Klimaat en energie: crisis of armageddon? – Gerard Govers

foto: San Marcoplein – Venetië – De Standaard – Nicola Marfisi/AGF

Er is geen ontkennen aan: we zitten midden in een door de mens veroorzaakte klimaatcrisis. Je kan er niet meer omheen dat onze uitstoot van broeikasgassen het klimaat op aarde stilaan in een andere plooi legt: het wordt warmer en we krijgen meer extreem weer. Maar moet het ook een armageddon worden? Zijn we dermate afhankelijk van fossiele brandstoffen dat er eigenlijk geen zinnige uitweg is zonder dat we onze welvaart opgeven? Of zijn er zinnige, haalbare oplossingen voor het klimaatprobleem?  En zo ja, welke zijn dat dan? In deze lezing ging Prof. Gerard Govers dieper in op deze vraag en hij probeerde ook om antwoorden te formuleren.

Na een korte uiteenzetting over wat klimaatverandering precies is en hoe we zeker weten dat er klimaatverandering plaatsvindt en hoe die gebeurlijk zal evolueren, stond de spreker stil bij wat ons te doen staat.

We hebben allemaal weet van het broeikaseffect. Paradoxaal genoeg is de opwarming van de aarde op zich een natuurlijk verschijnsel: de atmosfeer rond onze planeet – en dan vooral de waterdamp – zorgt immers al miljoenen jaren voor een broeikaseffect dat het leven op aarde beschermt tegen te extreme temperaturen.

Probleem is echter wel dat de menselijke activiteiten – en dan vooral de verbranding van fossiele brandstoffen om aan de steeds groeiende energiebehoefte te voldoen – sinds het begin van de industriële revolutie (1750) en in steeds grotere mate kolossale hoeveelheden broeikasgassen in die atmosfeer doen terechtkomen. Deze uitstoot versterkt het natuurlijk broeikaseffect in grote mate, en heeft een geleidelijke klimaatverandering tot gevolg. De emissies beperken vraagt om een gezamenlijk verantwoordelijkheid van alle sectoren. Ieder is deel van de oplossing.

De gevolgen zijn duidelijk meetbaar: een opwarming van de atmosfeer en de oceanen, een wijziging van de frequentie en intensiteit van de neerslag, een wijziging in de activiteit van stormen, een afname van de hoeveelheid sneeuw en ijs, en een verhoging en verzuring van de oceanen. Wat op zich dan weer een impact heeft op de biodiversiteit,  de landbouw, de gezondheid, de economie, het waterbeheer, het transport, de energie,…

De klimaatverandering is dus reëel! De extremen die we beleven zijn aan de opwarming te wijten: de hitte, de droogte, de overvloedige regens, de versnelling in de verhoging van het zeespiegelniveau, de aqua alta – frequentie in Venetië … .

De klimaatvoorspellingen van 1980 zijn vandaag bewaarheid. Het scenario voor 2100 bij de huidige uitstoot is dat het tot 4°C warmer wordt. In het noordelijk halfrond is die temperatuur misschien nog wel te harden maar wat met het zuiden? Dat dat enorme migratiestromen op gang kan brengen hoeft geen betoog. Business as usual is geen optie, aldus professor Govers. We staan voor een grote uitdaging want we zitten wat het terugdringen van onze CO2-emissie niet op schema.

Wat ons te doen staat is: langs wegen van geleidelijkheid aan energiebesparing doen, kiezen voor elektrificatie op basis van groene energie en openhouden van kerncentrales om energievoorziening te vrijwaren, aansturen op integratie van de energiesystemen (vb. China’s groene energietransport, de koolstof-waterstofeconomie) en vooral alle opties op tafel houden zonder polarisatie.

Kortom, de crisis is echt en vergt een globale aanpak. We hebben behoefte aan een slim stappenplan en vooral een politiek beleid en een visie die de wetenschappelijke innovaties en bevindingen ondersteunt.

Na afloop werd de spreker met enkele sceptische opmerkingen geconfronteerd. Misschien kan Getting sceptical about global warming scepticism alsnog alle neuzen in dezelfde richting krijgen. Het publiek bedankte evenwel met een warm applaus.

