexe “multifactoriële gebeurtenissen”, zegt de menselijke geneticus Markus Nöthen uit Bonn, co-auteur van de studie. Als men klassieke mutaties ontdekt, die typische erfelijke ziekten veroorzaken, zijn diagnoses vaak mogelijk, zegt Nöthen. Maar niet als het gaat om “het bepalen van een genetische dispositie als onderdeel van een multifactoriële ontwikkeling”. Met andere woorden, het is moeilijk om genen toe te wijzen aan een “symptoomcomplex” dat eeuwen later uit de literatuur bekend is.

145 mensen dragen de achternaam Beethoven.

Velen beschouwden zichzelf als biologische verwanten van de componist.

Aan de ene kant kennen de onderzoekers bepaalde waarschijnlijkheden waarmee lijden en bepaalde genen samen verschijnen, en aan de andere kant Beethovens beschreven toestand in de eindfase. Genetica en invaliditeit kunnen echter alleen worden samengebracht als er secties in het genoom zijn waarvan bekend is dat ze het risico op ziekte verhogen.

Dergelijke genetisch oorzaken konden niet worden geïdentificeerd voor Beethovens gehoorverlies. “We konden geen bekende doofheidsgenen vinden”, toont Johannes Krause van de Leipzig EVA. Voorlopig blijft het onderzoek hier bij de details die de patholoog in 1827 na de dissectie opschreef: het oorkraakbeen “groot en onregelmatig gevormd”, de buis van Eustachius “zeer verdikt”.

Aan de andere kant passen de moderne bevindingen – het bewijs van hepatitis B-infectie en Beethovens genetische aanleg voor leverziekte – duidelijk bij de beschrijvingen van een cirroselever in die tijd: volumekrimp, “knobbeltjes ter grootte van een boon” op het “gebromde oppervlak”. Wat chronische spijsverteringsstoornissen betreft, konden in ieder geval sommige dingen niet worden bevestigd: een aanleg voor intolerantie voor lactose en gluten. En dat Beethoven last had kunnen hebben van prikkelbare darm lijkt onwaarschijnlijk. Integendeel, volgens de studie had hij zelfs een “zekere genetische bescherming”.

Maar hoe zit het met het “resultaat van minstens één buitenechtelijke gebeurtenis” die moet hebben plaatsgevonden tussen de conceptie van Hendrik van Beethoven in Kampenhout, België, rond 1572 en de conceptie van Ludwig van Beethoven in 1770? De genetici kunnen niet zeggen wanneer het genoemde “vreemde” Y-chromosoom in de verwantschapsgeschiedenis is gekomen. Ze geven de bal dus terug aan cultuurstudies.

Dit wordt in de studie van Julia Ronge, curator van het Beethoven-Haus, verduidelijkt. Ze onthult dat er maar ‘één opvallendheid’ in de tradities zit: er is geen doopregistratie van Beethovens vader Johann. Een hint? Net zo goed denkbaar zijn heel banale redenen: de grootmoeder was bij de geboorte op reis, Johann kwam als vroeggeboorte, de dominee vergat de doop in te schrijven, de koster was dronken. Het kon allemaal gebeuren, zegt Ronge. Belangrijker voor haar is nog een andere hint: ongeacht wanneer de “buitenechtelijke gebeurtenis” in Beethovens voorgeschiedenis plaatsvond, moet men er rekening mee houden dat dat “onaangenaam” was. In dergelijke gevallen denken de meeste mensen eerst aan een “romantische liefde” of “een overspelige echtgenote”. Maar uiteindelijk kan men ook een misdaad bij een “affaire” niet uitsluiten. Verkrachting? Werd een voorouder van Beethoven misbruikt als jonge bediende? Elke poging om de vraag naar Beethovens afkomst te beantwoorden leidt slechts tot vermoedens.

Ronge is blij dat de ontcijfering van het genoom een einde heeft gemaakt aan het ontluikende debat over de vermeende directe Afrikaanse afkomst van de componist. Maar ze weet ook dat de speculaties over zijn afkomst nu pas echt beginnen.

Urs Willmann in Die Zeit – vertaling: fp

Benefietconcert met Trio Mandili – Berg (Kampenhout)

Georgië, een land in de Zuidelijke Kaukasus met een oppervlakte van 69.700 km² en 3,7 miljoen inwoners, ligt op het grensvlak van Oost-Europa en West-Azië. Het land grenst aan Rusland, Turkije, Armenië, Azerbeidzjan, en de Zwarte Zee. De hoofdstad is Tbilisi.

De Krim, het zuidelijke schiereiland van Oekraïene, wederrechtelijk door Rusland ingenomen, ligt in de nabijheid. Georgië zag zeer veel OekraIense vluchtelingen zijn richting uit komen en het kampt ook met een invloedssfeer waar het beducht voor is:

Het parlement in Georgië heeft een wetsvoorstel over buitenlandse agenten bij een tweede lezing weggestemd. Er werd al drie dagen lang massaal betoogd tegen de wet. Rusland reageert dat het Westen die volksprotesten in Georgië aanstuurt en actief anti-Russische gevoelens wil verspreiden.

Wat stond er in het wetsvoorstel?
Organisaties, zoals ngo’s of media, die ten minste 20 procent van hun financiering uit het buitenland krijgen, zouden bestempeld worden als buitenlandse agent. Volgens de regering is zo’n wet nodig om transparantie te krijgen over de buitenlandse invloeden in Georgië. Tegenstanders zien dan weer de gelijkenis met een wet uit Rusland van 2012: het Kremlin gebruikt die nu nog steeds om dissidente stemmen het zwijgen op te leggen.
VRT, 10 maart 2023

Trio Mandili (v.l.n.r. Tako, Irina, Irina, Tatuli) dat met zijn muziek al enkele jaren het internet verovert, werd zo erg aangegrepen door de Russische inval in Oekraïene dat ze regelmatig benefietconcerten begonnen te geven waarvan de opbrengst integraal naar de behoeftige Oekraïense oorlogsslachtoffers gaat. Gisterenavond waren ze te gast in de Sint-Servaaskerk in Berg, deelgemeente van Kampenhout. Het werd een avond met spirit. Ze brachten prachtige nummers met karakteristieke vocale harmonieën. Er werd gezongen en in de handen geklapt maar naar het einde kreeg ook hun ondertussen zeer bekende en intieme Galoba (Gebed om Vrede) een plekje. Innemend en ontroerend mooi!

გალობა 

მამაო, ჩვენო, რომელიცა ხარ ცათა შინა! 
მუხლმოდრეკილი, ლმობიერი ვდგევარ შენ წინა: 
არცა სიმდიდრის, არც დიდების თხოვნა არ მინდა, 
არ მინდა, ამით შეურაცხ-ვჰყო მე ლოცვა წმინდა...4 
არამედ მწყურს მე განმინათლდეს ცით ჩემი სული, 
შენგან ნამცნების სიყვარულით აღმენთოს გული, 
რომ მტერთათვისაც, რომელთ თუნდა გულს ლახვარი მკრან, 
გთხოვდე: ”შეუნდე, - არ იციან, ღმერთო, რას იქმან!” 

Onze Vader, die in de hemel zijt, 
Met tederheid sta ik voor u op mijn knieën; 
Ik vraag noch rijkdom noch glorie; 
Ik zal mijn heilige gebed niet vernederen met aardse zaken. 
Ik wens dat mijn ziel in de hemel mag rusten, 
Mijn hart mag stralen van liefde door u aangekondigd, 
Zelfs als ze mijn hart doorboren: 
"Vergeef ze, Heer, want ze weten niet wat ze doen!" 
Zelfs als ze mijn hart doorboren: 
"Vergeef ze, Heer, want ze weten niet wat ze doen!" 

Our Father, Who art in heaven, 
With tenderness I stand before thee on my knees; 
I ask for neither wealth nor glory; 
I won't debase my holy prayer with earthly matters. 
I would wish for my soul to rest in heaven, 
My heart to be radiant with love heralded by thee, 
Even if they pierce me in the heart: 
Forgive them: "Lord, for they know not what they do!" 
Even if they pierce me in the heart: 
Forgive them: "Lord, for they know not what they do!"

Mandili verwijst naar de gelijknamige georgische sjaal, die door vrouwen wordt gedragen. Ze zingen in het dialect van Chevsoeretië.

Ze kenden hun doorbraak in 2014, toen ze een selfievideo maakten en online zetten op YouTube. Dit eerste liedje is getiteld Apareka. De video kreeg meer dan 6 miljoen weergaven. Ze gebruiken een polyfonische stijl van zingen. Daarnaast maken ze gebruik van de panduri, een traditioneel Georgisch snaarinstrument.

In 2017 nam de groep deel aan de wedstrijd voor vertegenwoordiging van Georgië op het Eurovisiesongfestival, waar ze eindigden als 12de van de 25 deelnames.

De oorspronkelijke leden waren Ana Chincharauli, Shorena Tsiskarauli en Elene Nareshelashvili. Ze werden later vervangen door Irina Midelauri, Tatuli Mgeladze en Tako Tsiklauri.

De opgang – Stefan Hertmans*****

In deze dagen waarin we geconfronteerd worden met de gruwelijkheden van een imperialistische invasieoorlog van Rusland in Oekraïne, komt ook het verleden van het 20ste eeuwse Europa met zijn beide wereldoorlogen en de pijnlijke gevolgen ervan me via pers en literatuur onder ogen. Zeit- Magazin publiceerde eind vorige maand naar aanleiding van één jaar oorlog in Oekraïne een artkel “Ich war eine mitlauferin”: de 98-jarige Hilka Rüggeberg bekent in een brief aan haar familie dat ze een zeer enthousiaste nationaalsocialiste was, weliswaar “slechts een meeloper geen dader net als de toenmalige zo volgzame massa waarop de nazi’s hun macht uitbouwden.” Een bekentenis die tegelijk trots verraadde en voor pijnlijke feiten die in herinnering werden gebracht, ‘verdringing’ pleitte. De kleinzoon Tom ziet het echter zo: ” Liebe Oma Hilka, ich finde es sehr mutig, dass du zugibst, von der Ideologie in der NS-Zeit geblendet worden zu sein.”

Vorige week stap ik de gemeentelijke bibliotheek binnen, kort voor het sluitingsuur, en loop snel langs de rekken, er springt me o.a. de laatste van Stefan Hertmans De opgang in het oog. Ik heb in 2020 niet meegekregen via de media waarover het boek precies gaat. ’s Avonds begin ik te lezen en moet mezelf dwingen om te stoppen. Het leest als een trein, mijn nieuwsgierigheid wordt geprikkeld. Ik kan het de volgende dagen niet wegleggen. Met de auteur val ik echter naar het einde toe van de ene verbazing in de andere. Ik blijf na de lectuur licht verontwaardigd achter. In een interview in Knack met Stefan Hertmans van december 2020 lees ik: Een segment binnen de Vlaamse beweging blijft koppig volhouden dat Vlamingen na de Tweede Wereldoorlog groot onrecht is aangedaan. Hebt u uit die hoek reacties gekregen?

Hertmans: Er waren er een paar, waaronder één die ik zeer tekenend vond. Eind september ben ik over mijn boek gaan spreken in De zevende dag. Tijdens de terugreis zag ik, op de ring rond Brussel, duizenden mensen zwaaien met wat ik maar de nieuwe versie van de oude Vlaamse vlag zal noemen. Thuis zag ik dat iemand op mijn auteurspagina op Facebook me aan het uitschelden was geweest. ‘U bent een intellectuele schoft’, stond er. ‘U misbruikt het geld van de Vlaamse belastingbetaler om uw verjoodste intelligentsia te plezieren.’ Vooral dat ‘verjoodste’ deed me schrikken. Als hij ‘Joodse’ had geschreven, had ik het kunnen beschouwen als een uiting van vulgair antisemitisme zoals dat in de onderbuik van die kringen nog altijd bestaat. ‘Verjoodst’ is nog wat anders. Dat is een letterlijke vertaling van Judaisierung, een SS-term.

Waarom blijft dat soort denkbeelden in Vlaanderen zo hardnekkig hangen?

Hertmans:(denkt na) Ik wil me hoeden voor algemene uitspraken over dé Vlaming. De harde rechterzijde zorgt voor een perceptie over de Vlaming waarvan die rechterzijde net wil dat ze blijft bestaan. Het is een val waar mensen aan ‘de andere zijde’ veel te gemakkelijk in trappen. Veel Walen geloven dat Antwerpen een soort extreemrechtse hel is. In werkelijkheid wordt die stad voornamelijk bewoond door open, progressieve en democratisch denkende burgers. Vlaanderen is ook Alain Platel of David Van Reybrouck, een schrijver die voor de Franstalige culturele wereld een vuurtoren is. Door de Vlaming als een geborneerde racist te typecasten, speel je dat spel mee. En ik vind het geen interessant spel. Ik zou de huid tussen die twee kampen liever wat osmotischer maken. Een poging doen om Willem Verhulst te begrijpen, mag je daar als een onderdeel van zien. Ik had met hem graag een sigaretje willen roken.

Enkele recensies:

Hertmans is de ene keer de koele registrator, dan weer de gewiekste romancier die de gebeurtenissen met achteloze bravoure op ons netvlies beitst, een bedreven verteller die je weinig trucjes moet leren.[…] Spelend en schuivend met motieven (zoals de trappen, maar ook de blauweregen tegen de gevel, het Leie-water, de Hitler-buste) schetst Hertmans een decennia overkoepelend tijdsbeeld dat aan de ribben kleeft. Zijn scrupuleuze onderzoek – waarvan hij ook de lasnaden toont – leidt tot een vernuftig patchwork. De opgang is een boek dat je vrijwel meteen een tweede keer wilt doorgronden, omdat je hoogstwaarschijnlijk details zijn ontgaan. Het heeft alles in zich om incontournable te worden op de rijkgevulde planken over WO II en collaboratie. – De Morgen , september 2020

De opgang is een van Stefan Hertmans’ beste romans – een donker, zorgwekkend en beheerst boek, waarin lijden, geweld en dreiging zodanig worden beschreven dat de actuele werkelijkheid er als een virus besmet mee blijkt te zijn. – De Standaard, oktober 2020

De opgang is een prachtig boek over goed en kwaad in tijden van oorlog en bezetting, zonder dat het al te nadrukkelijk een oordeel velt over de bevlogen opportunisten in ons Vlaamse buurland. Zeker zo veel gaat het over de schone schijn die veel collaborateurs ook na de oorlog nog weten hoog te houden, over het al dan niet oprechte geloof in hun zaak, en over de soms onbegrijpelijke blindheid waarmee ze blijven terugkijken op hun glorietijd in dienst van de bezetter. – Tzum, januari 2021

Deze auto-docu-fictie, gesitueerd in A’werpen en Gent, legt andermaal een ongemakkelijke waarheid bloot over een Vlaamse SS-er gedurende de Tweede Wereldoorlog. Behalve een fijne brok literatuur is dit werk gebaseerd op acribisch researchwerk en brengt het toch wel bedenkelijke actuele feiten aan het licht. -BK

Stefan Hertmans over De opgang

Ook interssant:

Je kunt de wind niet filmen maar wel de bomen die buigen – WT, 2021-1

Leven in het huis van een nazi – Historiek

Internationale Vrouwendag 2023

#EmbraceEquity – #OmarmGelijkwaardigheid

foto: frie peeters

Japanse rozen
bloeien samen open in
vleugje witte sneeuw.

Japanse rozenstruik

“Je hebt genoeg aan mijn genade, want mijn kracht komt tot volle bloei wanneer iemand zwak is.” 2 Korintiërs 12:9

Toen naar aanleiding van een verhuis uit ons land naar Duitsland één van de kinderen plotsklaps, de overigens zeer bescheiden gelijkvloerse huurwoning moest verlaten waaraan een kleine patio verbonden was, werden alle bloembakken die daar een jaar eerder met veel zorg waren aangebracht, bij mij ondergebracht. De nieuwe huurwoning, een appartement drie hoog, bood geen plek voor dit alles: een frambozenstruik, een Indische helleborus, een camelia of Japanse rozenstruik, een hortensia, een assortiment keukenkruiden, een skimmia, een geboorteboompje (een eik) …

Gedurende de laatste zeer droge zomermaanden, vreesde ik, ondanks regelmatig water geven dat deze containerstruiken en planten de dorre, hete zomermaanden niet zouden overleven. De Indische helleborus had de geest gegeven, dacht ik, maar de herfstregens deden hem herleven. Jammer genoeg zonder bloemen dit jaar. De Japanse rozenstruik daarentegen kreeg een flinke groeischeut en ontwikkelde tientallen bloemknoppen ondanks de vrieskou van de voorbije weken.

Wie of wat aandacht krijgt, gedijt en groeit!

Beautiful world, where are you – Prachtige wereld, waar ben je – Sally Rooney

Millennials voor gevorderden

In Alice, het hoofdpersonage van haar nieuwe roman, verwerkt literaire sensatie Sally Rooney ook haar eigen vragen na het succes van Normale mensen

Romanschrijfster Alice betrekt tijdelijk een huis aan de Ierse kust. Na het overweldigende succes van haar vorige boek werd ze een tijdje opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis omdat de opdringerigheid van haar lezers en de druk van de uitgeverswereld haar te veel werden. Via Tinder leert ze Felix kennen, die in een distributiecentrum werkt en nog nooit een boek van Alice heeft gelezen. De twee voelen zich tot elkaar aangetrokken, maar slagen er eerst niet in tot om tot elkaar door te dringen. Als Alice Felix meevraagt naar Rome, worden ze vertrouwelijker, al hebben ze daar wel veel woorden voor nodig. Via lange gesprekken en observaties analyseert Alice alles wat zij en Felix wel of niet doen, denken en voelen.

Eileen, de beste vriendin van Alice, werkt in Dublin voor een literair tijdschrift. Terwijl ze via sociale media het doen en laten van haar ex-vriend volgt, zoekt ze opnieuw toenadering tot Simon, die ze al sinds haar jeugd kent. Eileen en Simon vertrouwen elkaar bijna alles toe, gaan ook af en toe met elkaar naar bed en kunnen toch maar niet beslissen om een vaste relatie te beginnen. Want wat als die mislukt? Komt er dan ook een einde aan hun vriendschap?

Omdat ze nu verder van elkaar wonen, houden Eileen en Alice elkaar via mails op de hoogte van hun relaties, gedachten en gevoelens. En daarbij gaan ze in alle eerlijkheid geen enkel heikel punt uit de weg: mag je jaloers zijn op het succes van je vriendinnen? Zijn relaties niet in eerste instantie een dam tegen eenzaamheid? Welke rol spelen sociale media en bijvoorbeeld porno voor hun zelfbeeld? Waarom ziet niet iedereen het marxisme als een oplossing voor de extreme ongelijkheid in deze wereld? En, niet onbelangrijk, is God voor hun generatie wel zo dood als ze denkt? Sally Rooney kruipt diep in de wereld van haar leeftijdgenoten, die zich kwetsbaar, overgevoelig en compleet op zichzelf gericht staande proberen te houden.

Eigenlijk gebeurt er niet veel in deze roman. Twee vriendinnen onderzoeken hun leven, analyseren alles wat ze denken en voelen en sturen elkaar mails waarin ze teloorgang van de überkapitalistische wereld becommentariëren, maar die vooral op zoek zijn naar liefde en verbinding. Net dat gebrek aan actie en extra verhaallijnen maakt Prachtige wereld, waar ben je een vrij taaie homp, waarin de zelfbeschuldigingen en weeklachten te vaak de bovenhand krijgen. Als Alice en Eileen elkaar eindelijk weer in levenden lijve zien, wordt Rooney zelfs melodramatisch en zo dooft haar roman na een sterk begin een beetje slapjes uit.

In deze derde roman gaat Rooney eigenlijk ook dieper in op de onzekerheden en angsten die gepaard gaan met alle aandacht die haar te beurt viel na haar vorige roman Normale mensen . In het personage van Alice wordt duidelijk hoe klein de wereld van de schrijfster daardoor is geworden. Misschien moet ze ook maar even een schrijfpauze inlassen en buiten haar eigen generatie op verkenning gaan.

 ***

vertaling: Gerda Baardman en Jan de Nijs

Met dank aan Johanna Spaey voor deze recensie , Knack – 15 september 2021

%d bloggers liken dit: