Van mooie meubels en gebruiksvoorwerpen naar sociaal activisme en design thinking – Chris Meplon | VAM – Mechelen

De grote doorbraakmomenten in de geschiedenis van het 20ste-eeuwse design hadden te maken met cultureel bewustzijn en engagement gekoppeld aan ambitieus ondernemerschap. Design floreerde op plaatsen waar een sterke culturele visie gekoppeld werd aan solide productiemiddelen en vakmanschap. Italië en de Scandinavische landen golden lange tijd als voortrekkers. Vanaf de jaren 1980 -1990 begon design internationaal enorm te ‘boomen’. Designers werden halve popsterren, mediahelden en profeten, denken we aan Philippe Starck. Nooit eerder hingen zoveel verschillende mensen professioneel af van de designwereld en nooit eerder identificeerden zovelen zich met design. Opmerkelijk is dat naarmate de productiemiddelen en het vakmanschap uit Europa verdwenen, design meer bejubeld, gepromoot en geïnstitutionaliseerd werd. Daarbij gaat de aandacht tegenwoordig zelden nog naar meubeldesign, autodesign of grafisch design, maar des te meer naar de maatschappelijke voorbeeldrol van een nieuw soort designer. Bij disciplines zoals social design, service design, human centered design of design thinking wordt de designer gepresenteerd als een probleemoplossende generalist die over alle vaardigheden beschikt om in de toekomst te kijken en de wereld te verbeteren.

1c6096eChris Meplon schreef als freelance journaliste, columniste en critica talloze bijdragen over design voor binnen- en buitenlandse media zoals De Standaard Magazine, De Morgen, De Tijd, Ons Erfdeel, A+, Frame, Der Tagesspiegel, Pi. Ze was curator van tentoonstellingen zoals “Gelinkt. De collectie “netwerkt” in het Design Museum Gent (2013-2014) en van “Déjà-Vu ” op Interieur Kortrijk in 2012. Ze werkte mee als auteur aan monografieën over onder meer Maarten Van Severen, Vincent Van Duysen, Dirk WynantsNedda El Asmar, Muller Van Severen en aan verschillende tentoonstellingscatalogi.[bron: VAM-bestuur] 

In haar uiteenzetting over twintigste-eeuwse verschuivingen in designdefinities en die van nu – overigens van achter een lezenaar ontworpen door een paar studenten van de Thomas More Hogeschool, campus Lucas Faydherbe, in Mechelen – kregen we een beeld van de essentie van design; van hoe verschillende designers, vormgevers, ontwerpers het begrip probeerden aan te vullen, te herdefiniëren en hoe ze reageerden op de politieke, sociale en economische omstandigheden van hun tijd en dat nog steeds doen. Moeten we spreken van producten van design of eerder van objecten? Waar ligt de grens tussen kunst, design en ambacht? Veel designers verkennen de grenzen tussen deze drie en overschrijden ze soms. Functionaliteit is in elk geval ‘key’. Chris Meplon illustreerde het tweede deel van haar voordracht met beeldmateriaal over Christopher Dresser, Richard Hutten, het collectief Droog Design, de Eindhoven Academy, Michael Thonet, Le Corbusier, de Memphisgroep, Konstantin Grcic, Verner Panton e.a. Toch moet me over deze voordracht een kanttekening van het hart. Boeiende inhoud is één ding, die ook nog onder de knie krijgen voor een vlotte presentatie een ander. Zat het design van de lezenaar daar voor iets tussen? De jonge enthousiaste designers waren in elk geval, reagerend op hun tijd, creatief aan de slag gegaan met afvalmateriaal, aldus Guy Foulon, opleidingshoofd Design, campus Faydherbe. ‘Misschien kon het aspect functionaliteit nog een tikje bijsturing verdragen voor leesbrildragende sprekers’, vond critica Chris Meplon, ‘de realiteit heeft zo zijn eisen.’