Mijn lieve gunsteling – Marieke Lucas Rijneveld

De wreedheid van Marieke Lucas Rijneveld is gegroeid, recensie van Marie-José Klaver in Neerlandistiek

Marieke Lucas Rijneveld kan het. Ze kan het echt. Mijn lieve gunsteling is vele malen beter dan haar debuut waarvoor ze de International Booker Prize won. Rijneveld is voor haar tweede roman in de hoofden van een 49-jarige veearts en een 14-jarige boerendochter gekropen die elkaar bij de wekelijkse koeiencontrole op de boerderij van de vader van het meisje hebben leren kennen.

Omslag Mijn lieve gunsteling

Onlangs werden de Grote Drie, zoals criticus Kees Fens Harry Mulisch, Gerard Reve en Willem Frederik Hermans noemde, in de media ten grave gedragen, zonder enige discussie over de kwaliteit van hun werk. Jan Wolkers hoorde eigenlijk ook bij de Grote Drie. Over Wolkers kun je ook moeiteloos beweren dat hij een egocentrische, witte man was die seksistisch schreef. Maar zonder Wolkers zouden we geen Rijneveld hebben. Rijneveld is gaan schrijven toen ze Wolkers ontdekte op de lerarenopleiding Nederlands. Ze werd geraakt door ‘de natuur, het geloof, de seksualiteit, de dieren en vooral zijn prachtige taal’, zei ze in een interview met NRC Handelsblad. De echo van Wolkers klinkt ook in Rijnevelds nieuwe roman door. Dat beperkt zich niet tot de inhoud, het omslag van Mijn lieve gunsteling lijkt veel op dat van De walgvogel (1974) van Wolkers. De onmogelijkheid van de liefdes en de rol van de vaders in Mijn lieve gunsteling en De walgvogel tonen ook overeenkomsten. Mijn lieve gunsteling is met het vele malen voorkomende ‘praaldier’ en de verwijzingen naar ‘lieve jongens’ ook een ode aan Reve, wiens werk de veearts aan zijn ‘lieve gunsteling’ voorleest om haar ervan te overtuigen dat onmogelijke en verboden liefdes de mooiste zijn.

Mijn lieve gunsteling is prachtig geschreven. Rijnevelds stijl en en haar beeldrijke taalgebruik, kenmerkend voor De avond is ongemak (2018) en haar dichtbundels Kalfsvlies (2015) en Fantoommerrie (2019), zijn nog veel beter geworden. De vergelijkingen in Mijn lieve gunsteling zijn subliem. Kwets nooit het leven en snijd nooit in levend vlees, leerde de veearts tijdens zijn opleiding. Toch schendt hij het jonge meisje dat hij vergelijkt met een zweer die hij met een ‘hoefmes uit de klauwlederhuid’ had moeten verwijderen en misschien slechts had moeten ‘reinigen en droogwrijven’. Later omschrijft de veearts het meisje als ‘een kalf in stuitligging in de kraamkamer van mijn verziekte verlangens’. De  manier waarop Rijneveld over koeien schrijft, is ongeëvenaard. De blaarkoppen spelen op vrijwel elke bladzijde een rol, en dat wordt nooit saai.

Rijneveld vertelt een wreed verhaal dat wordt ingeleid door drie regels uit psalm 139, in een vertaling van Anton Korteweg.

Ken me dan maar

weet wie ik ben

en doe maar

-Psalm 139

Psalm 139 staat bekend als een pleidooi van onschuld waarin om vrijspraak wordt gevraagd. Tegelijkertijd kan dit citaat gelezen worden als de wens van de 14-jarige boerendochter om vleselijk gekend te worden door de veearts en zich aan hem over te geven.

Uit de innerlijke monologen van de verliefde pedofiel blijkt dat hij al jaren geobsedeerd is door het meisje. Hij is aan het groomen en rechtvaardigt zijn seksuele obsessie door steeds te wijzen op de door hem waargenomen seksuele behoeftes van het kind, dat nog Roald Dahl en Harry Potter leest en een buitenboordbeugel en een ringetje met een lieveheersbeestje heeft. Hij denkt dat zij voortdurend met seks bezig is. De veearts denkt vaak voor anderen: voor de boerenknechten die het meisje met rust laten en voor de vader.

Waar het allesoverheersende kindperspectief mij in De avond is ongemak soms iets te veel werd, snakte ik in Mijn lieve gunsteling naar de visie van het kind. Wat de veearts wil, is duidelijk, maar wat wil zij? En wie vertelt wat zij wil?

Mijn lieve gunsteling is niet alleen een gruwelijk goed boek, het is ook gedurfd. Bij de introductie werd aangekondigd dat het boek snel in het Engels vertaald wordt. Je vraagt je meteen af hoe dit buitengewoon expliciete boek over pedofilie vol wreedheden jegens mens en dier op de Angelsaksische markt zal worden ontvangen. Het relatief onschuldige De avond is ongemak vormde al een probleem voor de sensitivity readers die Engelse en Amerikaanse uitgevers inhuren om te voorkomen dat lezers overstuur raken door fictie. Hopelijk gaan Rijneveld en haar uitgever pal staan voor een ongecensureerde vertaling van Mijn lieve gunsteling. Iedereen verdient het dit boek in zijn geheel te lezen.

bron: Neerlandistiek – Online tijdschrift voor taal- en letterkunde, 5 november 2020

Zonder meer virtuoos in taal en stijl!

Harder dan sneeuw – Stefan Hertmans

Opmaak 1De lectuur van Stefan Hertmans’ Harder dan sneeuw (2004, heruitgegeven 2015, De Bezige Bij)  werd een beetje teleurstellend. Ik was aan het boek begonnen met een te hooggespannen verwachting, vrees ik. Het bevat bizarre, flitsende gebeurtenissen en wendingen die verwarrend werken en gezocht lijken. Nu eens bevinden we ons in een actuele realiteit (aanslagen op religieuze gebouwen in Parijs en Rome) dan weer zonder overgang in een droom, een flash forward blijkt later, of in een paranoïde hallucinatie. Hoofdfiguur John de Vuyst is het slachtoffer  van een soort complot dat hem op de meest geheimzinnige wijze (soort vlezige afgehakte handjes, rode bolletjes, roodharige man met glazen oog) angst en onzekerheid inboezemt en uiteindelijk ook zijn ondergang bewerkstelligt. Een kafkaëske situatie. Hij ontvangt op de uitgeverij waar hij werkt een enveloppe met vreemde stempels erop ‘een soort combinatie van cyrillisch en Arabisch schrift’ (blz.13) en er zit een brief in die hetzelfde onleesbare handschrift bevat dat overeenkomt met de opschriften op een munt van de Khazaren, een volk ‘dat ergens in de buurt van de Kaukasus leefde tussen 650 en 950’ (blz. 11), en dat twee religies tegelijk aanhing.

De tekening van de hoofdfiguur, de ambitieloze docent, John de Vuyst,  die dan maar uitgever wordt is karikaturaal. Door nierinsufficiëntie is hij tot tijdrovende dialyse gedoemd die later in gevangenschap vreemd genoeg niet meer nodig blijkt. Scènes van innige verbondenheid, zoals die tussen zijn vader en z’n moeder bij het sterfbed van zijn moeder, komen in het handelen en de gedachtewereld van die onaangepaste outsider niet voor.’Ik was niet van deze wereld.’ blz.34  John de Vuyst huwde één van zijn studentes, Marga, maar die gaat omwille van zijn zorgeloze, betuttelende onverschilligheid die ze als vernederend ervaart, van hem weg. Ze walgt van hem. Andere meisjes en alcohol moeten de leegte vullen. Wanneer Isabelle Klossen, dochter van R. Klossen, de man van de sites voor en over neonazi’s,  zijn appartement verlaat, lezen we: ‘Het ruisen van de grote vlokken lijkt luid, harder dan het geluid van sneeuw kan zijn.’ blz. 82 Als  aan het einde van de roman Marga, die hij gedurende het hele verhaal afstandelijk observeert als ‘ongenaakbare schoonheid’,  samen met Hans en diens dubbelganger wordt neergeknald, wordt het ‘oorverdovend stil en bijbels rustig in de vlakte onder [hem]. De nevel van bloed slaat neer op het zand vlak voor de ingang van [zijn] grot, in de diepe stilte na de knal, net iets harder dan vallende sneeuw.’ (blz. 301) Zelf kan hij zich, als verrezen, uit de grot bevrijden, maar hij eindigt duizelend in een rampzalige val.

Twee verhaallijnen kruisen elkaar in de figuur van Hans Mattfersen, een Corsicaan die een lugubere dubbelganger heeft en een typoscript op de uitgeverij indiende over Faust en Constantin Roubert – Een kwestie van Khazaren – Een onopgehelderde geschiedenis en een verdwenen manuscript (blz. 108). De speculaties en bespiegelingen van de diverse romanfiguren: John de Vuyst, Marga Van Riet, Rita, Isabelle Klossen, Hans Mattfersen  over de Khazaarse afkomst van de zionistische Ostjuden en het mossadproject om via een chemische Etnische Bom het DNA-materiaal van de Arabieren te vernietigen terwijl ze zelf geen echte Semieten zijn maar afstammelingen van Khazaarse bekeerlingen, monden uit in gruwelijke, keiharde, afkeer inboezemende maar stilistisch vaardig beschreven wederwaardigheden die tot over de Kaspische Zee voeren en de wereldgeschiedenis en haar religieuze kwesties en conflicten (Godsdiensten. Ziekte van de geest. blz. 296) tot in de vernietigende waanzin opvoert.

Zoekend naar de betekenis van het karikaturale, het science-fiction -, thriller- en horrorachtige van het verhaal leek me de volgende gedachtegang van Marga verhelderend: ‘Als ze voor het huizenblok parkeert waar ze woont, baggert ze op haar halfhoge schoenen door de sneeuw, waarover een late winterzon begint te schijnen. Schuine, uitglijdende, verblindende stralen die iets verhevens oproepen dat ze kent van schilderijen met annunciatietaferelen. Stralen die vanonder dikke grijze wolken komen, die de wanden doen gloeien alsof er betekenis in de wereld was.’ blz. 181  De madonna’s op de annunciatieschilderijen hadden haar als jonge vrouw talloze keren aangegrepen. Het annunciatietafereel duikt ook op in het grotfresco op het einde van de roman maar de madonna is  ‘een vale vlek waar ooit een madonna moet hebben geknield’ blz.294. Het tafereel wordt al aangekondigd op het ogenblik dat John de Vuysts moeder sterft. Dat intieme moment dat hij ‘telkens opnieuw zal terugzien, als op een telkens opnieuw afgespeelde, versleten videoband’ blz.152. Het laatste en derde deel van de roman krijgt ook het motto van de controversiële Queen of Pop, Madonna,  ‘I’m not religious but I feel so moved’.

Harder dan sneeuw wil iets kwijt over onze existentie en de absurde, bedreigende gebeurtenissen die dat bestaan doorkruisen, het fundamenteel veranderen en er littekens nalaten. Het geheel komt, naar mijn bescheiden oordeel, als een wat incoherente, versplinterde fictionele wereld over (een afspiegeling van de reële ?) waarin de spanningsboog regelmatig sneuvelt door stilistische hoogstandjes van zeer verschillende lengte en aard en waar de hoofdpersoon een meewarig, burlesk, en ietwat onwaarschijnlijk karakter aangemeten kreeg.

Van goden en mensen en Syrische christenen

Vandaag stelde ik me de vraag: wat gebeurt er met de Syrische christenen?

Omdat ze net als de alawieten tot een confessionele minderheid behoren (10%), zouden ze, omdat Assad hen gedoogde, altijd het regime gesteund hebben. Syrië liet na de oorlog tussen Israël en de Hezbollah, christenen uit Libanon toe op haar grondgebied en ook de oorlog in Irak dreef christenen die er woonden over de grens naar Syrië. Hoewel zij tot op heden, zoals ik in verschillende getuigenissen las, meestal in een harmonische verstandhouding met de moslims samenleefden, blijken ze nu door jihadrebellen vervolgd te worden. Het sectarische geweld heeft ook hen tot doelwit gemaakt zodat ze opnieuw moeten vluchten. Christenen in Syrië bevinden zich net als in Irak tussen hamer en aanbeeld.

Terry Waite, ooit in 1987 gedurende 1763 dagen gegijzeld door de jihad in een Libanese isoleercel toen hij  op vreedzame wijze probeerde te onderhandelen om gegijzelden vrij te krijgen, vertelt in de CNN footage over de situatie van de christenen die gevlucht zijn uit het noordoosten van Syrië ( Homs en Aleppo) en nu in Libanon, in de dorpen net over de grens, een onderkomen hebben gezocht. 

%d bloggers liken dit: