Impressionant! – Leuvens Alumni Orkest*****

Op zondag 11 december concerteerde het LAO opnieuw met een indrukwekkend programma. De coronacrisis had dat een paar jaar onmogelijk gemaakt, toch bleef het LAO in kleinere groepen en volgens de coronamaatregelen musiceren en zich voorbereiden op het ogenblik dat concerteren weer mogelijk zou worden. Voorzitter en fluitist Jan De Vilder maakte het publiek duidelijk hoe dat allemaal in zijn werk was gegaan. Van het resultaat konden we dan vorig weekeinde genieten.

Het was, als naar gewoonte, Wim De Vilder die de drie stukken die geprogrammeerd waren bij het publiek inleidde. Onder de dirigerende leiding van Hans Casteleyn werden die vervolgens op sublieme wijze ten gehore gebracht.

De Ouverture tot Egmont (1809 – 1810) van Ludwig van Beethoven waarmee het concert aanving, handelt over de Spaanse bezetting van de Nederlanden in de 16de eeuw. Graaf Egmont die het volk in zijn vrijheidsstrijd tegen de Spaanse bezetter steunde, bekocht dat in 1568 met zijn leven: hij werd op de Grote Markt van Brussel onthoofd. Bij het werk dat de Duitse dichter Goethe naar aanleiding van dit drama schreef, componeerde Beethoven de muziek die als het ware een muzikale samenvatting is van het toneelstuk. De uitvoering werd onthaald op een daverend applaus want het zorgde voor tal van kippenvelmomenten.

Nadien werd een minder bekende componist, leerling en later schoonzoon van Antonin Dvořák, namelijk Josef Suk (1874-1935), uit de vergetelheid gehaald. Zijn Serenade voor strijkers in Es opus 6 (1896), zou een vakantiewerkje geweest zijn dat zijn leermeester hem voor de zomermaanden had opgedragen. Sommigen menen dat het stuk een muzikaal portret van Otýlie, Dvořáks 14-jarige dochter, is waarvoor Suk een prille liefde koesterde. De serenade klinkt zonnig en lieflijk. De strijkers wisten hier een vrolijke lichtvoetigheid uit hun instrumenten te toveren.

Hans Casteleyn (onder de zwarte pijl)

Tot slot werden we dan naar Schotlands Holyrood Castle in Edinburgh meegenomen voor de inspirerende, ‘romantische’ beleving van het Schotse landschap met de Symfonie nr. 3 in a, “Schotse” opus 56 (1829 – 1840 – 1843) van Felix Mendelssohn-Bartoldy (1809-1847). Op een avond bezoekt de componist het kasteel en de abdijruïnes van Holyrood en noteert in zijn dagboek d.d 3 augustus 1829: “In de diepe schemering gingen we vandaag naar het paleis waar Queen Mary heeft gewoond en liefgehad (…). Van de kapel ernaast is het dak verdwenen, er groeien gras en klimop, en daar, bij het altaar, werd Mary tot koningin van Schotland gekroond. Het ligt er allemaal kapot en half vergaan bij, onder een wolkenloze hemel. Ik denk dat ik daar vandaag het begin van mijn Schotse symfonie heb gevonden.” Hij noteert inderdaad enkele beginmaten van wat later zijn Schotse symfonie zal worden die pas in de jaren 1840 helemaal uitgewerkt wordt. Omdat Mendelssohn een hekel had aan doedelzakken horen we die in dit stuk ook niet. Wél wordt de sfeer  van de indrukwekkende, onstuimige en mysterieuze natuur van de Schotse kusten opgeroepen maar ook de weemoed en ongecompliceerde eenvoud van een plechtige processie met naar het einde een levendige Männerchor (notitie Mendelssohn) hymne die leidt naar een triomfantelijk einde.

Het hele concert werd een absoluut impressionante luisterervaring die dan ook een warm en lang applaus kreeg.

The French Connection – Leuvens Alumni Orkest o.l.v Hans Casteleyn*****

Terwijl zondagmiddag  in Leuven de kerstmarkt langzaam volliep vond in de Rector De Someraula het jaarlijkse winterconcert van het LAO plaats. Altijd weer een muzikale ervaring die zoals Wim De Vilder in zijn inleiding aangaf ‘de platgetreden paden verlaat’.

Onder de leiding van dirigent Hans Casteleyn werden we vergast op stukken van Franse componisten of componisten ‘with a French Connection’.

We luisterden in het eerste deel naar de ouverture LE CARNAVAL ROMAIN op.9 (1844) van Hector Berlioz. Als één componist het predicaat ‘romantisch’ verdient dan zeker hij., lezen we in het programmaboekje. Berlioz leefde gepassioneerd, stortte zich in stormachtige liefdes, kende succes en momenten van extase maar evengoed diepe ellende en afwijzing. Zijn kunstenaarschap zag hij als een grootse roeping. Le carnaval is een virtuoos showstuk, kleurrijk en vol verrassende wendingen. Mooi is de delicate, romantische liefdesmelodie die een ritmische Italiaanse springdans onderbreekt. Eerst horen we ze als solo voor de althobo of Engelse hoorn, dan voor de strijkers en tenslotte voor het hele orkest.

Vervolgens was Gabriel Fauré aan de beurt met de DOLLY-SUITE op. 56 (1894-1997). Fauré is als zachte componist de tegenvoeter van Berlioz. De DOLLY-SUITE  is een reeks stukjes voor piano vierhandig opgedragen aan het dochtertje van de zangeres Emma Bardac, een intieme vriendin van de componist. Het meisje heette Hélène maar werd Dolly genoemd. We genoten van BERCEUSE, MI-A-O, LE JARDIN DE DOLLY, KITTY-VALSE, TENDRESSE en LE PAS ESPAGNOLE.

Het sluitstuk van het eerste deel werd het CONCERTO DA ESPERIMENTO voor fagot en orkest (ca. 1845) van Gioacchino Rossini. Voor deze driedelige ‘esperimento’ of meesterproef  werd de solo-contrafagottist bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest  (Amsterdam), SIMON VAN HOLEN (B), uitgenodigd. We waren getuige van een adembenemende vertolking van fagottist en orkest.

Simon Van Holen met het Leuvens Alumni Orkest

Na de pauze volgde de SYMFONIE in d (1888) van CESAR FRANCK. Geen betere ambassadeur voor een Europa zonder grenzen dan de Nederlands-Belgisch-Frans-Duitse César Franck leren we uit de biografische notities. Door zijn afkomst bevindt deze componist zich op het snijvlak van de Germaanse en de Romaanse cultuur. Deze Symfonie zou zowat de Franse noblesse met de Duitse Tiefsinn verzoenen. Ik vond de uit twee delen en een finale bestaande symfonie heel moeilijk te verhapstukken: donker, melancholisch en met met erg wisselende stemmingen.

Met een klein maar fijn ‘toemaatje’ van Debussy bracht Hans Casteleyn ons echter weer helemaal in balans. 😊

Meer info over de solist: www.simonvanholen.be

Symfonische dans – Leuvens Academisch Orkest*****

Als muziek kon spreken, zou ze misschien zeggen: ik leef tienmaal intenser dan elk levend wezen en sterf duizend maal dieper – Carl Nielsen

Terwijl de eerste sneeuw zondagmiddag de kerststemming inluidde, verzamelde zich in de Pieter de Somer-aula in Leuven een menigte die kwam genieten van het concert ‘Symfonische dans’ door het LAO of het Leuvens Academisch Orkest.

Het Leuvens Academisch Orkest

Nieuwsanker Wim De Vilder presenteerde. Het concert werd op gang getrokken met een werk van de Deen Carl Nielsen (1865-1931) Suite uit Aladdin op. 34. Het LAO voerde de luisteraars van een oriëntaalse feestmars naar Aladdins dromerige dans door de ochtendnevel en van de rumoerige markt van Isphahan naar een Afrikaanse dans. De suite Aladdin, die in Nielsens’ tijd van meet af aan veel succes kende, dompelt de luisteraar onder in magische en steeds wisselende sferen. Bijzonder is De markt in Isphahan (huidige Teheran), waar vier instrumentengroepen als aparte orkesten door elkaar spelen en zo een struinen langs verschillende kramen in een chaotische en bonte bazaar uitbeelden.

Wie de voorbije weken de programmareeks ‘Thomas speelt het hard’ volgde waarin tv-presentator Thomas Vanderveken de uitdaging aanging om het Pianoconcerto in a op.16 van Edvard Grieg (1843-1907) in te studeren en te vertolken terwijl hij gaandeweg de raad van de beste pianoleermeesters inwon, die mocht in dit concert de virtuositeit van één van die meesters, Liebrecht Van Beckevoort, proeven in de uitvoering van datzelfde concerto.

Aan de vleugel, Liebrecht Van Beckevoort – dirigent Hans Casteleyn

Grandioos, onbeschrijfelijk mooi, uniek was het, het LAO onder leiding van dirigent Hans Casteleyn met als solist Liebrecht Van Beckevoort aan de piano. Er ontstond een absolute topervaring van muzikale emotie en begeestering bij de luisteraar.

Na de pauze kwamen de Symfonische dansen op. 45 van Sergej Rachmaninov (1873-1943) aanvankelijk ‘non allegro’ en in een tweede deel romantisch duister over met in het laatste  derde deel een weemoedige Dies Irae-verwijzing tussen twee levendige opflakkeringen, eindigend weliswaar in een triomfantelijk Russisch-orthodox Alleluia. De componist schreef het werk in 1940 als een ballet voor de choreograaf Fokin. Maar Fokin overlees in 1942, nog voor hij de choreografie had kunnen maken. De muziek is dan een eigen leven gaan leiden als een symfonie. Ze bestaat uit drie delen die met het oog op de choreografie de titels  Middag, Avond, Middernacht meekregen oftewel jeugd, volwassenheid, ouderdom. Later schrapte Rachmaninov die titels. Men kan zich afvragen of de componist voorvoelde dat de Symfonische dansen zijn laatste werk zouden worden. Als het werk af was zei hij: “Ik weet niet hoe ik het voor elkaar heb gekregen, het moet een laatste opflakkering geweest zijn.”

Meer info:  www.liebrechtvanbeckevoort.be en  www.lao.be

 

%d bloggers liken dit: