Undercover in Klein-Marokko – Hind Fraihi

Achter de gesloten deuren van de radicale islam in Molenbeek

‘Tien jaar geleden waarschuwde ik al voor wat iedereen liever negeerde’ – Hind Fraihi

In december 2016 zou Hind Fraihi een lezing geven voor de Vlaamse Academici Mechelen maar ze werd toen wegens ziekte weerhouden. Daarom las ik haar boek Undercover in Klein-Marokko uitgegeven bij uitgeverij Van Halewijck, 2016.

Allahverdomme waarom? Waarom pleegt iemand een misdaad in de naam van Allah? Wie zijn de moslimextremisten? Freelance journaliste Hind Fraihi vroeg het aan de radicale moslims in eigen persoon. Fraihi ging in 2005 twee maanden undercover in Molenbeek. In de gedaante van een studente sociologie die onderzoek deed voor haar eindscriptie, leefde ze in een Brusselse moslimwijk en liet ze fundamentalisten ongemaskerd aan het woord. Ze ging daar waar geen camera’s komen, waar journalisten zonder islamitische afkomst geen toegang hebben, waar openhartig wordt gesproken in de taal van de koran.
In dit boek wordt het toenemende islamfundamentalisme omschreven als een politieke godsdienst die weigert in eigen boezem te kijken. De politieke islam wordt beschreven als een collectieve vlucht voor de maatschappelijke malaise in de Arabische wereld, met een weerslag op en in het Westen.
De bevindingen gaan ook niet voorbij aan de “herislamisering” van aanvankelijk gematigde moslims.  Hun getuigenissen zijn voor politiek correcte  personen alvast onwelgevallige zaken. In dit boek zoomt  Fraihi verder in op de zogenaamde ‘jihad hoofdstad’ Molenbeek en het fenomeen van de Syriëstrijders.

Een indringende reportage over degelijk, want goed gedocumenteerd, undercoverwerk dat alle facetten van het moslimextremisme – dat in de Molenbeekse en bij uitbreiding ook in andere grootstedelijke sociaal achtergestelde wijken ingang heeft gevonden – tegen het licht houdt en probeert te achterhalen welke oorzaken eraan ten grondslag liggen. Een ‘must read’ van een openhartige, kritische en vrijgevochten moslima die zichzelf vragen stelt die ertoe doen en in de diepte zoekt naar een antwoord dat alles behalve simplistisch is.

Hind Fraihi is een freelance journaliste die voor verschillende media verslaggeving heeft gedaan over de Arabische wereld. Daarnaast doet ze ook researchwerk voor binnen- en buitenlandse media. Hind Fraihi coördineerde in 2014 – 2015 postgraduaat Arabische wereld en Midden-Oosten bij de hogeschool Thomas More.
In samenwerking met  de Thomas More hogeschool publiceerde ze het boek  “De Islam in 500 woorden”
Haar bekendste reportage is wellicht de reeks in Het Nieuwsblad waarvoor ze twee maanden undercover ging in de Brusselse gemeente Sint-Jans-Molenbeek. In deze reeks legde ze de toenemende radicalisering bij de achtergestelde allochtone jeugd bloot en wees ze op de gevaren die deze ontwikkeling met zich zou meebrengen. De aanslagen in Parijs en Brussel en de Molenbeekse link met de daders  geven aan hoe visionair haar bevindingen waren. Hind  Fraihi  werkt tevens als columniste voor de krant De Tijd.

Onderzoeksjournalisten aan het werk over authenticiteit van het vermeende ‘Hitlergedicht’ Denk’es! – Denk daaraan!

Vanochtend vond ik een bericht in mijn mailbox van onderzoeksjournalist en dichter BartFMDroog meldend dat hij met interesse mijn log Denk’es! – Adolf Hitler over o.a. het wassen Hitlerbeeld, Reset (Vienna 1909, 20-year old Adolf Hitler is Homeless), van de Nederlandse kunstenaar Roy Villevoye op Watou 2016 en het aan Hitler toegeschreven moedergedicht, gelezen had. Hij wees me erop dat in het kader van het onderzoeksdossier dat is ontstaan over de authenticiteit van het Mutti-gedicht, Menno Wigman zijn essay  bij de dichtbundel Bloemen van het kwaad door Paul Damen, terugtrekt. In een artikel in Trouw van 8 februari jl. lezen we:

Het gedicht ‘Denk daaraan!’ is niet van de hand van Adolf Hitler. Het is vaak abusievelijk aan de dictator toegeschreven, ook door de Amerikaanse Hitlerbiograaf John Willard Toland. Volgens de Emmense dichter Bart FM Droog is het rond 1906 onder de Duitse titel ‘Wenn deine Mutter alt geworden’ geschreven door de Duitse dichter en toneelschrijver Georg Runsky.- Trouw

Mijn hartelijke dank aan dichter BartFMDroog voor dit onderzoekswerk dat ook mij in staat stelde mijn log met betrekking tot dichter Menno Wigmans aanname bij te stellen.

De geheimen van de Staatsveiligheid – Lars Bové*****

Speurtocht naar een schimmige overheidsdienst

Sinds de aanslagen op het Joods Museum in Brussel (24 mei 2014), op Charlie Hebdo (7 januari 2015) in Parijs en een paar weken later de verijdelde aanslag van Verviers (B), de aanslagen in de Bataclan (13 november 2015) en Brussels Airport (22 maart 2016), Nice (14 juli 2016), Munchen (22 juli 2016) stellen we ons onmiddellijk vragen naar de Belgische betrokkenheid. Leven we hier te lande met de realiteit van militairen bij gevoelige targets, met strenge controles van tassen en rugzakken bij massa-evenementen, in luchthavens en in musea, met het verhogen of verlagen van de terreurdreiging door het OCAD, het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, waaraan de Staatsveiligheid samen met de politie, de militaire inlichtingendienst en tal van andere overheidsdiensten informatie moeten bezorgen om de dreigingsanalyse te kunnen maken zijnde: laag, gemiddeld, ernstig of zeer ernstig.

Binnen het geschetste kader stelde ik mezelf dikwijls de vraag: ‘Staatsveiligheid, hoe werken ze daar eigenlijk?’ Ik denk dan aan het Belgacom afluisterschandaal. Was Staatsveiligheid daar dan niet van op de hoogte? Of het afluisterschandaal bij de Europese Raad door Rusland. En de teruggekeerde jihadistrijders, hoe konden ze onder de radar blijven? Werkt onze Staatsveiligheid efficiënt genoeg ? Beschikken zij over voldoende middelen, de eeuwige kritiek die we in verband met de werking van Staatsveiligheid of de Veiligheid van de Staat / Sûreté de l’État  zoals deze overheidsdienst officieel heet, in de media horen. Veel vragen en geheimzinnigheid dus rond deze geheime dienst.

Lars Bové – foto: lannoo.com

Het boek De geheimen van de Staatsveiligheid, Lannoo, 2015 van onderzoeksjournalist bij de krant De Tijd, Lars Bové, kwam als geroepen om mijn nieuwsgierigheid te stillen. In een prettig leesbare stijl beschrijft hij zijn Speurtocht naar een schimmige overheidsdienst . Hij onderwerpt de voormalige en huidige administrateur-generaal aan een indringend interview; ontmoet in kroegen, tavernes en cafés voormalige en huidige inspecteurs en speurders die anoniem uit de biecht klappen; wordt ontvangen door het Comité I, de waakhond die toezicht houdt op de Staatsveiligheid; neemt een interview af van Stefaan De Clerck, voorzitter van de Raad van Beheer bij Belgacom, die tweemaal minister van Justitie was en onder wie er in 2010 de wet op de Bijzondere inlichtingsmethodes of BIM kwam, wet die de Staatsveiligheid alle mogelijke onderzoeksbevoegdheden geeft. Tussendoor geeft hij zijn persoonlijke inzichten en commentaren op wat hij meemaakt en verneemt en last vier specifieke Dossiers in – MI5, De eerste telefoontap, EU Confidential, Mohammed cartoon –  die mee de vinger op de wonde leggen van de  lacunes en de disfuncties  van de Staatsveiligheid. Hij maakt een vergelijking met de buitenlandse inlichtingendiensten en realiseert zich wat kan en niet kan binnen de Belgische context die, vooral wat Brussel betreft, toch een sterk internationaal karakter heeft met de aanwezigheid van de EU, de NATO en vele ambassades.

Hallucinant zijn Lars Bovés vaststellingen en al geeft hij toe dat zijn boek wellicht ontstaan is op een ogenblik dat er een keerpunt op gang is gekomen in de werking van de Staatveiligheid en dat er met de huidige administrateur-generaal een andere weg is ingeslagen toch voel je ook aan zijn schrandere commentaren dat er nog een lange weg te gaan is en dat meer openheid van en meer aandacht voor de dienst o.a. van de politici  niet zou schaden. In een concluderend hoofdstuk stelt hij: “De Staatsveiligheid is even onmisbaar als gevaarlijk voor onze democratie, zoals elke inlichtingendienst in welk land ook dat is. Daarmee omgaan vergt een sterke controle op de inlichtingendiensten en België mag best trots zijn op de externe controlemechanismen die de voorbije jaren zijn opgebouwd. […] De stille successen die de mensen van de Staatsveiligheid boeken, halen bijna nooit de pers. Nochtans zouden ze de vicieuze cirkel kunnen doorbreken waardoor alleen de mislukkingen van de dienst in de openbaarheid komen. Maar ook haar successen houdt de Veiligheid van de Staat liever geheim. Het versterkt mijn overtuiging dat het eerste slachtoffer van al die geheimzinnigheid de Staatsveiligheid zelf is. Onbekend is onbemind.”

Meer informatie over het boek in De Tijd: Dossier De geheimen van de Staatsveiligheid en in MO*: Tien zaken die u nog niet wist over Staatsveiligheid.

%d bloggers liken dit: