Toen ik deze week in de tuin wat opruimde en onkruid wiedde, viel me in het gras een wat bruinronde bol op die muisstil bleef liggen en dan weer snel verder liep, af en toe het linkerachterpootje ophief en het buikje ermee krabde om dan weer gretig verder te snuffelen in het gras. Was dat een egel? Ik kon mijn ogen nauwelijks geloven, schoot weer naar binnen om mijn smartphone te halen en maakte een paar foto’s.

Groot was mijn verbazing toen ik de volgende dag langs de straatkant in de voortuin bezig was en mijn tuinbezoekertje daar uit de klimop tervoorschijn kwam. Was die me van de achtertuin naar de voortuin gevolgd? Gevaarlijk dicht tegen de rijbaan bleef hij zitten.

Ik hielp hem naar de overkant en zag hem daar algauw z’n hartje ophalen in het hoge gras tussen de madeliefjes. Ik was getuige van een merwaardig tafereeltje: terwijl egelijntje door de madeliefjes dartelte dook de bonte specht, die hier ook huist, uit een boom het gras op en monsterde het kruipende egeltje aandachtig, kwam dichterbij en vloog dan weer z’n boom in. Een auto reed voorbij en egelijntje bleef zeer lang, kopje ingetrokken, onbewogen liggen, tot hij plots, terwijl ik verder werkte, uit het oog verdwenen was en ergens in houtwal of struweel een veiliger schuilplaats gevonden had.
Ik leerde van Natuurpunt dat: egels tot 2 meter per seconde kunnen afleggen, tot 40 slakken per nacht kunnen verorberen, per nacht zelfs een paar kilometer afleggen, tot 8 jaar oud kunnen worden en verder nog een hele rist praktische raadgevingen om het dit kleine, reizende opruimertje een beetje comfortabel te maken in de tuin.