De opgang – Stefan Hertmans*****

In deze dagen waarin we geconfronteerd worden met de gruwelijkheden van een imperialistische invasieoorlog van Rusland in Oekraïne, komt ook het verleden van het 20ste eeuwse Europa met zijn beide wereldoorlogen en de pijnlijke gevolgen ervan me via pers en literatuur onder ogen. Zeit- Magazin publiceerde eind vorige maand naar aanleiding van één jaar oorlog in Oekraïne een artkel “Ich war eine mitlauferin”: de 98-jarige Hilka Rüggeberg bekent in een brief aan haar familie dat ze een zeer enthousiaste nationaalsocialiste was, weliswaar “slechts een meeloper geen dader net als de toenmalige zo volgzame massa waarop de nazi’s hun macht uitbouwden.” Een bekentenis die tegelijk trots verraadde en voor pijnlijke feiten die in herinnering werden gebracht, ‘verdringing’ pleitte. De kleinzoon Tom ziet het echter zo: ” Liebe Oma Hilka, ich finde es sehr mutig, dass du zugibst, von der Ideologie in der NS-Zeit geblendet worden zu sein.”

Vorige week stap ik de gemeentelijke bibliotheek binnen, kort voor het sluitingsuur, en loop snel langs de rekken, er springt me o.a. de laatste van Stefan Hertmans De opgang in het oog. Ik heb in 2020 niet meegekregen via de media waarover het boek precies gaat. ’s Avonds begin ik te lezen en moet mezelf dwingen om te stoppen. Het leest als een trein, mijn nieuwsgierigheid wordt geprikkeld. Ik kan het de volgende dagen niet wegleggen. Met de auteur val ik echter naar het einde toe van de ene verbazing in de andere. Ik blijf na de lectuur licht verontwaardigd achter. In een interview in Knack met Stefan Hertmans van december 2020 lees ik: Een segment binnen de Vlaamse beweging blijft koppig volhouden dat Vlamingen na de Tweede Wereldoorlog groot onrecht is aangedaan. Hebt u uit die hoek reacties gekregen?

Hertmans: Er waren er een paar, waaronder één die ik zeer tekenend vond. Eind september ben ik over mijn boek gaan spreken in De zevende dag. Tijdens de terugreis zag ik, op de ring rond Brussel, duizenden mensen zwaaien met wat ik maar de nieuwe versie van de oude Vlaamse vlag zal noemen. Thuis zag ik dat iemand op mijn auteurspagina op Facebook me aan het uitschelden was geweest. ‘U bent een intellectuele schoft’, stond er. ‘U misbruikt het geld van de Vlaamse belastingbetaler om uw verjoodste intelligentsia te plezieren.’ Vooral dat ‘verjoodste’ deed me schrikken. Als hij ‘Joodse’ had geschreven, had ik het kunnen beschouwen als een uiting van vulgair antisemitisme zoals dat in de onderbuik van die kringen nog altijd bestaat. ‘Verjoodst’ is nog wat anders. Dat is een letterlijke vertaling van Judaisierung, een SS-term.

Waarom blijft dat soort denkbeelden in Vlaanderen zo hardnekkig hangen?

Hertmans:(denkt na) Ik wil me hoeden voor algemene uitspraken over dé Vlaming. De harde rechterzijde zorgt voor een perceptie over de Vlaming waarvan die rechterzijde net wil dat ze blijft bestaan. Het is een val waar mensen aan ‘de andere zijde’ veel te gemakkelijk in trappen. Veel Walen geloven dat Antwerpen een soort extreemrechtse hel is. In werkelijkheid wordt die stad voornamelijk bewoond door open, progressieve en democratisch denkende burgers. Vlaanderen is ook Alain Platel of David Van Reybrouck, een schrijver die voor de Franstalige culturele wereld een vuurtoren is. Door de Vlaming als een geborneerde racist te typecasten, speel je dat spel mee. En ik vind het geen interessant spel. Ik zou de huid tussen die twee kampen liever wat osmotischer maken. Een poging doen om Willem Verhulst te begrijpen, mag je daar als een onderdeel van zien. Ik had met hem graag een sigaretje willen roken.

