Bladval – Mustafa Kör | Dichter des Vaderlands

Bladval

 

Bij dit voortijdige afscheid
speelt alles naast de maat
kraaiende hanen, kinderkoren, mijn hartslag

 

Je had een raam
dat uitkeek over de daken
en velden van een Vlaams dorp
op heldere dagen de pieken van de hoofdstad

 

Je wilde bestaan
Hing je overjas in een ver oord
waarvan niemand had gehoord

 

Wat zou het dan
dat er vrede heerst
of de oogst goed is

 

Herinneringen aan
alles draagt er het parfum van
iets bloemigs met de herfst erin

 

De straatkatten
het meisje van tegenover
iedereen kent je naam
en geschiedenis van schreeuw tot zucht
je bent hier
broer, vriend, buur, kind van allen

 

Als bladval in mei
daalt je geur over dorp en veld
voortijdig

 

Mustafa Kör

in GEDICHTEN MUSTAFA KÖR / 
Dichter des Vaderlands 

Inzetten op de preventie van zelfdoding is van levensbelang. Daarom wordt er op 10 september, Werelddag Suïcidepreventie, wereldwijd aandacht gevraagd voor dit thema. Zelfdoding treft tal van mensen. Op 10 september tonen we massaal onze betrokkenheid en steun aan elk van hen. Die dag vragen de organisaties achter Zelfmoord1813 en al hun partners wereldwijd om meer aandacht te besteden aan de preventie van zelfdoding.

België hoort bij de Europese lidstaten die kampen met hoge suïcidecijfers: het Belgisch suïcidecijfer ligt 1,5 keer hoger dan het gemiddelde binnen de Europese Unie.

Mustafa Kör wil via zijn tweede Gedicht des Vaderlands aandacht vragen voor de te hoge suïcidecijfers. Hij wil iedereen aanzetten om te helpen om het thema zelfmoordpreventie onder de aandacht te brengen. Ook jij kan helpen! Toon je betrokkenheid, communiceer zorgvuldig over dit thema én zorg goed voor jezelf en voor elkaar. Via deze website lees je aan welke acties je kunt deelnemen.

Hier lees je het gedicht ‘Bladval‘.
Vertaling naar het Frans: Pierre Geron in samenwerking met Katelijne De Vuyst en Danielle Losman.
Vertaling naar het Duits: Isabel Hessel


Toespraak Koning Filip – Nationale feestdag 21 juli 2022 – Tentoonstelling

foto: VRT – v.l.n.r Prinses Eléonore, prins Gabriël, koningin Mathilde, koning Filip, kroonprinses Elisabeth, prins Emmanuel

Toespraak

Dames en heren,

Deze zomer krijgen we eindelijk onze vrijheid terug, na meer dan twee jaar strijd tegen het coronavirus. Hoewel dat ons jammer genoeg blijft achtervolgen.

Het normale leven komt opnieuw op gang. Onze economie krijgt weer wat vaart. De overheid heeft hier ook in grote mate toe bijgedragen, dankzij effectieve steunmaatregelen.

Vandaag komt de groei geleidelijk aan weer in zicht. Hoewel er op de arbeidsmarkt nog altijd onevenwichten zijn, blijft de werkgelegenheid toenemen.

Maar sommigen van onze medeburgers, vooral bij de jongeren, komen verzwakt uit de pandemie. Ze hebben nood aan een luisterend oor, aan begrip voor hoe zij de dingen beleven – en behoefte aan aanmoediging.

Ik ben trots op het werk van mijn echtgenote, Koningin Mathilde, met haar steun aan de bewustmaking en de preventie op het gebied van mentaal welzijn.

Dames en heren,

Het is vooral dankzij ons samenlevingsmodel, dat door Covid zwaar op de proef is gesteld, dat we hebben standgehouden.

De strijd tegen de pandemie heeft bewezen dat we ook in tijden van crisis blijk geven van maatschappelijke samenhang. Hiervoor is samenwerking nodig tussen onze instellingen, tussen alle betrokken actoren, en een algemeen gedragen verbindend verhaal.

Dat we een crisis als de pandemie, binnen ons democratisch stelsel, hebben kunnen beheren, is vooral te danken aan onze sociale cohesie.

Die verbondenheid was ook zichtbaar in de hulpacties voor de slachtoffers van de overstromingen in Wallonië. Tijdens ons recente bezoek aan de regio, hebben wij kunnen vaststellen dat er heel wat vooruitgang is geboekt, maar dat nog niet alles is opgelost.

Dames en heren,

Met de oorlog in Oekraïne is de geschiedenis een nieuw tijdperk ingetreden. In de eerste plaats voor Oekraïne zelf, maar ook voor ons land, voor Europa, voor de hele wereld.

De oorlog, met ondraaglijk leed tot gevolg, is helaas weer alom tegenwoordig, heel dicht bij huis.

De Oekraïners vechten en sterven om hun land te redden, maar ook om de democratie en de waarden die we met hen delen te vrijwaren.

Wij zullen ons niet uit elkaar laten spelen door de chantage van een kernmacht die zo onze solidariteit met Oekraïne wil breken.

Wij zullen het Oekraïense volk blijven steunen.

Wereldwijd lijden veel landen onder dit conflict, sommige ontzettend hard. Wij voelen, in ons land, nu al de rechtstreekse effecten van de inflatie, die is verergerd door de internationale spanningen.

De sterke stijging van de levensduurte dreigt onze economie, maar ook onze samenleving, te ondergraven. Door de huidige prijsstijgingen hebben veel van onze medeburgers het moeilijk. In het bijzonder de huishoudens met een laag inkomen, de eenoudergezinnen en mensen die leven van een vervangingsinkomen.

We moeten absoluut voorkomen dat de kloof tussen de verschillende lagen van de bevolking groter wordt. Dat armoede aanhoudt of zelfs uitbreidt. Ons samenlevingsmodel, gestoeld op inclusie en solidariteit, kan deze nieuwe schokken opvangen. Maar dat zal niet vanzelf gaan. De hoge energiekosten maken moeilijke keuzes onvermijdelijk.

Dames en heren,

Overal rondom ons horen we steeds vaker een agressief discours. We zien ook een opleving van autoritaire regimes en reflexen, waarin alleen het eigenbelang vooropstaat, ten nadele van de anderen. Laten we die uitdagingen beantwoorden met een onwankelbaar vertrouwen in de democratie. Door het bevorderen van samenhang en inclusie. Door niet aan te wakkeren wat ons zou kunnen verdelen. Door te durven gaan voor meer nuance en welwillendheid.

In deze context van crisis is het juist de samenhang binnen de Europese Unie die ons in staat heeft gesteld gezamenlijke oplossingen uit te werken op het gebied van gezondheid, defensie, energie en de opvang van vluchtelingen.

Die cohesie is fundamenteel om te voorkomen dat de ongelijkheden tussen de lidstaten groter worden, ten koste van de bevolking.

Laten we, tot slot, in deze wereld in beroering, onze wereldwijde strijd tegen de opwarming van de aarde niet uit het oog verliezen. En laten we in dit verband hopen dat de prijsstijging van de fossiele brandstoffen zal bijdragen tot een versnelling van de energietransitie.

Dames en heren,

Tijdens onze reis in Congo hebben we een belangrijke bladzijde kunnen omslaan in onze gemeenschappelijke geschiedenis met de DRC. De zaken zijn benoemd, er zijn sterke daden gesteld.

Door op een serene manier naar ons gemeenschappelijke verleden te kijken, kunnen we samen aan de toekomst bouwen. Het Congolese volk heeft hoge verwachtingen ten aanzien van ons land. Laten we samenwerken om het te helpen vooruit te gaan naar meer veiligheid, gerechtigheid en democratie.

Met onze ontwikkelingssamenwerking, onze diplomatie en ons leger, die allen uitstekend werk verrichten. Laten we, met de internationale gemeenschap, werken aan het oplossen van dat zo dodelijke conflict in het oosten van Congo.

Dames en heren,

We blijven voor tal van uitdagingen staan.

Maar als we op koers blijven, als we onze samenhang behouden, kunnen we onze toekomst veiligstellen.

De Koningin en ik wensen u een mooie nationale feestdag en een fijne zomer. Lang leve België!

Tentoonstelling

Boudewijn was twintig jaar toen hij in 1951 de vijfde Koning der Belgen werd. Hij regeerde tot aan zijn overlijden in 1993. Bij de koninklijke functie, het Koning zijn, denkt men vaak in de eerste plaats aan officiële plechtigheden met veel protocol. Maar het werk van de Koning, die zich inzet ten dienste van het land en zijn inwoners, omvat zoveel meer activiteiten en ontmoetingen. Boudewijn bezocht het hele land, hij was een bruggenbouwer die mensen met elkaar verzoende, hij moedigde talent aan uit de cultuur, de wetenschap en de sport, hij steunde grote projecten die het land moderniseerden, hij luisterde naar de meest kwetsbaren in de samenleving en in het bijzonder ook naar de kinderen en jongeren. Meer dan veertig jaar lang vertegenwoordigde hij België in de rest van de wereld.

Koning Boudewijn

Wat “Koning zijn” voor Boudewijn allemaal inhield, tonen we in deze tentoonstelling aan de hand van foto’s, archiefstukken en diverse voorwerpen die vaak voor het eerst te zien zijn. Zo is er bijvoorbeeld een tekening van kunstenaar Paul Delvaux, de gele trui van wielrenner Lucien Van Impe, een brief van Moeder Teresa, of een kleine Belgische driekleur die met de eerste Belg naar de ruimte ging. De tentoonstelling toont zo ook een stuk geschiedenis uit de 20ste eeuw.

Georganiseerd door de Koninklijke Vereniging Dynastie en Cultureel Erfgoed, met de steun van de Koning Boudewijnstichting.

Meer info: Koninklijk Paleis in Brussel open voor het publiek

Musta Kör wordt Dichter des Vaderlands in 2022

Nog tot en met Gedichtendag 2022 is Carl Norac Dichter des Vaderlands, maar we grijpen 21 maart, Werelddag van de poëzie, aan om zijn opvolger bekend te maken! De Vlaamse Mustafa Kör volgt de Franstalige dichter op in 2022 en zal twee jaar lang de rol vervullen van Dichter des Vaderlands. Mustafa zal per jaar 6 gedichten schrijven over verschillende thema’s die het hele land aanbelangen.

Huidig Dichter des Vaderlands, Carl Norac, verliet (tijdelijk) zijn schrijfresidentie in Het Huis van de Dichter in Watou om, samen met Maud Vanhauwaert, zijn opvolger te verrassen bij hem thuis. Norac schreef speciaal voor Mustafa Kör een gedicht, dat door beide dichters samen geplant werd in de tuin van Kör als symbool voor de plannen van Mustafa die nog een jaar lang kunnen groeien. Samen met LangZullenWeLezen maakte Poëziecentrum een filmpje in de reeks Dichter met Maud om dit nieuws wereldkundig te maken.

Over zijn rol als Dichters des vaderlands zegt Mustafa Kör het volgende:

Ik wil de poëzie weghalen uit de botanische tuinen waarin zij vaak gehuisvest is. Van die kostbare, maar niettemin hermetische omgeving wil ik de gedichten meenemen naar tuinwijken en zaaien, in de hoop dat mijn poëzie zal bloeien en woekeren als hybride, amorfe, nieuw en affirmatieve vormen.

In de periode die nog voorafgaat aan zijn officiële aanstelling als Dichter des Vaderlands zal Mustafa Kör al nauw samenwerken met Carl Norac voor verschillende projecten. Zo worden de banden over de taalgrenzen heen verder versterkt. Wanneer Kör de fakkel overneemt van Norac blijft die laatste ook de ambassadeur van Mustafa.

Mustafa Kör (1976), een mijnwerkerszoon, is schrijver en dichter. Hij werd geboren in Anatolië en groeide op in Opgrimbie. In 1998 liep hij een rugbreuk op als gevolg van een auto-ongeval, waardoor hij nu door het leven gaat in een rolstoel. Zijn handicap gooide zijn hele leven overhoop en zorgde ervoor dat hij ging schrijven: “Uit woede, uit liefde. Ik wou alles uitten”, zei Kör in een lezing in Genk in 2010.

Mustafa Kör heeft al een succesvolle schrijverscarrière achter de rug. Hij is onder meer bekend van zijn roman De lammeren, voor het eerst gepubliceerd in 2007 en in 2017 in herwerkte editie uitgegeven door Uitgeverij VrijdagIn 2008 was hij een jaar lang stadsdichter van Genk. Met zijn verhaal ‘Uitverkorene’ sleepte hij de eerste prijs voor proza in de Nederlandse El Hizjra-verhalenwedstrijd in de wacht. Daarnaast ontving hij ook de tweejaarlijkse cultuurprijs van Maasmechelen en de Groene Waterman publieksprijs. Zijn Poëziedebuut Ben jij liefde, dat verscheen in mei 2016 bij Vrijdag, kreeg lovende recensies en werd genomineerd voor de Poëziedebuutprijs Aan Zee 2017. Sinds 2018 maakt hij deel uit van het Europese dichtersplatform Versopolis en hij is peter van Het Lezerscollectief. Na het project Dichter in Residentie op een technische school in Tessenderlo, een initiatief van CANON Cultuurcel en Poëziecentrum, publiceerde hij samen met 16 leerlingen van de school, in 2019 de dichtbundel Poëziejongens (PoëzieCentrum)

bron: Nieuws – Dichter des Vaderlands

Code geel – Carl Norac

CODE GEEL

Ze zeggen dat we de wereld eindelijk hervinden.
Alsof het bestaan alleen met kleurcodes strookte.
Oranje, gelig, rozig slepen onze levens
en wat zondagen zich nog altijd voort.
Blijven over de liefdeseden met hun papier
dat al te makkelijk wordt gekreukt of gescheurd.

In onze vlucht hijsen we onze zeilen, ogen, vezels en pezen,
beugels en bundels naar een steevast te hoge hemel.
We bidden een kei, een vergeten spandoek of de zee
om vergeving voor ons geringe verzet.
Als mensensoort, als zogenaamd sterke dieren
lopen we bijwijlen onze ondergang tegemoet,
armen opgestoken om opnieuw de aloude
smaak van de overwinning te proeven
zoals toen we als kind liepen te pralen
voor het immense bouwwerk van het woord
louter om zijn trotse kreten te horen.
Maar opeens denken we weer aan
momenten waar nooit een eind aan mag komen,
ogenblikken die we vermeden zolang we geen hand
in onze hand, geen nacht tussen onze vingers hielden.
En ondanks alles wat gebeurde gaan we ervoor,
passanten en poëten zonder praatjes.
We duwen onze levens
als te zware meubelen voort.
We trachten onze angst klein te krijgen,
angst voor het rood dat in het oosten bloedt,
ontsnapt uit een oorlog waar de mens
zich als wolf gedraagt voor de mens.
We streven niet naar het pure blauw in ons landschap
dat aan de kim door één min of meer evenwichtige
wolk wordt aangezet.
We staan op een drempel waar de reis binnensijpelt,
waar de werkelijkheid en haar actualiteit
woorden inblazen die nooit definitief of te netjes zijn.
We wachten niet meer op een heldere ochtend,
op een roze toekomst of op de lof van het grijs.
Wat de zon ook mag zeggen
en hoe lastig het leven ook is
zonder dralen gaan we voor u staan,
hier en nu, zonder enige schaduw.
Zodra u de ogen opslaat ziet u ons,
passanten en poëten, een voor een de codes
opgeven zoals je opdoemt uit de mist.


Carl Norac - 11 maart 2022
Dichter des Vaderlands 2020 - 2022

bron: Dichter des Vaderlands - Franse versie  - Le code jaune

Wandelevent – Kampenhout in de winter

Ter Bronnen – Kampenhout

Meer info: De Witloofstappers

Meer info: Cultuur- en Beleefcentrum De Krop

Koning Filip 5 jaar op de troon

Nationale feestdag 2018

Toespraak van Z.M.Koning Filip

Dames en heren,

Met hun geweldige prestatie tijdens de Wereldbeker Voetbal hebben de Rode Duivels het hele land begeesterd. Met hen, en allemaal samen, hebben wij onvergetelijke ogenblikken beleefd. Dit is één van die momenten in het leven van een land, waarbij het onderliggende gevoel van trots en het gevoel erbij te horen naar boven komen. Maar ook: ons nationale elftal heeft prachtig gestalte gegeven aan onze wapenspreuk: Eendracht maakt macht. Samen staan we sterk, in onze verscheidenheid, wanneer we onze talenten bundelen en een gemeenschappelijk ideaal nastreven.

Natuurlijk is er het resultaat op zich. Maar wat het uitzonderlijke parcours van ons elftal ook zo mooi maakt, is de manier waarop. Met hun faire spel, met respect voor de tegenstander – en de wijze waarop iedere speler zijn talent ten dienste heeft gesteld van eenzelfde doel: de eer van ons land.

Ook in ons persoonlijke en in het maatschappelijke leven beoordelen we onze sterkte aan de hand van resultaten, maar evenzeer de manier waarop we die resultaten bereiken, gedreven door eenzelfde streven. Omdat we er samen voor gaan en daarbij onze individuele talenten en tekortkomingen met elkaar verzoenen. Om sterk te zijn, om te slagen – en uiteindelijk: om mezelf te kunnen zijn, moet ik kunnen rekenen op de sterkten van de anderen. En daardoor word ik me ook beter bewust van de mijne. Doordat ik mij met en voor mijn medemensen inzet.

In het zoeken naar wat ons verenigt putten we rijkdom uit onze verschillen. Onze zwakten kunnen we dan omzetten in kracht. Het streven naar eenheid ontkent de verschillen niet – maar integendeel, omarmt ze. Zó resultaat boeken, maakt het alleen nog mooier.

Dames en heren,

Wat we vandaag meemaken, is een fundamentele kentering in onze manier van denken. De 21ste eeuw wordt de eeuw van de burger. De eeuw van alle burgers die willen bijdragen tot het gemeenschappelijk goed, door zich in te zetten voor zingevende projecten. Door het zoeken naar zingeving krijgt het algemene belang werkelijk een menselijke dimensie. België is een diverse en levendige gemeenschap. Van ontelbare initiatieven in ons land is het doel niet alleen efficiëntie of het maken van winst, maar ook het scheppen van menselijke toegevoegde waarde. Het sociale ondernemerschap is daar een mooi voorbeeld van. De openbare en privésector, de profit en non profit, groeien steeds sterker naar elkaar toe.

Dit elan is een verrijking voor onze democratie. Het voedt ons engagement op alle niveaus, in onze onmiddellijke omgeving, maar ook bij ons optreden in de wereld. Wij zetten ons in voor betekenisvolle projecten in onze gemeenten, waar in oktober opnieuw verkiezingen plaatsvinden. En ons land draagt met een constructieve kracht bij tot de internationale orde, zoals in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties waar we vanaf januari volgend jaar zullen zetelen. Daar kunnen we de idealen die ons na aan het hart liggen – ontwikkeling en vrede – volop uitdragen.

Laten we die kracht, die ons zo eigen is, zoveel mogelijk zijn werk doen, waar en wanneer het maar kan. Dat is ook de weg die Koning Boudewijn, die 25 jaar geleden is overleden, ons heeft gewezen. Koning Boudewijn was een man van hoop. Hij haalde zijn kracht uit een diep geloof in de mens. Altijd bereid om te luisteren, altijd klaar om ieders sterke kanten tot hun recht te laten komen. Dat is voor ons een krachtige bron van inspiratie.

De Koningin en ik wensen u een mooie nationale feestdag toe. Leve België.

foto: Beau Monde

Koningin Mathilde droeg Natan ‘En rouge’ en een hoed van Fabienne Delvigne, kroonprinses Elisabeth een jurk van Maje.

Er werden ook ter gelegenheid van dit 5-jarig koningschap nieuwe officiële foto’s vrijgegeven:

Kunstenfestival Watou: niets te merken van besparingen – Koen Van Boxem in De Tijd

Het kunstenfestival Watou doet het met 125.000 euro minder dan vroeger. Maar daar is op een sterke editie niets van te merken.

‘Nooit komt een eind aan ons verlangen.’ De zin prijkt als een grote lettersculptuur van Maud Bekaert in het Festivalhuis, een van de elf locaties van het kunstenfestival Watou. Het is de slotregel van het poëziedrieluik ‘Whale Spotting’ van Peter Verhelst. De zin klinkt als een ontnuchterende vaststelling. Hoe groot het verzet ook, het verlangen gaat pas weg bij de laatste hartslag. Gelukkig is er troost, als het verlangen niet wordt ingevuld.

Tussen dat spanningsveld beweegt de 38ste editie van het kunstenfestivalzich. Het thema sluit nauw aan bij de staat van zijn van het festival zelf. Twee jaar geleden verloor de organiserende vzw Kunst van Jan Moeyaert haar structurele subsidie van de Vlaamse overheid. Sindsdien is het roeien met de riemen die er zijn. De stad Poperinge levert met 125.000 euro een substantiële bijdrage. Via het achterpoortje van de projectsubsidie schuift Vlaanderen het festival toch nog 135.000 toe. Sponsor- en ticketinkomsten zijn goed voor 380.000 euro. Dat levert een budget van 640.000 euro op, of 125.000 euro minder dan vroeger.

Niets te merken van besparingen

Merk je daar iets van op het parcours, dat voor één keer een afspanning in Poperinge heeft? Nee. De nieuwe editie is behoorlijk sterk. Dat hoeft niet te verbazen. Troost en verlangen vormen voor veel kunstenaars een nooit opdrogende bron van inspiratie. Als bezoeker heb je doorgaans in het leven ook wat meegemaakt aan troost en verlangen. Het inlevingsvermogen is daardoor groot.

Opvallend is het grote aantal sterke, melancholische sculpturen. Een van de beste voorbeelden staat in het Festivalhuis. Het titelloze beeld van Katrin Dekoninck stelt twee vermoeide meisjes voor die hun hoofd te rusten leggen. Je wil een arm om hen heen slaan, maar tegelijk durf je niet. Ze lijken zo kwetsbaar. Bovendien weet je niet goed hoe de relatie tussen de twee is. Het ene meisje zoekt oogcontact, maar het andere houdt de ogen gesloten. Hebben ze ruzie?

Dekoninck creëerde het beeld van het meisje in 2016. Voor de nieuwe installatie in Watou werkte ze het thema verder uit. Het creatieproces wordt op een videoscherm getoond. Het is een heikele klus om van klei een afgewerkte installatie te maken. Dekoninck vernietigde de hoofden van de meisjes vier keer voor ze de juiste gelaatsexpressie had gevonden. Bij de installatie hoort een passend gedicht van Bernard Dewulf met dit slotvers: ‘Rust wel, mijn hoofd, rust niet te snel. Het is nog lang niet straks. En wees niet bang, wij zijn het maar.’

Geamputeerde lichamen

De zolderverdieping van het Festivalhuis is dit jaar bijzonder mooi ingericht met een rist kunstwerken die op elkaar lijken in te spelen. Er hangt een prachtige foto van een meisje van Danielle Van Zadelhoff. Met een beetje verbeelding kan je je voorstellen dat datzelfde meisje heeft geposeerd voor beeldhouwer Anton Cotteleer. Hij toont vereenzaamde, geamputeerde lichamen van vrouwen, in het gezelschap van een hond. Zijn decorum voor de beelden zijn meubelen uit lang vervlogen tijden. Een oude tafel als sokkel. Het geeft aan het geheel iets erg unheimlichs. Net als bij Dekoninck vraag je je af wat met die mensen is gebeurd.

Soms is kunst ook gewoon grappig. Op de trappen van het Festivalhuis bots je op een marmeren plakkaat van Peter Mertens. ‘In memory of the works of art that did not make it into the show.’

In de Brouwerij leest Hugo Claus zijn gedicht ‘Sonnet XiV’ voor. De stem van de meester spat uit luidsprekers aan de buitenmuur. Aan de overkant kijkt een ingedoken mannetje toe. Het is een nieuw muurschilderij in acryl van Jan Vanriet, een goede vriend van Claus. ‘Raaf’ heet het. Het sonnet heeft voor de kunstenaar een bijzondere betekenis, legt hij in cataloog uit. Het herinnert hem aan de uitstrooiing van de asse in 2002 in Watou van de overleden dichter Eddy van Vliet. Vanriet en Claus waren beiden aanwezig.

Van een heel andere orde is de installatie ‘Bedroom’ van de Israëlische kunstenares Nelly Agassi. Het is niet meer dan een kamervullend bed. Troost en verlangen vallen er samen. De omvang van het bed belooft veel. Tegelijk is het een ideaal schuiloord. Aan de muur hangt een titelloos gedicht van de Nederlander K. Martin. De slotzin is verrukkelijk: ‘Waar en wanneer zei wie tegen mij – en in welk bed – maak je geen zorgen ga rustig slapen dan zie je vanzelf wel in welke eeuw je wakker wordt.’

Alles gaat goed

In een kleine stal van de Douviehoeve hangt ‘Sperma Infinitum’, een hedendaags werk van de toonaangevende Spaanse kunstenaar Bernardi Roig. Een man hangt vast aan neonlampen. Hij lijkt zich te hebben opgehangen. Of werd hij zoals een mot aangetrokken door het licht? Licht speelt een belangrijke rol in het oeuvre van Roig. Te veel licht verblindt de mens, vindt hij. Het is een verwijzing naar de overkill in de multimediale samenleving.

In de grote schuur zorgt Jan Moeyaert voor een stunt. Hij kon de Amerikaanse textielkunstenares Sheila Hicks overtuigen om een van haar installaties uit de jongste Biënnale van Venetië opnieuw te installeren. ‘Escalade Beyond Chromatic Lands’ is een veelkleurige installatie van 300 bollen uit acrylvezels. Het verhaal moet je er zelf bij fantaseren. Maar je voelt je er wel toe aangetrokken. Het textiel nodigt uit om aangeraakt te worden.

In dezelfde ruimte staat nog een gigantisch werk uit de Biënnale: ‘Living Dog Among Dead Lions’ van de Georgische kunstenaar Vajiko Chachkhiani. Het is haast nog intrigerender dan de bollen van Hicks. Chachkhiani ontwierp een houten huis, een krot zeg maar. Door de bedampte ramen kan je een beetje naar binnen kijken. Een troosteloos interieur, koppen en mokken waaruit je nog geen hond zou laten eten. Uit het plafond valt water naar beneden, als uit een gigantische douchekop. De ‘regen’ maakt het interieur kapot, terwijl de buitenkant intact blijft. De installatie schetst een beeld van de mens. Hoe hij vanbinnen wordt verteerd door al het onheil dat hem overkomt, maar aan de buitenkant blijft lachen. Niets aan de hand. Alles gaat goed.

Kunstenfestival Watou opende op 30 juni en loopt tot 2 september. Maandag en dinsdag gesloten.

www.kunstenfestivalwatou.be

%d bloggers liken dit: