Op de Grote Markt inBrussel is een enorme Oekraïense vlag van 30 meter lang onthuld. De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen was te gast op de onthulling. Von der Leyen was gekleed in blauw en geel, en werd vergezeld door de Brusselse burgemeester Philippe Close en de vertegenwoordiger van Oekraïne in België, Natalia Anoshyna. De aanwezigen, waaronder veel Oekraïners zongen nadien nog samen het volkslied.
foto: vrtnws – juliette bruynseels
Manneke Pis, helemaal verkleed ter ere van de Onafhankelijkheidsdag. Manneke Pis heeft een traditioneel Oekraïense outfit aan en draagt de Oekraïense vlag. Met deze initiatieven wil de Europese Unie en de Oekraïense gemeenschap in België hun steun betuigen aan de personen die in Oekraïne nog dagelijks strijden aan het front.
Het universele in het alledaagse aan het licht brengen: zo zou je het voortdurende artistieke streven van Roger Raveel beknopt kunnen samenvatten. Hij onderscheidde zich radicaal van zijn generatiegenoten door een geheel eigen beeldtaal te ontwikkelen, balancerend tussen figuratie en abstractie en geïnspireerd op zijn dagelijkse omgeving. Roger Raveel werd op 15 juli 1921 geboren in Machelen-aan-de-Leie, een dorp nabij Gent waar hij altijd heeft gewoond en gewerkt tot zijn overlijden op 30 januari 2013. Een eigenzinnige keuze in een tijd waarin de kunstwereld alsmaar internationaler werd.
Hij studeerde aan de Stedelijke Academie van Deinze en aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Gent. Zijn leraren waren onder meer Hubert Malfait en Jos Verdeghem. Via zijn vriend Hugo Claus leerde hij in het begin van de jaren 1950 schilders van de Cobragroep zoals Karel Appel en Corneille kennen. Hij wil echter heel andere wegen op met zijn schilderkunst. In 1962 verblijft hij drie maanden in Albisola Mare (Italië) waar hij werkt en tentoonstelt met kunstenaars als Lucio Fontana en Asger Jorn.
Zelfportret met sigaret, 1952 – foto: fp
In de tweede helft van de jaren 1950 evolueerde hij naar een meer abstracte schilderkunst die haar wortels heeft in het beleven van het organische, het vegetatieve, het animale. Maar omstreeks 1962 schildert hij het drieluik ‘Neerhof’ met in het midden een kooi met levende duif. Hij wil een directe dialoog tot stand brengen tussen kunst en werkelijkheid, zijn ‘Nieuwe Visie’.
Het verschrikkelijke mooie leven, 1965 – foto: fp
In 1966-67 transformeert Raveel de keldergangen van het kasteel te Beervelde, nabij Gent, tot een picturaal environment. Hierbij krijgt hij de medewerking van Etienne Elias, Raoul De Keyser en Reinier Lucassen.
Na de schilderingen te Beervelde ontstaan een aantal beschilderde objecten zoals ‘Illusiegroep’ en ‘Tuintje met karretje om de hemel te vervoeren’. Zijn alert milieubewustzijn brengt de kunstenaar er toe zijn engagement te visualiseren door middel van manifestaties als ‘De Zwanen van Brugge’ en ‘Raveel op de Leie’ (1971). Bijna 20 jaar later, in 1990, herdenkt Roger Raveel het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog door met een op wielen gemonteerde beschilderde kleerkast doorheen het stadscentrum van Brussel te rijden.
Met een op wielen gemonteerde beschilderde kleerkast doorheen het stadscentrum van Brussel, 1990 – foto’s: fp
Voor zijn artistieke bedrijvigheid en zijn bijdrage aan de kunstgeschiedenis ontvangt Roger Raveel eervolle vermeldingen bij de Prijs voor de Jonge Belgische Schilderkunst (1958 en 1960) en een onderscheiding in de Europaprijs (1962), de Internationale Joost vanden Vondelprijs (1983), de Gouden Erepenning van de Vlaamse Raad (1992), de adellijke titel van Ridder (1995) en de Van Ackerprijs (1996).
Raveel en ik, 3 april 2021 – foto: fp
De tentoonstelling start in 1948, het jaar waarin Raveels karakteristieke realisme begint vorm te krijgen. Doorheen tien thematische hoofdstukken tracht ze Raveels unieke manier van kijken en zijn bijzondere visie op de relatie tussen kunst en werkelijkheid te ontleden. De thema’s zien we in Raveels hele oeuvre, in verschillende combinaties, telkens weer opduiken. Het zijn als het ware referentiekaders die Raveels artistieke zoektocht een richting geven, als variaties op zijn overkoepelend onderwerp: de mens in zijn alledaagse beslommeringen en als universeel gegeven.
Het venster, 1962 – foto: fp
Vanaf 1965 werkt Raveel aan een uitgebreid grafisch oeuvre. Aanvankelijk hoofszakelijk lithografieën en etsen vanaf 1980 experimenteert hij ook met houtsnede. Het atelier van meesterdrukker Piet Clement in Amsterdam speelt daarbij een grote rol. Raveel wil zijn artistieke visie vertalen naar de prentkunst en deze laat hem ook toe zijn Nieuwe Visie zo ruim mogelijk te laten circuleren.
We vinden dan ook vele thema’s van zijn tekeningen en schilderijen in de grafiek terug. De evolutie van de leitmotoeven (o.a. de dubbende man, het vierkant, de stap enz.) doorheen de jaren en doorheen de verschillende motieven onthullen de complexiteit van de kunstenaars manier van kijken en denken.
uit: Genesis 1966 – 1968, Hugo Claus – Roger Raveel, 1996
Raveel werkt regelmatig samen met dichters en schrijvers aan bibliofiele uitgaven en grafiekmappen. De belangrijkste samenwerkingen zijn met Hugo Claus en Roland Jooris. Met de eerste deelt hij niet een gelijkaardige levensstijl maar wel een gelijkaardige artistieke attitude: een open blik op de internationale kunstwereld met een stevige lokale verankering. Roland Jooris werkt niet enkel artistiek samen met Raveel, hij schrijft ook essays over zijn werk en was van 1999 tot 2005 conservator van het RR-Museum in Machelen aan-de-Leie.
Op de luchthaven van Zaventem en op twee plaatsen in Brussel, in metrostation Maalbeek en aan het herdenkingsmonument bij de Schumanrotonde, zijn vandaag de aanslagen van 5 jaar geleden in ons land herdacht, in aanwezigheid van onder meer de koning en de koningin, premier De Croo en slachtoffers en nabestaanden. Die laatsten voelen zich 5 jaar na datum in de steek gelaten door de overheid en vragen meer steun.
Ceremonie Start op 2′
Dichteres Dorothy Oger verloor Johan, een goede vriennd, bij de aanslag in metrostation Maalbeek. Ze kroop meteen in haar pen en schreef het gedicht ‘Je Choisis l’Amour’. Ze droeg het vandaag, nog eens voor in het metrostation.
FOR LOVE
I SHALL STAND FOR LOVE,
EVEN WITH A BROKEN SOUL,
EVEN WITH A HEAVY HEART.
I SHALL STAND FOR LOVE,
FOR THE WORLD IS WOUNDED.
NOT JUST MY LITTLE PIECE OF LAND,
WHERE I AM MOSTLY SAFE,
WHERE I AM MOSTLY WELL,
BUT OUR WORLD, EVERYWHERE
EVERY DAY.
I SHALL STAND FOR LOVE,
BECAUSE WE NEED MORE LIGHT,
NOT MORE DEATHS,
NOT MORE POWER,
NOT MORE BOMBS.
I SHALL STAND FOR LOVE,
SO THAT OUR CHILDREN ARE SAFE
SO THAT OUR FRIENDS ARE SHELTERED
SO THAT OUR BORDERS ARE OPEN.
I SHALL STAND FOR LOVE,
EVEN WITH A BROKEN SOUL,
EVEN WITH A HEAVY HEART.
Dorothy Oger, Brussels, 23d of March 2016
VOOR LIEFDE
IK KIES VOOR LIEFDE,
ZELFS MET EEN BEDROEFDE ZIEL,
ZELFS MET EEN BEDRUKT HART.
IK KIES VOOR LIEFDE,
OMDAT DE WERELD GEWOND IS,
NIET ENKEL MIJN KLEIN STUKJE LAND,
WAAR HET MEESTAL VEILIG IS,
WAAR IK ME MEESTAL GOED VOEL,
MAAR ONZE WERELD, OVERAL,
ELKE DAG.
IK KIES VOOR LIEFDE,
OMDAT WE MEER LICHT NODIG HEBBEN
NIET MÉÉR DODEN
NIET MÉÉR MACHT
NIET MÉÉR BOMMEN.
IK KIES VOOR LIEFDE,
OPDAT ONZE KINDEREN VEILIG ZOUDEN ZIJN
ONZE VRIENDEN BESCHERMD
ONZE GRENZEN OPEN.
IK KIES VOOR LIEFDE,
ZELFS MET EEN BEDROEFDE ZIEL,
ZELFS MET EEN BEZWAARD HART.
Dorothy Oger, Brussel, 23 maart 2016
POUR L’AMOUR
JE CHOISIS L’AMOUR
MÊME LE COEUR LOURD
MÊME L’ÂME BRISÉE.
JE CHOISIS L’AMOUR
PARCE QUE LE MONDE EST DÉCHIRÉ
PAS JUSTE MON PETIT PAYS,
OÙ JE SUIS PLUTÔT EN SÉCURITÉ,
OÙ JE SUIS PLUTÔT BIEN,
MAIS LE MONDE TOUT ENTIER,
CHAQUE JOUR.
JE CHOISIS L’AMOUR
ET JE PUISE DANS CETTE LUMIÈRE
LA FORCE DE RESTER DEBOUT
POUR TRANSFORMER LA VIOLENCE
ET METTRE FIN AUX GUERRES.
JE CHOISIS L’AMOUR
POUR QUE NOS ENFANTS SOIENT SAUFS,
POUR QUE NOS AMIS SOIENT À L’ABRI,
POUR QUE NOS FRONTIÈRES S’OUVRENT.
JE CHOISIS L’AMOUR
MÊME LE COEUR LOURD,
MÊME L’ÂME BRISÉE.
Dorothy Oger, Bruxelles, le 23 mars 2016
FÜR DIE LIEBE STEH ICH EIN
FÜR DIE LIEBE STEH ICH EIN,
SELBST MIT VERWUNDETER SEELE,
SELBST MIT GEBROCHENEM HERZEN.
FÜR DIE LIEBE STEH ICH EIN,
DENN DIE WELT IST SCHWER GETROFFEN,
NICHT NUR MEIN KLEINES FLECKCHEN ERDE,
WO ICH MICH MEISTENS IN SICHERHEIT WÄHNE,
WO ICH MICH MEISTENS WOHL FÜHLE,
SONDERN DIE GANZE WELT, ÜBERALL,
JEDEN TAG.
FÜR DIE LIEBE STEH ICH EIN,
DENN WIR BRAUCHEN MEHR LICHT,
NICHT NOCH MEHR TOTE,
NICHT NOCH MEHR MACHT,
NICHT NOCH MEHR BOMBEN.
FÜR DIE LIEBE STEH ICH EIN,
SODASS UNSERE KINDER IN SICHERHEIT SIND,
SODASS UNSERE FREUNDE BEHÜTET SIND,
SODASS UNSERE GRENZEN OFFEN SIND.
FÜR DIE LIEBE STEH ICH EIN,
SELBST MIT VERWUNDETER SEELE,
SELBST MIT GEBROCHENEM HERZEN.
Dorothy Oger, Brüssel, 23. März 2016
Ik droom van schilderen en dan schilder ik mijn droom -Vincent van Gogh
Puristen zullen zeggen dat een echte Van Gogh-expo met schilderijen moet worden gemaakt en niet met projecties, en bij voorkeur in een museum en niet in een beursgebouw. Daar ligt creatief directeur Mario Iacampo evenwel niet van wakker. Hij mikt net op mensen die nooit naar een museum gaan. Misschien meer op mensen die een pretpark bezoeken, want hier staat beleving centraal, en het aanspreken van alle zintuigen.
Brussel is de tweede halte van de expo, na de San Giovanni Maggiore-kerk in Napels, die op drie maanden tijd 75.000 bezoekers over de vloer kreeg. – De Standaard
Wij – een groepje oud-collega’s – vroegen ons af of we wel tot het hoger genoemde doelpubliek behoorden maar trokken toch naar de Brusselse Beurs voor een bezoek aan The Van Gogh Immersive Experience. Een 360° digital art experience die je via de meest recente virtuele projectietechnologie van kop tot teen onderdompelt in het werk van Vincent Van Gogh. Al was ik al in Zundert, het landelijke geboortedorp van Van Gogh, en in het fraaie Kröller-Müllermuseum op de Veluwe, dat een prachtige collectie van zijn werk herbergt, deze digitale presentatie van kunst en kunstenaar overweldigt.
Projecties, reproducties, geluiden en scènes van zijn kunstwerken, brieven, leven en omgeving creëren het gevoel dat je deel uitmaakt van de actie. De Meet Vincent van Gogh-ervaring toont niet alleen Vincents wereld, zijn leven en zijn werk, maar je kunt het ook voelen en horen. Je volgt de stormachtige ontwikkeling van Vincent van ondergewaardeerd talent tot een van de meest indrukwekkende kunstenaars aller tijden. Je ontmoet zijn intense karakter, zijn ambities en verlangens, zijn zoektocht en passie voor de kunsten. Deze ervaring neemt je mee op een multi-sensorische reis.
In zes verschillende kamers, worden bezoekers door elke fase van Vincents leven geleid. Elke kamer biedt een andere benadering. Indrukwekkende sets laten Vincents evolutie zien als man en als kunstenaar. Bezoekers worden uitgedaagd om deel te nemen aan interactieve activiteiten zoals tekenen met een perspectiefkader, portretten tekenen en digitaal schilderen met de kleuren uit Vincents palet.
De ervaring nodigt bezoekers ook uit om in de wetenschap achter de kunst te duiken en wat nieuws te ontdekken over deze kunstenaar. Ze kunnen het grillige oppervlak van Vincents doeken voelen, de straten van Parijs zien zoals hij ze zag en de wind horen ritselen door het tarweveld waar de beroemde kunstenaar enkele van zijn laatste momenten doorbracht.
Aan het einde van de expo neemt de Virtuele Realiteit-ervaring (+ 2 €) je nog dieper mee in het leven van de artiest in Arles. Je reist doorheen 8 verschillende werken en hun inspiratiebron. De kamer van Van Gogh, de velden, het bos en het dorp om te eindigen met de sterrennacht over de Rhone…
Kortom, deze expo heeft een inspirerende en wervende educatieve waarde. Hij loopt in de Brusselse Beurs en is dagelijks open van 10 tot 18 uur. Vanaf 30 november tot 6 januari, tijdens Winterpret, worden de openingsuren uitgebreid naar 11 tot 22 uur.
Bij Indonesië denken Europeanen vaak louter aan rijsttafels, pindasaus en Balinese stranden – een exotische en gelimiteerde visie. Vanuit zijn missie om via de kunst bij te dragen aan een breder en dieper wederzijds begrip biedt EUROPALIA INDONESIA nieuwe perspectieven op het gastland – maar ook op onszelf. Dankzij residenties van Indonesische kunstenaars in Europa en vice versa kwam een onderling verrijkende artistieke dialoog tussen beide culturen tot stand.
afbeelding: Peter Fitzgerald
Indonesië is een immense archipel van meer dan 13 000 eilanden, die zich uitstrekken over maar liefst 5 000 kilometer van oost naar west. Er zijn ongeveer 255 miljoen inwoners, 300 etnische groepen en meer dan 700 talen. Dat zegt al iets over de diversiteit van het land en de culturen waaruit het bestaat.
Toch hebben bijna al deze culturen een gemene deler, namelijk het belang dat ze hechten aan de voorouders. Van Sumatra tot Papoea, over Java, Borneo, Sulawesi, de Kleine Soenda-eilanden en de Molukken: de voorouders speelden – en spelen vaak nog – een vooraanstaande rol in Indonesië. De Toraja’s die hun doden opgraven om ze op te maken en te vieren, de indrukwekkende Ana Deo-voorouderbeelden die de
dorpelingen van Flores beschermen.
De voorouders, die biologisch of mythisch kunnen zijn, zijn nauw verbonden met het verleden, het heden en de toekomst. Ze vervullen daarbij drie cruciale functies. Ten eerste zijn ze een directe link tussen de Indonesiërs en hun verleden, waardoor de levenden hun plaats in de stamboom kunnen krijgen en hun status en sociale positie bepalen. Vervolgens garanderen de voorouders het evenwicht in de samenleving en verzekeren ze door hun steun en bescherming een harmonieus heden. Tot slot zijn ze een bron van vruchtbaarheid en zorgen ze voor de toekomst en het voortbestaan van de volkeren en hun culturen.
Status: houten sculptuur die in het midden van het huis werd gezet en verwees naar een verre voorouder van de familie in wiens kracht en hulp men geloofde.
De uitwisselingen met andere culturen en religies hebben in de loop van de millennia grote invloed uitgeoefend op de kunsten, op de identiteitsbeleving en op de manier waarop de Indonesiërs naar eigen land kijken. De meeste culturen van de archipel hebben hun roots in de Austronesische cultuur, die nomadenvolkeren meer dan 5 000 jaar geleden uit Taiwan meebrachten. Verder zien we ook de invloed van de schitterende Dong Son-cultuur van het noorden van Vietnam, bekend om hun meesterlijke bronzen artefacten.
Bronzen rituele trommel met kikkers. Kikkers zorgden voor regen, regen was nodig om de rijst te doen groeien. Rond de trommel werd daartoe gemusiceerd, gezongen en gedanst.
Vaak ligt de handel aan de basis van deze uitwisselingen. In de 5de en 6deeeuw introduceerden Indiase kooplui, monniken en heen en weer reizende studenten het boeddhisme en het hindoeïsme op Sumatra en Java. De bekende tempels Borobudur en Prambanan tonen aan dat deze twee religies snel aan belang wonnen op het Indonesische grondgebied. Het is ook de handel die de eerste bezoekers uit China en het Midden-Oosten (vanaf de 7de eeuw) meebracht. Via het Midden-Oosten kwam de islam naar Indonesië, die vanaf de 13de eeuw op Java en Sumatra een enorme bloei kende. Nog later kwamen de Portugese kolonisten, gevolgd door de Nederlanders, op zoek naar kostbare specerijen. Zij legden respectievelijk het katholicisme en het protestantisme op.
Godin van wijsheid en perfectie – boeddhistische en hindoeïstische invloed
Al deze culturen gaven vorm aan de relatie van de Indonesiërs met hun voorouders. Ze verrijkten de vooroudercultus met eigen accenten of probeerden hen net te vernietigen, zoals gebeurde met de Nederlandse kolonisatie. Ook de vooroudercultus zelf drong binnen in de verschillende nieuwe culturen en religies. Zo ontdekken we in Indonesië hindoeïstische en boeddhistische objecten en verhalen die de belangrijke rol van de voorouders illustreren, evenals een gemengde islam, die openstaat voor de eerder bestaande voorouderlijke culturen.
Tot slot wordt er in de tentoonstelling een uitgebreid luik aan de verbazingwekkende dodenrituelen gewijd. Ze bestaan vaak uit verschillende fasen en meerjarige cycli die een overledene toelaten om voorouder te worden. De achtergeblevenen sparen kosten noch moeite om hem of haar naar de bovenwereld te begeleiden en zo ook het evenwicht en de harmonie in de gemeenschap te bewaren.
Gebatikt doek dat toont hoe voorouders mee in de prauw gaan ter bescherming.
160 archeologische en etnografische schatten werden grotendeels uitgeleend door het Nationaal Museum van Indonesië en werden voor de eerste keer in Europa tentoongesteld. Maar ook musea uit heel Indonesië nemen deel, net als een aantal Europese musea en privécollecties. Audiovisueel materiaal, tekeningen en schilderijen contextualiseren en actualiseren het geheel.
In de tentoonstelling organiseert Barbara Raes op geregelde tijdstippen ook een aantal workshops en bevraagt zij – samen met een reeks kunstenaars – de bezoekers over hun relatie met voorouders en rituelen.
Nog tot 14 januari 2018 – BOZAR – Ravensteinstraat 23 – B-1000 BRUSSEL
Jazz-legende Toots Thielemans is op 94-jarige leeftijd thuis overleden. Dat heeft zijn manager gemeld. Hij was “nen echten Brusseleir”. Zijn bijnaam Toots werd afgeleid van de muzikanten Toots Mondello en Toots Caramata. Toots werd als Jean Baptiste Frédéric Isidor Thielemans geboren in de Brusselse volkswijk Marollen. Hij speelde al vanaf zijn derde jaar accordeon. Op zijn zeventiende ontdekte hij de mondharmonica en hij speelde daarnaast gitaar. Thielemans raakte tijdens de Duitse bezetting in de ban van de jazz. In 1951 maakte hij als gitarist deel uit van de begeleidingsband van de Belgische zanger Bobbejaan Schoepen. In 1952 emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij in de band van Charlie Parker en het kwintet van George Shearing speelde. Hij heeft vervolgens samengewerkt met onder anderen Benny Goodman, Peggy Lee, Ella Fitzgerald, Quincy Jones, Bill Evans, Jaco Pastorius, Elis Regina, Pat Metheny, Billy Joel en Paul Simon. Hij wordt algemeen erkend als één van de grootste jazzmuzikanten ter wereld. bron: bruzz.be
Marc Van den Hoof, jazzspecialist en o.a auteur van Double bill. Over Jazz, sprak een laudatio uit – Toots, jazzman met geniale trekjes – bij de uitreiking van de carrièreprijs van Klara aan Toots Thielemans twee jaar geleden. Hij noemt hem een bruggenbouwer, de buurman met geniale trekjes, de gitaar- en mondharmonicavirtuoos, de meester van de improvisatie.
Improvisation? Anyone who plays anything worth hearing, knows what he’s going to play, no matter whether he prepares a day ahead or a beat ahead. It has to be with intent. – Duke Ellington in Stanley Dance – The World of Duke Ellington
Marolles 66 … du bucht ou du brol ?
Aanvankelijk stilstaande beelden, verder een video. Een serie interviews. Het gaat over de buurt, het maatschappelijke leven, het karakter van de Marollen en zijn inwoners in de jaren 60. Getuigenissen doordrenkt met een zekere nostalgie, een zekere joie de vivre, een absolute solidariteit die bezielt. De makers interviewden persoonlijkheden zoals Toots Thielemans, Mieke Caricole en dochter, vader Vanderbiest, meester Jacques Cornet, François brandweerman, Marcel van huis ‘Marcel’, Mariette, Bob, Ben, Jojo Marollien, Willy ‘de walvis’, Enrico, de inwoners van de Marollen, Belgen, Spanjaarden, Portugezen, Noord-Afrikanen die deze tijd hebben meegemaakt.
Toots Thielemans was niet alleen een groot muzikant, maar ook een schone mens,” zegt Henri Vandenberghe, oprichter van jazz- en folkfestival Brosella.