Afbeeldingsresultaten voor Gerard Govers

Gerard Govers is gewoon hoogleraar aan KU Leuven en is op dit ogenblik ook vice-rector verantwoordelijk voor Wetenschap &Technologie en Duurzaamheid. Hij studeerde geografie aan KU Leuven en begon daarna een academische onderzoeks- en onderwijscarrière. Zijn onderzoek bestrijkt een waaier van thema’s die allemaal met het aardoppervlak te maken hebben: erosie en sedimentatie, de ontwikkeling van het reliëf, veranderingen in bodemgebruik en de impact van door de mens veroorzaakte erosie op de koolstofhuishouding van de bodem zijn hierbij belangrijke thema’s. Dat onderzoek gebeurde voor een belangrijk deel in de Belgische Leemstreek maar ook in, onder andere, Australië, de Verenigde Staten, Ethiopië, Ecuador en Brazilië. Dat onderzoek wordt internationaal gewaardeerd, wat o.a. blijkt uit Bagnold award die hem in 2009 door de European Geosciences Union werd toegekend. Gerard Govers geeft graag les en de studenten waarderen dat ook: hij kreeg de afgelopen jaren vier keer het ‘Gouden Krijtje’ op en daar is hij best trots op. Als vicerector Duurzaamheid promoveert hij het concept ‘Duurzaamheid’ aan KU Leuven door in te zetten op een groener reisbeleid en nieuwe cursussen te ontwikkelen voor de grootste studentengemeenschap van Vlaanderen. Daarnaast stuurt hij ook de groep Wetenschap & Technologie aan die 4000 onderzoekers en 20000 studenten omvat uit alle wetenschappelijke en technologische domeinen.

Niewjaarswens

Drinken we binnenkort zeewater? – dr. ir. Marjolein Vanoppen – UGent – VAM

Onze watervoorraden staan onder druk. De droogte die we vorige zomer meemaakten toonde nog maar eens aan dat niemand hieraan ontsnapt. De hoeveelheid mensen die de beperkte zoetwatervoorraden van onze aarde gebruiken, blijft alleen maar stijgen. Er zijn een aantal manieren waarop we hiermee kunnen omgaan, en het gebruik van alternatieve waterbronnen (zoals zeewater), is er hier een van. Het grootste deel van onze planeet is bedekt met zout water. Ontzouting van dat water kost echter zeer veel energie, waardoor dit momenteel enkel toegepast wordt in regio’s waar zeewater de enige bron is voor drinkwater.

Aan de Universiteit van Gent ontwikkelden ze een nieuwe technologie die de energievraag van klassieke zeewaterontzouting kan verlagen. In deze lezing waarin ze het publiek door vraag en antwoord betrok, liet ze ons kennis maken met drinkwater in al zijn aspecten; waar komt het vandaan, waar gaat het naartoe, hoeveel gebruiken we ervan en hoe kunnen we er duurzamer mee omspringen. Een heldere, frisse en boeiende uiteenzetting die werd afgesloten met een even interessante vragenronde.

foto: reasearchgate

Marjolein Vanoppen is een bio-ingenieur met een specialisatie in milieutechnologie, afgestudeerd aan de Universiteit Gent in 2012. In haar onderzoek daarna concentreerde ze zich op waterbehandeling, met een focus op industriële waterproductie en –behandeling en zeewaterontzouting.
Na de afronding van haar doctoraat in 2016, werkt ze nu op de Leerstoel Industriële en Circulaire Watertechnologie, waarbij ze nauw samenwerkt met industriële partners om hun watercyclus duurzamer te maken.

Website:www.marjoleinvanoppen.be

Met dank voor deze tekst aan het bestuur van de VAM

 

Smart cities, of hoe technologie onze steden slimmer maakt  – prof. dr. Pieter Ballon – VUB

In een heldere, bevattelijke en overtuigende uiteenzetting doorspekt met talrijke concrete voorbeelden werden we door prof. Pieter Ballon bij de hand genomen en in de digitale toekomst van de slimme stad geïntroduceerd.

De stad van de toekomst zal slim zijn, of niet zijn. We zouden gek zijn om allerlei digitale technologieën niet te gebruiken om de leefbaarheid van onze steden te verbeteren. Maar dan moeten we er wel voor zorgen dat er ook een digitale publieke ruimte ontstaat die we kunnen vertrouwen .

Onze steden worstelen al decennia met problemen van mobiliteit, energieverbruik, overlast en veiligheid. De stad staat bij vele Vlamingen dan ook in een slecht daglicht. We werken er, maar trekken ons ’s avonds zo snel mogelijk terug in de verkaveling, waardoor mobiliteits- en andere problemen alleen maar toenemen.

Dat dit onhoudbaar is, begint nu langzaam te dagen. De vrije ruimte is op en onze steden krijgen er de komende jaren tienduizenden nieuwe inwoners bij.

Maar hoe houden we die groei leefbaar? 

Met Pieter Ballon, als inwoner van Mechelen, vernamen we uit de eerste hand  welke slimme, ingrijpende wijzigingen we mogen verwachten in de grote en kleinere Vlaamse steden en bij uitbreiding in het verstedelijkte gebied dat Vlaanderen de facto is.

Smart City –  New City – Human City.

Aan deze drie pijlers hing de voordrachtgever zijn betoog op. Verstedelijking heeft zeer veel voordelen:  hogere welvaart, grotere creativiteit, sterker dynamisme maar er is ook een schaduwzijde, ook de misdaad en de gezondheidsproblemen nemen superlineair toe. De Smart City moet uitgerust worden met nieuwe, kleine krachtige technologieën die aan vier criteria voldoen: monitoring, controle, optimalisering, autonomie. Succesfactoren hierbij zijn: de kracht van real-time data (verzamelen, connecteren, analyseren, beslissen, effect meten) en van open platformen vbn. Brussel Fix my Street en Kortrijk Shop en Go

Waarom gaat het dan ook om een New City? Omwille de vele (her)ontwerpkansen van interfaces vb. China liet gezichtsherkenning toe maar Barcelona niet. Omwille van de (her)ontwerpmogelijkheden van de fysieke ruimte vbn. Parijs 65% van de ruimte is voorbehouden voor wagen terwijl Kopenhagen de bevolking meekreeg voor het ontharden van de stad. Omwille van de (her)ontwerpmogelijkheden van menselijk gedrag vb. Eindhovens slimme verlichting en Bonheidens fietsbeleid.

Niet alleen slim en nieuw maar ook menselijk en leefbaar moet de stad zijn: een Human City dus. Hier rijst de vraag: wanneer is een publieke ruimte menselijk? Momenteel wordt er een gevecht geleverd om de basisstructuren van de slimme stad in handen te krijgen: privé gebruik en publieke impact, vernieuwing en leefbaarheid door o.a. handige apps, verschil tussen zichtbaarheid en privacy, balans tussen ontwerp en gebruik, belangrijkheid van bonding en bridging en van controle en serendipiteit. Hierover meer lezen kunnen we in prof. Ballons boek De Humane stad uitgegeven bij Politeia.

Een boeiende en fascinerende uiteenzetting die ons gedurende anderhalf uur katapulteerde in een verre en niet zo verre toekomst.

Prof. dr. Pieter Ballon is hoofddocent Communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel, directeur van onderzoekscentrum SMIT, alsook wetenschappelijk directeur Humanized Technologies bij imec.  Voor imec (interuniversitair micro-elekronica centrum) leidt Pieter Ballon het Smart Flanders project met alle Vlaamse centrumsteden, in opdracht van de Vlaamse overheid. Pieter Ballon is houder van de leerstoel Smart Cities aan de Vrije Universiteit Brussel.  In 2016 werd hij benoemd tot Brussels Smart City Ambassador door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zijn boek “Smart Cities: Hoe technologie onze steden leefbaar houdt en slimmer maakt” (LannooCampus) uit datzelfde jaar werd een non-fictie bestseller. Pieter Ballon heeft een PhD in Communicatiewetenschappen en een licentiaat in Moderne Geschiedenis.

Stap eens in een schilderij van Van Gogh – Beurs – Brussel

Ik droom van schilderen en dan schilder ik mijn droom -Vincent van Gogh

Puristen zullen zeggen dat een echte Van Gogh-expo met schilderijen moet worden gemaakt en niet met projecties, en bij voorkeur in een museum en niet in een beursgebouw. Daar ligt creatief directeur Mario Iacampo evenwel niet van wakker. Hij mikt net op mensen die nooit naar een museum gaan. Misschien meer op mensen die een pretpark bezoeken, want hier staat beleving centraal, en het aanspreken van alle zintuigen.

Brussel is de tweede halte van de expo, na de San Giovanni Maggiore-kerk in Napels, die op drie maanden tijd 75.000 bezoekers over de vloer kreeg. – De Standaard

Wij – een groepje oud-collega’s –  vroegen ons af of we wel tot het hoger genoemde doelpubliek behoorden maar trokken toch naar de Brusselse Beurs voor een bezoek aan The Van Gogh Immersive Experience.  Een 360° digital art experience die je via de meest recente virtuele projectietechnologie  van kop tot teen onderdompelt in het werk van Vincent Van Gogh. Al was ik  al  in Zundert, het landelijke geboortedorp van Van Gogh, en in het fraaie Kröller-Müllermuseum op de Veluwe, dat een prachtige collectie van zijn werk herbergt, deze digitale presentatie van kunst en kunstenaar overweldigt.

Projecties, reproducties, geluiden en scènes van zijn kunstwerken, brieven, leven en omgeving creëren het gevoel dat je deel uitmaakt van de actie. De Meet Vincent van Gogh-ervaring toont niet alleen Vincents wereld, zijn leven en zijn werk, maar je kunt het ook voelen en horen. Je volgt de stormachtige ontwikkeling van Vincent van ondergewaardeerd talent tot een van de meest indrukwekkende kunstenaars aller tijden. Je ontmoet zijn intense karakter, zijn ambities en verlangens, zijn zoektocht en passie voor de kunsten. Deze ervaring neemt je mee op een multi-sensorische reis.

In zes verschillende kamers, worden bezoekers door elke fase van Vincents leven geleid. Elke kamer biedt een andere benadering. Indrukwekkende sets laten Vincents evolutie zien als man en als kunstenaar. Bezoekers worden uitgedaagd om deel te nemen aan interactieve activiteiten zoals tekenen met een perspectiefkader, portretten tekenen en digitaal schilderen met de kleuren uit Vincents palet.

De ervaring nodigt bezoekers ook uit om in de wetenschap achter de kunst te duiken en wat nieuws te ontdekken over deze kunstenaar. Ze kunnen het grillige oppervlak van Vincents doeken voelen, de straten van Parijs zien zoals hij ze zag en de wind horen ritselen door het tarweveld waar de beroemde kunstenaar enkele van zijn laatste momenten doorbracht.

Aan het einde van de expo neemt de Virtuele Realiteit-ervaring (+ 2 €) je nog dieper mee in het leven van de artiest in Arles. Je reist doorheen 8 verschillende werken en hun inspiratiebron. De kamer van Van Gogh, de velden, het bos en het dorp om te eindigen met de sterrennacht over de Rhone…

Kortom, deze expo heeft een inspirerende en wervende educatieve waarde. Hij loopt in de Brusselse Beurs en is dagelijks open van 10 tot 18 uur. Vanaf 30 november tot 6 januari, tijdens Winterpret, worden de openingsuren uitgebreid naar 11 tot 22 uur.

Ik zal 20 jaar oud zijn in 2030 – Liège-Guillemins Expo

Op de valreep, want zondag is de laatst mogelijke bezoekdag, beslisten we met een groepje oud-collega’s de Luikse tentoonstelling “Ik zal 20 jaar oud zijn in 2030” te bezoeken. Met het oog op de generatie van mijn kleinzoon, was ik natuurlijk extra geïnteresseerd om een blik in de toekomst te werpen van onze vandaag toch al sterk gedigitaliseerde en gerobotiseerde wereld.

In de loop van het academiejaar 2017-2018 werd deze tentoonstelling zowat het orgelpunt van de 200ste verjaardag (1817-2017) van de ULg, de Universiteit van Luik.

De rode draad doorheen de tentoonstelling wordt gevormd door vier thema’s: de geholpen Mens, de verbonden Mens, de verantwoordelijke Mens, de gewijzigde Mens.

Bij de ingang maakt de bezoeker kennis met de Japanse robot Pepper.

Robot Pepper - Expo Luik-Guillemins

Dat de hersenen de kern van onze creativiteit zijn, hoeft geen betoog maar zal de mens dat potentieel altijd op een ethisch verantwoorde manier aanwenden?

De prangende vraag die zich in dit verband opdringt is: zal de mens zijn vrijheid kunnen vrijwaren of zal hij door de machines en de AI verpletterd worden? We kennen ondertussen  voorbeelden van hoe de machine eigen ongeprogrammeerde keuzes maakt met fatale afloop.

Marie Curie 1867-1934 en het röntgenonderzoek – foto: europaexpo.be

In de kamer waar  een rist uitvinders uit het verleden worden voorgesteld die ons leven grondig veranderd hebben, wordt duidelijk hoe deze uitvindingen aan de basis liggen van de huidige geavanceerde technologieën. Het is belangrijk te weten dat de creativiteit die de mens aanzet tot innoveren niet afhankelijk is van een bepaald hersengebied maar wel van de connectiviteit tussen de zenuwcellen waaruit ons brein is opgebouwd. We blijken daarbij wel degelijk 100 % van onze hersenen te gebruiken maar niet voortdurend. Kan het potentieel van die hersenen worden verhoogd? Denkend aan technologieën als internet, GPS, smartphone en bijvoorbeeld medische verworvenheden als het cochleair implantaat (om doofheid te verhelpen) en het netvliesimplantaat dat blindheid kan genezen, weten we dat het hier niet gaat om fantasie maar om realiteit.

Hoe zal onze woonomgeving en woonklimaat  er in de toekomst uitzien? En hoe bieden we de ondervoeding van ¼ van de wereldbevolking het hoofd?

Het “slimme huis” nu nog de hobby van vlijtige elektronici zal in 2030 wijdverspreid zijn. De interoperabiliteit waarin Google (Google Home) en Amazone (Alexa) momenteel de eerste stappen zetten, zou voor een doorbraak in de domotica kunnen zorgen. Maar vernieuwingen hebben ook bijsturingen nodig. De huidige passiefhuizen die ontworpen zijn om buitensporig energieverbruik tegen te gaan, kampen nog met ventilatienormen en het gebrek aan onderhoud van de ventilatiesystemen. En over het algemeen brengen we bijna 90 % van onze tijd door in gesloten ruimtes. Dat zou een probleem kunnen gaan opleveren voor de volksgezondheid in 2030 als daar geen oplossing voor wordt gevonden. De toekomst zal voorkeur geven aan gebouwen met groene ruimtes, biodiversiteit wordt geïntroduceerd, stedelijke landbouw vereenvoudigd. De korte keten-initiatieven vinden weer ingang. Vandaag wordt geëxperimenteerd met aquaponics, hydroponics, productie van alternatieve eiwitten, insecten als voeding, wier, spirulina, in-vitro vlees, microalgen, voedingssupplementen …

Dat het op het gebied van de klimaatverandering en ecologie al vijf over twaalf is, noopt ons aandacht te hebben voor het afvalbeheer, de vervuiling, de mobiliteit, de overbevolking, het water, de architectuur. Er komt een ware revolutie aan op het gebied van de transportmiddelen. Te land, ter zee en en in de lucht zijn er grondige vernieuwingen op til. De “slimme stad” zal de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën in verschillende sectoren introduceren en gebruiken. Zachte mobiliteit wordt hier het codewoord voor de toekomst. De fotovoltaïsche baan een te perfectioneren realiteit. De eenpersoonsdrone, een mogelijk alternatief voor helikopter en vliegende wagen?

Dat de Universiteit van Luik ook een belangrijke speler is op het gebied van het Europese ruimtevaartonderzoek is genoeglijk bekend. Dat ze bij haar 200ste verjaardag op deze tentoonstelling dan ook uitpakt met wat ze op dit vlak te bieden heeft, moet niet verbazen.

DSC04024
ExoMars de Europese missie die o.a. het oppervlak van Mars bestudeert.

Ook in de geneeskunde worden op het gebied van herstel en verbetering van de mens opzienbarende vernieuwingen voorzien. De thema’s die hier aangekaart worden  gaan over manipulatie van het menselijk genoom, protheses, orgaandonatie, zelfdiagnose, telegeneeskunde en de ziekenhuiskamer van de toekomst. Het was trouwens aan de ULg dat in 2014 de genetische afwijking ontdekt werd die aan de basis ligt van reuzengroei zoals bij “le géant Constantin”, die 2m59 groot werd en in 1902 in Bergen stierf. En wat zich aandient op het gebied van het hart, symbool voor de diepste essentie van de mens, maar op de eerste plaats een fundamenteel orgaan van ons menselijk lichaam, is niet minder spectaculair: creatie van kunstharten voor transplantatie op basis van stamcellen?

Dat bij al deze wetenschappelijke en technologische experimenten en vernieuwingen de ethische vraag over het moreel verantwoorde handelen wordt gesteld, moet niet verbazen. De richting die de vooruitgang inslaat is ook een politieke kwestie. Dat de transhumanistische droom van menselijke onsterfelijkheid de gemiddelde levensduur van de mens heeft kunnen verlengen door allerlei medische strategieën staat buiten kijf. De grenzen van de levensverwachting verleggen is wetenschappelijk verleidelijk maar stopt het ook ergens?

De gegevens op deze tentoonstelling zijn overdonderend. Een paar uur volstaan nauwelijks om doorheen het aangeboden virtuele en andere tentoongestelde materiaal te komen. En de audiogidsen hadden erg te lijden onder elektronische interferenties. Toch is dit een niet te missen gelegenheid om in de nabije en verre toekomst te blikken en gefascineerd te hopen dat de huidige en de komende generaties van het beste uit deze heerlijke nieuwe wereld zullen kunnen genieten.

Meer info: www.europaexpo.be

Hoe overleven te midden van het internet-der-dingen? (IoT) – prof. micro-elektronica Marian Verhelst – KU Leuven

Alle toestellen rondom ons worden in ijltempo meer en meer digitaal. Denk aan onze tandenborstels, wekkers, weegschalen, telefoons, en TV’s. De volgende evolutie die zich aftekent is dat al deze voorwerpen verbonden worden met het internet. Zo ontstaat het “internet-der-dingen”. Een netwerk van elektronica rondom ons dat voortdurend informatie kan verzamelen en delen. Maar willen we dit wel? En wat zijn de gevolgen?

In deze lezing ging professor Marian Verhelst eerst in op de technologie die deze evolutie in gang gezet heeft. Vervolgens liet ze ons zien wat de toekomst brengt, om ten slotte stil te staan bij welke opportuniteiten dit met zich meebrengt, maar ook welke gevaren eraan vast hangen. Ze verhelderde dit telkens met praktische voorbeelden uit de actualiteit terwijl de hele voordracht ook ondersteund werd door een didactisch perfecte powerpointpresentatie.

Lieve Van Ingelgom, bestuurslid van de Vlaamse Academici Mechelen, drukte de sfeer en de interesse voor de uiteenzetting in haar dankwoord bij het einde dan ook terecht als volgt uit: “Professor Verhelst, wij hebben weer in de klas gezeten vanavond en meer dan dat, wij hingen aan uw lippen!”

foto: ESAT-MICRA, KU Leuven

Marian Verhelst studeerde micro-elektronica aan de Faculteit ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. In 2008 behaalde ze er haar doctoraat met een beurs van het FWO-Vlaanderen. Tijdens haar doctoraat verbleef ze ook gedurende een trimester aan UC Berkeley in San Francisco. Na haar doctoraat vervoegde ze het computerbedrijf Intel in Portland, Marian OR, USA, waar ze onderzoek deed naar energiezuinige chips. Sinds oktober 2012 is ze professor aan haar Alma Mater, waar ze een onderzoekslijn opricht rond elektronica voor het internet-der-dingen.
Marian Verhelst heeft een passie voor interdisciplinaire samenwerkingen en voor wetenschapscommunicatie, in het bijzonder naar jongeren en meisjes toe. In dit kader is ze lid van de Jonge Academie van België, lid van het STEM-platform, oprichter van KU Leuven’s Innovation Lab, en was ze de huisingenieur van Het Lichaam van Coppens. Speeddate: naar hoofd en hart van Marian Verhelst?

 

%d bloggers liken dit: