Oude vrouw | Charles Ducal | Werelddag Dementie

Oude vrouw

Het is stil in de straat. Nooit komt een man
voorbij met een brood in zijn armen.
Aan een hand hangt een bril, hulpeloos,
als een druppel aan een afgesloten kraan.

De vrouw in de rolstoel wordt niet meer warmer.
Een fotoboek is tegen de winterkou bovengehaald
en ligt als een ingeving naast de kachel.
Uit de klok hangt de koekoek stomweg omlaag.

Wat zij gemist heeft tast in haar rond
als een blinde geleid door een dwalende hond.
Het is stil in de straat. Iedere dag wacht dit kind,

al jarenlang, ontheemd, ondervoed.
Het wordt nooit warmer. Nooit komt een man
voorbij met een brood in zijn armen.

Charles Ducal

Bron: Dichter des Vaderlands

Ierland viert de 150ste verjaardag van de geboorte van Nobelprijswinnaar W.B.Yeats

 

The Song of Wandering Aengus
By William Butler Yeats

I went out to the hazel wood,
Because a fire was in my head,
And cut and peeled a hazel wand,
And hooked a berry to a thread;
And when white moths were on the wing,
And moth-like stars were flickering out,
I dropped the berry in a stream
And caught a little silver trout.

When I had laid it on the floor
I went to blow the fire a-flame,
But something rustled on the floor,
And someone called me by my name:
It had become a glimmering girl
With apple blossom in her hair
Who called me by my name and ran
And faded through the brightening air.

Though I am old with wandering
Through hollow lands and hilly lands,
I will find out where she has gone,
And kiss her lips and take her hands;
And walk among long dappled grass,
And pluck till time and times are done,
The silver apples of the moon,
The golden apples of the sun.

uit:The Wind Among the Reeds (1899)

W.B. Yeats, Ierlands grootste dichter – geboren in Dublin,13 juni 1865 – overleden in Menton, France, 1939 – wordt door velen beschouwd als de  beste dichter van de twintigste eeuw. Hij bracht een revolutionaire nieuwe stem in de Ierse literatuur – terwijl zijn werk aanvankelijk wortelde in de oude mythen van Ierland en folklore was hij ook een uitgesproken moderne dichter. Seamus Heaney (1939 – 2013), Noord-Iers dichter, toneelschrijver, vertaler en winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur, merkte op dat Yeats zowel de oprichter als de erfgenaam was van de traditie met een levenslange interesse in het occulte en in de Ierse mythologie, een openheid voor de Europese kunst en oosterse filosofie en met een sceptisch, ondervragend intellect.

Op de website yeats2015.com, die het leven en de artistieke erfenis van de man wereldwijd onder de aandacht brengt, vindt u alle activiteiten die in Ierland en de wereld naar aanleiding van deze verjaardag plaatsvinden.

En is’t de liefde niet wat is ’t dan dat …

Fleurs_et_Mains1958 - P. Picasso

Bloemen

Je vroeg me die bloemen,je zei ze met aandrang.
En toen je bedoelde gebastaardeerde,
Maaksel, kweeksel, makelij
Van allebei mijn handen, klein,
Voor allemaal je zinnen, veel,
Toen wist ik wat mijn lot zou zijn.

Ik heb het nog niet klaargespeeld,
Dat kruisen van wortels en stuifmeel en stampers,
Maar als ik dood ben, ligt hier een boeket,
Het zal gaan geuren naar de wet
Die jij mij stelt, een welluidende bos
Van louter kleuren zonder mij.

uit: De liefdesgedichten van Leonard Nolens (2012)

Leonard Nolens ontving in 2012 de  Prijs der Nederlandse Letteren. In 2011 nam Ruth Joos op Radio 1 een zeer gewaardeerd interview van hem af. Hij sloot het interview af met het prachtige gedicht ‘Oogopslag’, eveneens opgenomen in de bundel ‘De liefdesgedichten van Leonard Nolens’ (2012) uitgegeven bij Querido.

VSB-poëzieprijs voor Ester Naomi Perquin

Cobra.be: VSB-poëzieprijs voor Ester Naomi Perquin.

Bekentenissen 2

Alleen slechte mannen wilde ik aanraken. Ik wilde hun schouders onder
mijn handen voelen, hun knoopjes losmaken, mezelf dan
haastig uitkleden, ze als dekens om me heen slaan,
me in hun armen te slapen leggen.


Ik wilde ze voorzichtig wassen, hun haar inzepen met een shampoo die niet prikt, schuim in hun huid masseren, ze glanzend wrijven.


Ik wilde ze auto’s geven en kleine huisjes voor ze maken,
ze aan tafel zetten met een vrouw, een bordje eten,
een kind dat papa zegt, een lapjeskat.


Ik wilde ze mee het bos in nemen, ze warm aankleden en
de goede kant opsturen, de kant op waar bomen zo
hecht met elkaar vergroeid zijn dat je er
geen pad meer vindt maar wel,
als het donker wordt,
levensechte beren.

uit: Celinspecties (2012)

Voor de overkant – Charles Ducal | Spiegelgedicht | Watou 2011


DouviehoeveVoor de overkant   
                                                 
Er is geen later, zegt zij, het blijft altijd nu.
Wij kijken naar de leeggelopen vijver
waarin dezelfde vogels sporen schrijven
Op zoek naar voedsel in het slijk. Het residu


van wat uit mij is weggevloeid is zij.
Het enige wat ik nog uit de tijd wil halen
is de onmogelijkheid haar te verlaten,
niet nu, niet later. Dat zeg je nu, zegt zij.


Aan de overkant landt in het riet een reiger,
dezelfde reiger, maar zij ziet het niet.
Het slijk droogt op. Ik heb haar lief.
Het enige wat overschiet is mij zorgvuldig
voorbereiden.
 

Charles Ducal


 
 
%d bloggers liken dit: