Het weer van de voorbije dagen nodigde niet meteen uit om te wandelen maar toch lukte het me om tussen de buien door een paar lussen in Vlaams Brabant en Limburg te stappen. Wandelen, soms tegen pijn in, blijft zijn helende kracht bewijzen en geleidelijk aan wordt het zelfs een licht verslavende activiteit. Wandelen is de beste medicijn, wist Hippocrates al. Wat je al wandelend ervaart en ontdekt is soms zo intens dat je het wil vatten in een foto of een beschrijving van het ogenblik. De emoties en gedachten die ermee gepaard gaan griffen zich diep in je geheugen en geven impulsen om telkens weer op een nieuwe ontdekkingstocht te trekken. Ze hebben niets spectaculairs en toch scherpen ze je verwondering aan voor alles wat je ziet, voelt, hoort, proeft. Je komt altijd rijker terug dan dat je vertrok en stappenderwijs verleggen zich ook je fysieke en mentale grenzen. Geuren, geluiden, kleuren … al je zintuigen openen zich en oefenen een weldadige werking uit. Prettige weetjes komen onder je aandacht. Ik laat je graag mee genieten van enkele impressies en wetenswaardigheden.
Zwarte populier is de meest zeldzame en bedreigde boomsoort in ons land. Recent ontdekten de wetenschappers in Affligem een raszuiver exemplaar met een in Vlaanderen nog onbekend genetisch profiel. Hij werd lang geleden aangeplant op de hoek van drie percelen om grensbetwistingen te voorkomen.
De inwoners van Essene (Vlaams Brabant) danken hun spotnaam ‘papeters’ aan hun rijke hopverleden. Volgens de overlevering was het de regel dat tegen de kleine kermis een teil (rijst)pap werd gemaakt voor elke hopstaak waarop tegen 29 juni, de feestdag van Sint-Pieter en Sint-Paulus, de hop was gegroeid tot een meter van het eindpunt. Het beeld bevindt zich op het Kerkplein en is van de hand van kunstenaar Patrick Van Craenenbroeck.
Het landleven lacht je langs wegen en wegeltjes meestal uitbundig toe.
Het Heiderbos in As (Limburg) kreeg nog net geen erkenning als UNESCO Werelderfgoed omdat “de uitzonderlijke universele waarde van het nationaal park (Hoge Kempen) als ruraal en industrieel transitielandschap nog onvoldoende bewezen is.” De stuurgroep achter de aanvraag, Regionaal landschap Kempen & Maasland, geeft het nog niet op en werkt aan een aanpassing van het dossier.
Heiderbos is al generaties lang gekend als de plek met de meeste jeneverbessen in heel Vlaanderen. De laatste decennia heeft de jeneverbes, een streekeigen naaldboom, het moeilijk om te verjongen. Agentschap Natuur en Bos wil een handje helpen door stekken te nemen om later uit te zetten in het gebied en door het uitzaaien van jeneverbeszaad. De jeneverbes heeft licht nodig om goed te kunnen groeien en daarom vindt er momenteel kapping plaats van exoten zoals Corsicaanse den.
De bosbessen in Heiderbos waren net geplukt, vermoed ik, want de bosbessentaart bij het einde van de wandeling was overheerlijk.