En is’t de liefde niet wat is ’t dan dat …

Fleurs_et_Mains1958 - P. Picasso

Bloemen

Je vroeg me die bloemen,je zei ze met aandrang.
En toen je bedoelde gebastaardeerde,
Maaksel, kweeksel, makelij
Van allebei mijn handen, klein,
Voor allemaal je zinnen, veel,
Toen wist ik wat mijn lot zou zijn.

Ik heb het nog niet klaargespeeld,
Dat kruisen van wortels en stuifmeel en stampers,
Maar als ik dood ben, ligt hier een boeket,
Het zal gaan geuren naar de wet
Die jij mij stelt, een welluidende bos
Van louter kleuren zonder mij.

uit: De liefdesgedichten van Leonard Nolens (2012)

Leonard Nolens ontving in 2012 de  Prijs der Nederlandse Letteren. In 2011 nam Ruth Joos op Radio 1 een zeer gewaardeerd interview van hem af. Hij sloot het interview af met het prachtige gedicht ‘Oogopslag’, eveneens opgenomen in de bundel ‘De liefdesgedichten van Leonard Nolens’ (2012) uitgegeven bij Querido.

Op de valreep nog Anna Equists ‘Een kooi van klank’

Anna EnquistZo ging het gisteren. Ik zou wat gaan shoppen in studentenstad Leuven. Wou vooral mijn poëziebundelbestand wat aanvullen maar maakte er een dagje uit van. Wou ook even nagaan of het klopt dat boekhandels te weinig aandacht besteden aan poëzie. En jawel, in de eerste boekhandel: een klein tafeltje met enkele bundels vooral verzamelbundels van o.a. Herman De Coninck Geef me nu eindelijk wat ik altijd al had ingeleid en geselecteerd door Kristien Hemmerechts , van Anna Enquist Gedichten 1991-2012, van Leonard Nolens De liefdesgedichten, en Jotie ’t Hoofts Verzamelde gedichten. Daarnaast ook enkele genomineerden van de Herman De Coninck – poëzieprijs 2013: de nieuwe bundel van Delphine Lecompte Schachten en Amuletten, Het vertrek van Maeterlinck van Michaël Vandebril, Xavier Roelens’ Stormen, olielekken, motetten. Ook Hugo Claus was aanwezig met Je buik van pimpelmees, een door zijn vrouw Veerle Claus uit zijn oeuvre.geselecteerd bundeltje liefdesgedichten  Er bleek in de betrokken boekhandel ook nog een piepklein plekje op de eerste verdieping te zijn vrijgehouden voor poëzie. Illustere afwezigen: Annemarie Estor en  David Troch. Bij navraag bleek buiten westen van David Troch al meer dan drie weken besteld maar niet meer verkrijgbaar, in herdruk. En De oksels van de bok van Annemarie Estor? Ja we bestellen niet zoveel poëziebundels want de verkoop kent dan een paar dagen in deze tijd van het jaar een piek en dan blijven we met die bundels zitten. Trouwens we vinden dat ze eigenlijk al proportioneel gezien te veel plaats innemen. Toen brak mijn spreekwoordelijke klomp! Ik kocht enkele bundels en vroeg of ik het Poëziegeschenk 2013 dan niet kreeg want het bestede bedrag overtrof ruim het aankoopminimum van 15€. Nu, die hadden ze niet meer, ze hadden er maar zeer weinig gekregen en die waren nu op. Een beetje teleurgesteld verliet ik de zaak mezelf verwijtend te lang gewacht te hebben met de aanschaf. Het Gedichtendagessay 2012 van Erik Spinoy prijkte nog in de etalage en werd voor 2.5 € aangeboden. Terwijl ik de winkelwandelstraat instapte om nog wat boodschappen te doen en al flanerend de tweede boekhandel passeerde, er ook even binnenliep en nog wat poëzie kocht, werd ik de gelukkige die de laatste ‘Een kooi van klank’ van het plastic staandertje mocht plukken. Een kleinnood van 10 prachtige gedichten. ‘Het Poëziegeschenk […] gaat over de rol  van muziek op gebieden waar woorden ofwel (nog) geen betekenis hebben, bijvoorbeeld in de omgang met een heel jong kind, ofwel hun betekenis zijn kwijtgeraakt, zoals na een verpletterend verlies.’


Begin
Er viel niets te noemen, tijd
hield zich stil. Het danste en bruiste
boven dof bonken. De donkere

holte zonder gebrek of verlangen
werd een huis voor een grenzeloos
wezen dat groeide, blind,

op de maat van mijn hartslag.
Zij was het.Woordeloos kon ze
het wiegende ritme ontvangen.

Ze luisterde naar dat kloppende
ruisen en hoorde daartegen
het haastige tikken van haar begin.



Pavane
Canon, sonate, koraal. Je bouwt
van geluid een vertrouwde woning;
de sarabande je hartslag, je adem.

De pavane past je als huid, het requiem
vormt een harmonisch tapijt. Geen huis
hechter, geen steviger bouwsel van tijd.

Ook zij had met muziek haar wanden
behangen. Werd ze op straat, tussen 
herrie en stank, door liedjes gewiegd?

Pergolesi en Prince. Op de zachte
matras van de stenen verging ze,
veilig en warm, in een kooi van klank.

Tot slot, het moet me van het hart: er is echt wat met de ‘Staat van de Poëzie’ want ook in de tweede boekhandel was het ‘zoeken’ naar het poëzieplekje en dat terwijl de Poezieweek nog niet ten einde was. Is de inkrimping van het poëziebestand in de boekhandels het onmiskenbare teken dat het om een te ‘elitair’ kunstgenre gaat? Beschouwen boekhandels poëzie nog als ‘waardevol’, vroeg ik me af. Besteden we op school  aan deze kunstvorm nog voldoende aandacht? Is het distributiesysteem afgestemd op onze tijd? Heeft het snel levende hedendaagse publiek geen behoefte meer aan het genre? Met Erik Spinoy ben ik geneigd te zeggen The future is not ours to see.

%d bloggers liken dit: