‘Het Hout’ excelleert in groots opgezette tableaus, te ontdekken als een veelluik waarin oneindig veel details, allegorieën of parafernalia verstopt zitten. Taferelen die je soms ook een schaterlach ontlokken: wanneer Jezus Christus amper een paar dagen voor Pasen bij takelwerken in de kapel van zijn kruis dondert en de broeders het noorden kwijt zijn. Finaal grijpen alle tentakels ingenieus in elkaar, volgens het horlogemakersproza dat Brouwers bedrijft, met daarbovenop een ongewone apotheose waarin hij alle sluizen openzet. Toch handhaaft hij zijn grondtoon en dwingt hij ons tot traag savoureren. Zo wint de romancier het van de aanklager. – De Morgen (3/10/2014)
De taal van Brouwers varieert van uitbundig en barok tot gewild stuntelig in de leugenachtige mond van pedofiele priesters en broeders. De taal is voor broeder Bonaventura een verleidelijke gevangenis en een beangstigende bevrijding. De reiniging van een groot kruisbeeld in de kerk, ter gelegenheid van de Goede Week, is een parel van tegelijk bedwelmende en subversieve taalhantering. Met dezelfde precisie, allusie, verrukking en walg wordt een tandextractie beschreven. En de slotscène lijkt wel de apotheose van een film. Maar dit verhaal is vooral geschreven met de kille woede van een schrijver(en ex-pensionaatsgast) om wat een seksueel verwrongen gemeenschap en instituut met mensen, en in de eerste plaats met weerlozen en zwakken, kan uithalen. Soms ga je als lezer wanhopen om de lucide maar weifelmoedige Bonaventura, maar Brouwers kon hem echt niet aan zijn lot overlaten. En Patricia ook niet.- Cobra.be (9/10/2014)
In de Vlaamse literatuur is ‘de geestelijke die zijn handen niet kan thuishouden’ een clichépersonage, zoals de kolonel of de oude vrijster bij Agatha Christie. Dat er met ‘Het hout’ nog maar eens een roman over geniepige, geile geestelijken verschijnt, is niet per se een reden tot juichen. – De Standaard (3/10/2014)
Jeroen Brouwers is een van de grootste schrijvers van het Nederlandse taalgebied. Hij heeft een indrukwekkend en omvangrijk oeuvre opgebouwd van romans, verhalen, brieven (het prachtige Kroniek van een karakter), essays, feuilletons en polemieken.
Hij schrijft niet alleen schitterend proza, maar strijdt in zijn geschriften ook tegen misstanden en maatschappelijk onrecht. Met zijn net verschenen elfde roman, over seksueel misbruik en hypocrisie in de katholieke kerk, voegt hij weer een parel toe aan zijn oeuvre. – Literair Nederland (13/10/2014)
De jury van de Gouden Boekenuil 2015: “Jeroen Brouwers brengt zijn immense taalkracht overdonderend in stelling. Nooit eerder diende zijn barok ronkende proza, dooraderd met onder meer de katholieke retoriek, beter het opzet van een roman. De lezer voelt de pij van de vertellende broeder Bonaventura voortdurend schuren en prikken.”
Ja, evenementen doen lezen én verkopen: opvallend hoe Brouwers na het missen van de Gouden Boekenuil (die ging naar Mark Schaevers’ Orgelman, BK) op zijn (75ste, BK) verjaardag afgelopen donderdag nu toch opnieuw de top 10 van best verkochte fictie in de Vlaamse boekenhandel binnenzeilt. – Knack (7/05/2015)
Een recensie die wat dieper graaft in de compositie, de taal en de stijl van de roman is die van Koen Rymenants op de blog van Ons Erfdeel. De recensent toont aan hoe in Brouwers verhaal ‘geen mus van het dak valt zonder dat het een gevolg heeft’ en dat in de roman ‘een meesterlijk uitgewerkt web van motieven’ te ontdekken valt.
Een bijzonder opstandings- en bevrijdingsverhaal, dat overduidelijk geschreven moest worden. Brouwers kon niet anders!