Enkele recensies:

Hertmans is de ene keer de koele registrator, dan weer de gewiekste romancier die de gebeurtenissen met achteloze bravoure op ons netvlies beitst, een bedreven verteller die je weinig trucjes moet leren.[…] Spelend en schuivend met motieven (zoals de trappen, maar ook de blauweregen tegen de gevel, het Leie-water, de Hitler-buste) schetst Hertmans een decennia overkoepelend tijdsbeeld dat aan de ribben kleeft. Zijn scrupuleuze onderzoek – waarvan hij ook de lasnaden toont – leidt tot een vernuftig patchwork. De opgang is een boek dat je vrijwel meteen een tweede keer wilt doorgronden, omdat je hoogstwaarschijnlijk details zijn ontgaan. Het heeft alles in zich om incontournable te worden op de rijkgevulde planken over WO II en collaboratie. – De Morgen , september 2020

De opgang is een van Stefan Hertmans’ beste romans – een donker, zorgwekkend en beheerst boek, waarin lijden, geweld en dreiging zodanig worden beschreven dat de actuele werkelijkheid er als een virus besmet mee blijkt te zijn. – De Standaard, oktober 2020

De opgang is een prachtig boek over goed en kwaad in tijden van oorlog en bezetting, zonder dat het al te nadrukkelijk een oordeel velt over de bevlogen opportunisten in ons Vlaamse buurland. Zeker zo veel gaat het over de schone schijn die veel collaborateurs ook na de oorlog nog weten hoog te houden, over het al dan niet oprechte geloof in hun zaak, en over de soms onbegrijpelijke blindheid waarmee ze blijven terugkijken op hun glorietijd in dienst van de bezetter. – Tzum, januari 2021

Deze auto-docu-fictie, gesitueerd in A’werpen en Gent, legt andermaal een ongemakkelijke waarheid bloot over een Vlaamse SS-er gedurende de Tweede Wereldoorlog. Behalve een fijne brok literatuur is dit werk gebaseerd op acribisch researchwerk en brengt het toch wel bedenkelijke actuele feiten aan het licht. -BK

Stefan Hertmans over De opgang

Ook interssant:

Je kunt de wind niet filmen maar wel de bomen die buigen – WT, 2021-1

Leven in het huis van een nazi – Historiek

Mazzel tov – Margot Vanderstraeten

Mijn leven als werkstudente bij een orthodox-joodse familie

In gesprekken over de Palestijnse kwestie en het zionisme werd me een tijd geleden het boek Mazzel Tov, 2017 van Margot Vanderstraeten aangeraden. Het vond uiteindelijk de voorbije week zijn weg naar de huisbibliotheek. Een boek dat daar al eerder een plek had moeten vinden want het geeft een integere kijk in het leven en de cultuur van een orthodox-joods gezin uit Antwerpen.

In de jaren negentig geeft de auteur als werkstudente studiebegeleiding aan de kinderen van een orthodox­-joods gezin in de Antwerpse wijk waar de mensen pijpenkrullen, keppeltjes, zwarte pruiken en kousen dragen. Na een stroeve kennismaking met de ouders weet ze zich toch een plek te verwerven in het gezin, in weerwil van de verschillen met háár wereld qua leefregels, omgangsvormen en ideeën. Als haar taak erop zit, blijft het contact. Jaren later bezoekt ze de kinderen in Israël en de Verenigde Staten. Bij het optekenen van haar ervaringen gaat de schrijfster dieper in op het jodendom, de orthodoxie, maar ook haar gevoelens van afkeer en afweer soms. Tegenover begrip vanwege de Holocaust voelt zij onbehaaglijk onbegrip vanwege de Palestijnse kwestie. Tegelijk is ze eerlijk over de jaloezie die ze ervaart omdat joden een kosmopolitische gemeenschap vormen waar zij nooit bij kan horen. In feite draait alles om de vraag hoe wij in al onze diversiteit toch kunnen samenleven. Een goed te volgen boek over hedendaagse vraagstukken rond integratie en segregatie. Persoonlijk en interessant, zeker voor wie zich in het jodendom wil verdiepen. – NBD Biblion, Mirjam Scholten

In 2017 sleept het boek de E. du Perronprijs en de prijs voor het beste religieuze boek in de wacht. De recensies in de pers zijn stuk voor stuk lovend:

Vanderstraeten presteert met dit boek wat elke schrijver groot maakt: tonen hoe mooi en moeilijk het is om mens te zijn onder de mensen. Mazzel tov is een heel straf boek. – Filip Rogiers in De Standaard 21 april 2017

Het is de verdienste van de auteur dat ze binnen deze zo complexe materie van identiteit en traditie nooit de focus op de menselijke aspecten van ons samenleven in een multiculturele, diverse maatschappij uit het oog verliest. Mazzel tov (gefeliciteerd!) is niet alleen de titel van het boek, maar ook de correcte reactie op dit levensavontuur en het verhaal erover – De Reactor

Juist in Vanderstraetens eerlijkheid, in haar bereidheid om ook haar eigen vooringenomenheid onder de loep te nemen, schuilt de kracht van dit boek. – Atheneum

Meer weten over de auteur en haar werk : Margot Vanderstraeten

The Divine Dance – Richard Rohr

The Trinity and your transformation.

Humanity, says Richard Rohr, is a perfect rhyme for what Christianity, trying to express the inexpressible, calls the holy trinity. This human dance we’re all in reflects a mysterious divine dance, one that we notice on our best days. Finding the sweet spot where contemporary science meets ancient mysticism, and theology meets poetry, The Divine Dance sketches a beautiful choreography for a life well-lived. In our joy or our pain, true life is always relational, a flow, a dance. (And was always meant to be.) —Praise by Bono, U21

“GINGER ROGERS did everything that Fred Astaire did. She just did it backwards and in high heels.” Ann Richards’s comment pertly reminds us that, though for some dance is a technically demanding occupation, for most of us dance is something we watch, a Strictly spectacle that we either enviously admire or watch at a wedding maybe, embarrassed, with clenched anatomy.

When it comes to imagining God, many envision a being “out there” somewhere, a similarly critical spec­ta­tor of the world with a par­ticular interest in morality. This being can quickly get sabotaged by unowned prejudices and then presented as our personal agenda’s convenient ambassador. Or some, giving up on the lack of traces to be found of such an objective and loving reality, conclude that God is nothing but a word used to externalise and ritual­ise the better parts of the human heart.

In this new book by the interna­tionally acclaimed writer Richard Rohr, with Mike Morrell, we are invited to stop thinking about God as a distant and slightly shifty human-spotter, or as an enchanted but untrue tale told by the weak or uncritical. God, for Rohr and Morrell, is not a panel judge of reality’s dance, nor some airy sprite in the universal arena of what is. God is the very dance itself: Trinity.

The authors begin by asking whether the idea of God as Trinity has been missing in action for about 17 centuries: “If Trinity is supposed to describe the very heart of the nature of God, and yet it has almost no practical or pastoral implications in most of our lives . . . if it’s even possible that we could drop it to­­­mor­­row and it would be a forget­table, throwaway doctrine . . . then either it can’t be true or we don’t understand it.”

They continue on the premise of the latter. Thankfully, they don’t set out to put us all in the right once and for all, but, approaching mys­tery not as something you cannot understand but rather as something you can endlessly understand, they seek to make a faithful contem­porary contribution to our feeble comprehension.

It is said that the political climate at the moment is such that if you’re not at the table you’re probably on the menu. The famous Rublev icon of the Trinity has three figures circ­ling a table, and, some say, there is a place at the front of the table where there used to be a mirror, so that you had a place at the table as well. The authors here argue, however, that history has focused on the sub­stance of things, including God, and we have failed to see that creation, including us, does not exist in isolated substances but only in relationship.

In a divinely created order, there is no such thing as a detached ob­­server. The energy in the universe is not in protons or neutrons, but in the relationship between them, and this is because “God is relationship itself.” All authentic knowledge of God is therefore participatory knowledge.

The image used constantly in these pages is that of God’s “flow”. Trying to make God love you is as pointless as trying to make a water­­fall wet. What St Bonaventure called God’s “fountain fullness” is unstop­pable, relentless, and free in its endless outpouring, and all as part of God’s search for “the deepest possible communion and friendship with every last creature on earth”.

The doctrine of the Trinity should never be dry. It should be drenched with the ocean of love in which we find ourselves. Like a net in the sea, we are ourselves con­­tained in God, even if we are not able to contain God’s full mystery in our limited minds and fractured hearts.

Language, too, is like water. If it isn’t moving, it becomes stagnant. For some, Rohr’s and Morrell’s writing will be suspiciously relevant to some modern thinking. Others will be grateful for fresh and reson­ant talk of an ancient beauty. Either way, here is an imaginative, pro­vocat­ive, and energised invita­­tion to be renewed in the Trinitarian faith of the God who is forever beyond, beside, and within.

Review by The Revd Mark Oakley, Canon Chan­­cellor of St Paul’s Cathedral. His The Splash of Words: Believing in poetry is published by Canterbury Press.

Source: Churchtimes.co.uk- June 9th 2017

  1. Rohr, Richard. The Divine Dance (p. 1). SPCK. Kindle Edition.

Fülle und Nichts – David Steindl-Rast

Von innen her zum Leben erwachen

We zijn in staat ervaringen op te doen van vereniging met de “ultieme realiteit”. Broeder David wijst de weg om wakker te worden en aan te komen – in het hier en nu, want alleen hier en nu is overvloed. – tekst achterflap

David Steindl-Rast (° 1926 in Wenen)
verbindt de mystieke tradities van het christendom met zijn persoonlijke ervaringen met het zenboeddhisme. In de jaren zeventig richtte hij samen met rabbijnen, boeddhisten, hindoeïsten en soefi’s het “Centrum voor Spirituele Studies” op om de interreligieuze dialoog te bevorderen. Tegenwoordig woont hij in het Europese klooster Gut Aich in Oostenrijk.

Het boek is opgebouwd uit verschillende hoofstukken die bondig kunnen worden samengevat met een kernfragment uit elk hoofdstuk.

Leven en wakker zijn

‘Het feit dat je niet dood bent, is niet genoeg om te bewijzen dat je echt leeft. Levendigheid wordt gemeten door de mate van uw wakkerheid.”

Tekstfragmenten:

“Hiervoor is meer nodig. Het vereist moed, vooral de moed om de dood onder ogen te zien. Alleen iemand die nog kan leven kan sterven. In momenten van opperste levendigheid, zijn we verzoend met de dood. Diep in ons, vertelt ons iets dat we rijpen tot de dood, op het moment dat ons leven vervuld is. Het is de angst voor de dood die ons ervan weerhoudt om echt te leven.”

Verbazing en dankbaarheid

“Wakker worden met de verbazing dat we leven in een “bepaalde” wereld betekent tot leven komen. Het besef van deze verrassing is het begin van dankbaarheid.”

Tekstfragmenten:

“Onze ogen openen voor dit verrassende karakter van onze wereld op hetzelfde moment dat we wakker worden en stoppen met alles voor lief te nemen. Regenbogen hebben iets in zich waardoor we wakker worden. – Verveelde en saaie volwassenen worden opgewonden kinderen …. Als zoiets gebeurt, is onze spontane reactie een verrassing. Plato erkende die verrassing als het begin van alle filosofie. Het is ook het begin van dankbaarheid… Verrassing is niets meer dan het begin van die overvloed die we dankbaarheid noemen… In momenten van verbazing kunnen we in ieder geval snel kijken naar de vreugde waar dankbaarheid de deur voor ons opent.”

Hart en geest

“Met ons intellect kunnen we herkennen wat ons als een geschenk wordt gegeven. Maar alleen ons hart kan opstaan tot dankbaarheid en betekenis vinden.”

Tekstfragmenten:

“Dankbaarheid is een zinvol gebaar van het hart. Ons intellect, onze wil, onze gevoelens zijn allemaal betrokken als we dankbaar zijn … Dankbaarheid komt altijd uit mijn hele hart. De hele persoon is erbij betrokken. En dat is precies waar het symbool van het hart voor staat – voor de hele mens… Alleen in ons hart zijn we heel. Het hart vertegenwoordigt dat centrum van ons wezen, waar we één zijn met onszelf, één met alle anderen, één met God. Het hart is rusteloos voor zijn verlangen naar God en toch, diep van binnen is het altijd thuis bij God. Leven vanuit het hart is om volledig te proeven van dit verlangen en dit thuis. Samen betekenen de twee alleen leven in overvloed.”

Gebed en GEBEDEN

‘Het is niet het gebed dat telt, maar gebed, dat in zijn laatste volheid dankbaar leven betekent.’

Tekstfragmenten:

“Als wat God wordt genoemd moet worden genoemd ‘een bron van betekenis’ in de taal van religieuze ervaring, dan zijn die momenten die de dorst van het hart lessen momenten van gebed. Het zijn momenten waarop we met God communiceren, en dat is de essentie van gebed. Maar zijn we ons ervan bewust dat dit ‘het vinden van betekenis’ gebed is? In dit geval is het antwoord meestal ‘nee’. En vanuit dit oogpunt kunnen we niet aannemen dat iedereen weet wat gebed is … Wakkerheid en onbeperkte aandacht zijn de kenmerken van onze spontane momenten van gebed… Aandacht vereist concentratie. Concentratie is daarom een essentieel onderdeel van de collectie in gebed… De collectie bestaat uit twee delen. Concentratie is er maar één van. De andere staat voor een soort constante verrassing… Het woord collectie hier staat in tegenstelling tot afleiding en wijst op een restauratie van onze collectie, die we ooit bezaten en vervolgens verloren door verstrooidheid … Als we jonge kinderen in hun spel bekijken, zien we hoe naadloos ze concentratie combineren met verbazing… Het kind in ons leeft nog. En dit kind verliest nooit het vermogen om te zien met de ogen van het hart, concentratie te combineren met verwondering, en dus om te bidden zonder ophouden.”

Contemplatie en vrije tijd

“Voor ons allemaal (niet alleen voor zogenaamde contemplatieven), is contemplatie de vervulling van dankbaar leven. Contemplatie is echter de kunst van het leven in vrije tijd.”

Tekstfragmenten:

“Contemplatie brengt inzicht en actie samen. Contemplatie zet het inzicht in actie… Handelen zonder inzicht zou blind activisme zijn. Inzicht zonder actie zou dor inzicht blijven … Als we onszelf niet willen verliezen, moeten we onze ogen richten op de sterren en onze voeten op de grond houden. Dit betekent dat we allemaal contemplatief moeten zijn.” – “Het moet de deugd zijn van degenen die hun tijd nemen en elke taak zoveel tijd geven als hij verdient. Geven en nemen, spelen en werken, inzicht en aktie houden de balans in de vrijetijdsdans. Voor zover we vrije tijd in ons leven realiseren, putten we uit de volheid van het leven.”

Geloof: vertrouwen in de donor

“Dankbaarheid veronderstelt dat we vertrouwen op het leven dat ons gegeven is. Naast alle overtuigingen is het geloofsgebed het ‘leven van het Woord van God’.”

Tekstfragmenten:

“Geloof betekent niet in de eerste plaats ergens in geloven, maar eerder in iemand geloven. Geloof is vertrouwen. Vertrouwen vereist moed. Het tegenovergestelde van geloof is geen ongeloof, maar wantrouwen, angst. Angst komt tot uiting in het feit dat we ons vastklampen aan alles wat binnen ons bereik komt. Angst klampt zich zelfs vast aan overtuigingen. Het naleven van overtuigingen spreekt het ware geloof tegen. Wij geloven in God, niet in ons specifieke idee van God. Dit is de reden waarom mensen diep vertrouwen hebben in hun hart, ook als hun overtuigingen kunnen uiteenlopen … Geloof is de moed om dankbaar te zijn voor de gave van elke bepaalde situatie uit vertrouwen in de gever.’

Hoop: Openheid om te verrassen

“Dankbaarheid veronderstelt dat we onszelf open houden voor het leven als een verrassing. Voorbij al onze hoop is het gebed van hoop, inkeren in stilte.”

Tekstfragmenten:

“Er is een nauw verband tussen hoop en verwachting, maar we moeten de twee niet verwarren. Ons verwachtingsvol verlangen is gericht op iets wat we ons kunnen voorstellen. Onze hoop staat echter open voor het onvoorstelbare. Het tegenovergestelde van verwachting is hopeloosheid. Het voorgestelde werd niet bereikt. Het tegenovergestelde van hoop is wanhoop, vertwijfeling. Men kan vertwijfeld zijn en toch vasthouden aan hoop. En zelfs in hopeloze situaties blijft hoop open voor verrassing. Verrassing combineert hoop met dankbaarheid. Het dankbare hart vindt alles verrassend. Hoop betekent bereidheid om te verrassen.”

Liefde: EEN ‘Ja’ VOOR SAMENHORIGHEID

“Dankbaarheid veronderstelt dat we onvoorwaardelijk ‘ja’ zeggen tegen geven en nemen. Naast al onze aanterkkingskracht en afwijzing, is het gebed van de liefde is “contemplatio in actione” – contemplatief inzicht in het midden van actie.”

Tekstfragmenten:

“Als we vragen stellen over de kenmerken van de liefde die van toepassing zijn op elk van haar vormen, vinden we er ten minste twee: een bewustzijn van samenhorigheid en de oprechte aanvaarding van deze coëxistentie met alle gevolgen van dien. Deze twee kenmerken zijn typerend voor elke vorm van liefde, van de liefde van thuis tot de liefde van een huisdier, terwijl gepassioneerde aantrekkingskracht alleen typisch is voor verliefdheid. Liefde is een ‘ja’ uit de grond van mijn hart om bij elkaar te horen. Als we verliefd worden, is ons gevoel om bij elkaar te horen overweldigend, ons ‘ja’ spontaan en gezegend. Maar daarin ligt een uitdaging in het uitbreiden van het bereik van ons ‘ja’, het uitspreken ervan onder minder gunstige omstandigheden, en uiteindelijk zelfs met inbegrip van onze vijanden.”

Geborgen und frei – Pierre Stutz

Mystik als Lebensstil

Voor Pierre Stutz is mystiek geen andere levensvorm dan het “normale” dagelijks leven. Hij is ervan overtuigd dat “een mystieke manier van leven een verrijkende levensondersteuning kan zijn, om de weg van zelfcreatie te gaan, om liefdeskracht te kunnen ontwikkelen en zinvol samen te werken met anderen voor een tederdere wereld. We kunnen allemaal mystieke mensen worden, mensen die in het hier en nu blijven hangen met de ogen van de eeuwigheid.”

Zelf heeft hij in het leven crises ervaren die hij herkent in mystieke teksten “geaarde wijsheden” die hem sindsdien elke dag hebben vergezeld. Deze teksten herinneren hem eraan dat “het van mij afhangt, maar nooit van mij alleen afhangt. Ze maken me duidelijk dat ik meer ben dan mijn verwondingen, mijn angstpatronen, mijn succes en mijn falen.”

De stijl van het boek verraadt een “passie voor schrijven, mystiek, film, en vele momenten van worstelen met twijfel.”

De afzonderlijke hoofdstukken behandelen de volgende levensaspecten: DASEIN-STAUNEN-SELBSTWERDUNG-WIDERSTAND-STILLE-FRIEDEN-EROTIK-TANZ-SCHREI-ALLTAG-TOD-LIEBE. Ze beginnen telkens met uitleg over een film die geschikt is voor het onderwerp, gevolgd door de voorstelling van mystici uit verleden en heden, hun strijd, zoektocht, hun teksten en vaak ook de wederwaardigheden die zij ten gevolge van die keuzes moesten doorstaan. Hun ervaringen en inzichten waren vaak onverenigbaar met de eisen van de georganiseerde religie “die veronderstelt dat ze in staat is om de mens God bij te brengen.”

Pierre Stutz toont parallellen met het heden en eindigt elk hoofdstuk met een korte samenvatting die begint met de woorden “Mystieke mensen zijn …”. Daarin condenseert hij zijn wensen en ideeën voor een “christelijk-mystieke” manier van leven.

“Geborgen und frei” maakt herhaaldelijk duidelijk dat een mystieke levensstijl niets is voor het rustige kamertje, ver weg van de wereld, maar één die de eisen van het dagelijks leven onder ogen ziet en tegelijkertijd zijn eigen antwoorden daarop vindt, antwoorden waarin paradoxen kunnen worden waargenomen, geleefd of overwonnen.

Pierre Stutz’ taal is duidelijk en daarom gemakkelijk te begrijpen. Terwijl je leest, moedigt het boek je aan om te pauzeren, stil te staan en te zien hoe je door je eigen leven trekt, hoe je omgaat met de eisen die het stelt en welke antwoorden je voor jezelf hebt gevonden.

In de bijlage vindt de lezer naast de filmlijst ook verwijzingen naar aanbevolen inleidende boeken over mystiek en een indrukwekkende literatuurlijst die Pierre Stutz raadpleegde bij het schrijven van het boek.

Het is bij uitstek een boek dat traag en gefocust gelezen wil worden.

Mystiek en verzet – Dorothee Sölle

De religie van het derde millennium zal óf mystiek zijn, óf zal afsterven.

In 1998 schreef Alma Dewalsch in MO* over Dorothee Sölles boek “Mystik und Widerstand”, dat net een Nederlandse vertaling had gekregen: Dorothee Sölle samenvatten is haar oneer aandoen. Eigenlijk zouden we u gewoon haar boek ‘Mystiek en Verzet’ moeten toesturen. Dat kon natuurlijk niet en dus werd aan Alma Dewalsch een interview toegestaan waarin Dorothee Sölle een blik wierp op de eeuw die voor ons lag. De KU Leuven nodigde haar toen eveneens uit – de aula Maria-Theresia zat afgeladen vol – en ik ging luisteren. Het heeft dan geduurd tot de voorbije lockdown wegens de coronacrisis voor ik haar opus magnum ben gaan lezen in de Duitse uitgave uit 2014, met een voorwoord van haar man en tochtgenoot Fulbert Steffensky, eveneens theoloog.

Het boek Mystiek en verzet: Gij stil geschreeuw (1997) van ruim vierhonderd pagina’s noemde Sölle zelf haar opus magnum. Hierin tracht zij haar centrale these duidelijk te maken dat mystiek aanzet tot politiek verzet en persoonlijke verandering. Het model van geestelijke ontwikkeling, als een innerlijke en uitwendige reis, in eerdere werken door haar geïntroduceerd, werkt zij in Mystiek en verzet verder uit tot een beweging in drie stappen, bestaande uit ‘zich verwonderen – loslaten – in verzet komen’.

Voor Sölle bestaat mystiek, die zij in de grond van de zaak gelijkstelt aan ‘Godsverlangen’, niet uit bijzondere religieuze ervaringen of uit een ontmoeting met God die zich alleen of vooral in het innerlijk van mensen afspeelt. Mystiek heeft betrekking op het inoefenen van een geloofshouding die tegelijk een levenshouding is: de heenreis (naar het eigen innerlijk) die onlosmakelijk verbonden is met de terugreis (naar de werkelijkheid van alledag). Verder benadrukt Sölle dat deze spiritualiteit individueel wordt vormgegeven en in principe ook voor iedereen toegankelijk en uitvoerbaar is: ‘Wij zijn allen mystici’ zei zij dan ook. Deze democratisering en in zekere zin ook moralisering van de mystiek is een belangrijk onderdeel van Sölles theologische herwaardering van zowel de openbare als de persoonlijke of innerlijke betekenis van het christelijke geloof. Zij wilde de mystiek ontdoen van haar elitaire en naar binnen gekeerde imago, en affectieve en introspectieve elementen toevoegen aan de sterk gerationaliseerde protestantse theologie.

Zes jaar na het verschijnen van Mystiek en verzet overleed Dorothee Sölle op 73-jarige leeftijd op 27 april 2003 aan een hartinfarct. Kort na haar dood verscheen een boek met haar laatste teksten, gewijd aan de omgang met het einde van het leven: Mystik des Todes: Ein Fragment (2003), waaraan ze ook in Mystiek en Verzet een subhoofdstuk wijdt.

Komm doch zu mir engel der schlafenden
in dieser stunde liegen die gefolterten wach
kühl ihre wunden streck die verrenkten glieder
lieber stummer engel der schlafenden ...
leg deine dunkle decke über meine verwachten augen
komm doch zu mir
und grüss den anderen engel
deinen dunkleren bruder

Dorothee Sölle
Ausschnitt aus dem Gedicht "Nachts um vier", in: Dorothee Sölle,
Verrückt nach Licht, Gedichte 1984, © Wolfgang Fietkau Verlag Kleinmachnow

Dorothee Sölle was een omstreden theologe, geliefd bij het grotere publiek doch minder onder theologen. Zij groeide op in Duitsland, voor en tijdens WOII en Auschwitz en trok de conclusie: God is niet almachtig maar heeft mensen nodig. Sölle combineerde een zeer geëngageerde politieke theologie met een mystieke geloofshouding en werd vooral bekend door haar publieke optredens en haar opmerkelijke initiatieven. Zo was zij oprichtster van het ‘Politiek Avondgebed’, gedreven vredesactiviste, charismatisch spreekster bij acties en politieke manifestaties, en kritische opponente van kerkleiders en academische theologen. Ze schreef vele toegankelijke en enthousiasmerende boeken over politieke en bevrijdingstheologie en over lijden en mystiek. Sölle beschreef zelf het ‘democratiseren van mystiek’ als haar belangrijkste doel.

Enkele citaten die me bij het lezen bijbleven:

Je mehr wir die Natur zerstören, desto mehr sehnen wir uns nach ihr.

Wasser, Luft, Wärme und Erde sind den lebendigen Erdbewohnern gemeinsam. Eine Verwandtschaft mit allen Lebewesen zu spüren gehört in die Mystik eines tat tvam asi, er ist wie du, einer anderen Beziehung zur Natur.

Slavenhandel: Die Rolle des Menschen, genauer: des weißen Mannes, in diesem System war die Benutzung und Ausbeutung der Objekte, zu denen keine Verwandtschaft empfunden wurde.

Over de almacht van God maar ook van de mens: Aber Omnipotenz und Mystik schließen sich aus.

Die Schöpfungsmacht der Gottheit verstehen wir richtig, wenn wir sie aus den Bildern patriarchaler Kommandomacht ablösen und vielleicht besser mit Hildegard von Bingen als viriditas oder Grünkraft erfahren, als die Lebensenergie, die sich verteilt. Sie bewirkt, dass alle Geschöpfe in der Schönheit ihrer Vollkommenheit erstrahlen.

Die mystische Empfindlichkeit kennt theistische, atheistische und pantheistische Formen.

Over Franciscus van Assisi: Das Motiv des Nackt-Werdens, des Sich-Entkleidens, der Schutzlosigkeit ist ein Grundmotiv mystischer Freiheit, das sich wie ein roter Faden durch das ganze Leben des Poverello zieht.

Mystisches Denken wurzelt in einem Nicht-unterschieden-Sein von den »Anderen«, den Besitzlosen und den Rechtlosen, den Andersfarbigen oder dem anderen Geschlecht.

Der Widerstand, der aus dem Ekel vor der Reduktion des Lebens auf ein »gut Verdienen und unbegrenzt Konsumieren« kommt, entwickelt neue Formen, in denen ich, auch wenn sie ganz säkular daherkommen, eine Mystik des mittleren Weges entdecke. Dieser Widerstand braucht nicht notwendig die Gestalt radikaler Besitzlosigkeit anzunehmen, aber die Erinnerung an die Verrücktheiten der mystischen Tradition hilft dabei, Wege aufzuspüren, die zumindest ein Verständnis dafür offen halten, dass einiges im Leben nicht besessen, gekauft oder verkauft werden kann.

Die Schöpfung selber ist auf Zusammenspiel, auf gegenseitige Hilfe angewiesen. Wie Ernesto Cardenal seit dem großen »Canto Cosmico« (1989) immer wieder in einer Synthese von Naturwissenschaft, Poesie und Mystik betont hat, hat diese Zusammenarbeit »immer bestanden, auf allen biologischen Ebenen, sie ist so alt wie das Leben selbst«.

Andere Wünsche zu haben als die verordneten ist eine Vorbereitung, eine Art Schule des Gebets, die wir brauchen. Ein mystisch-ökologisches Bewusstsein versteht sich eingebunden in alles, was existiert. Alles, was ist, kann nur in der Koexistenz der Beziehung leben und überleben. Diese Koexistenz verbindet uns mit den Jahrmillionen der Evolution und zugleich mit dem Wasser unserer Enkelkinder. Sie ist nicht ignorierbar, niemand hat das Recht, sie zu kündigen. Sie braucht eine andere Weltfrömmigkeit.

Das Bild vom Leben spricht in schöner mystischer Übertreibung und zugleich durchaus realistisch von drei Qualitäten, die allen offen stehen: grenzenlos glücklich, absolut furchtlos, immer in Schwierigkeiten. Es gibt Menschen, die das »stille Geschrei«, das Gott ist, nicht nur hören, sondern es auch hörbar machen als die Musik der Welt, die den Kosmos und die Seele auch heute erfüllt.

Het is een prachtig boek dat overvloedig zijn licht werpt op “le mystique vécue”, de mystieke ervaring en deze niet als elitaire en besloten navelstaarderij presenteert maar midden in het dagelijkse leven van de betrokkenheid, van het mede-leven, van de compassio, die moeilijkheden met zich brengt, maar die daar zonder angst weerstand aan biedt, er doorheen gaat in volle overgave, ‘ohne warumbe’. ❤❤❤

Mijn tien geboden – Willem Vermandere

De voorbije weken kreeg ik in mijn mailbox een paar keer een uitnodiging om deel te nemen aan een poëzie-uitwisseling via een kettingbrief. Binnen de week liepen ook een paar gedichten / bezinningsteksten binnen aan mijn adres:

25 februari 1997

Door een radioprogramma gevraagd om mijn ‘tien geboden’ op te stellen. Dit zijn ze:

  1. Ontdek de kostbare parel (waarom ge op de wereld rondloopt).
  2. Wees dan ook disponible voor uw talenten.
  3. Verloochen nooit uw wortels (uw afkomst is uw beperking maar ook uw
    rijkdom) …
  4. … maar stel u open voor alle wijsheid en verbeeldingskracht van het
    mensdom.
  5. Omhels Moeder Aarde met al uw mannelijke kracht (durf gelukkig zijn) …
  6. … maar streef de ascese na (weer alle ballast om vrij te zijn voor uw
    werk).
  7. Streef de zuiverheid na (formuleer uw mening, bots desnoods met uw
    medemens, wees op uw hoede voor commercieel succes) …
  8. … maar blijf uw mening en levenswijze corrigeren.
  9. Blijf u ergeren aan de dwaasheid van de wereld …
  10. …. maar wees vooral ontroerd tot tranens toe om de wonderen van de
    schoonheid en de liefde.

uit: Volle dagen – Fragmenten uit mijn brieven, Lannoo, 2015

Meer weten over Willem Vermandere ? www.willemvermandere.be

  

%d bloggers liken dit: