‘De oorlog is in de mode. Blijkbaar een rage’, zei ze met gekunstelde onverstoorbaarheid. ‘Sta je op het toneel verkleed met zo’n uniform met IJzeren Kruis, met al die versierselen en met een doodskopspeld op je kepie?’
Een zin uit de roman ‘De onvervangbare’ van Simone Lenaerts, uitgegeven bij De Geus,2012.
De moeder, Mireille Raveschot – Mathijs, spreekt hier haar zoon Robbie Raveschot – theateracteur – toe die van zijn oma – weduwe, Germaine Rousseau – Carpentier in een tweede huwelijk Mathijs -Carpentier, urenlang video-interviews heeft afgenomen over haar tweeënhalf jaar internering in de Kriegswehrmachtkampen van 1940 – 1945 o.a. in het vrouwenkamp Ravensbrück omdat ze samen met haar man Isidoor in het verzet zat en verraden werd door collaborateurs. Dit gegeven is in de toen Antwerpse schippersfamilie steeds onder het grootste ‘zwijgen’ voor de kinderen en kleinkinderen bewaard gebleven. Mireille Raveschot die haar moeder ervoor waarschuwde van haar kinderen Robbie en Isabelle geen ‘derde generatiekinderen’ te maken met haar verhaal over de gebeurtenissen, doet dat op aandringen van haar kleinzoon juist wel.
Het zwijgen wordt doorbroken: een uiterst beklemmend verhaal dat je niet in één ruk uitleest. Kundig gecomponeerd trouwens, want de evocatie van de
ontberingen, de vernederingen en het mensonterende sadisme in de gevangenissen en kampen gaat crescendo tot je als lezer slechst zuivere afschuw overhoudt voor de nazi’s. Dat gegeven wordt prachtig gecounterd door de solidariteit van de vrouwen onderling. Het inwendige verzet, het zich volhardend niet gewonnen geven aan de vijand. Hun zelfrespect en trots die hen – letterlijk soms – staande houdt tegenover de duivelse vernietigingsdrang van het nazi-regime. Je gaat als lezer gaandeweg begrijpen waarom deze waarheid slechts met lotgenoten gedeeld kon worden. Waarom deze gebeurtenissen toch ook , aan volgende generaties doorverteld moeten worden in plaats van verzwegen. De schrijfster laat via de toneelmonoloog van Robbie Raveschot de persoon van Kurt Gerstein aantreden , de ontdekker van Zyklon B of blauwzuur, om duidelijk te maken in welke ‘schizofrene’ situatie sommige nazi-officieren zich bevonden. De historische feiten worden dus in een simultaan tijdsverloop vanuit verschillende perspectieven belicht. De roman start in deel een met ‘Slotzang’ en gaat verder in deel twee met ‘De onvervangbare’. In dat tweede deel – het relaas van oma – wordt regelmatig teruggekoppeld naar het eerste deel om zodoende Robbies onbeantwoorde vragen uit zijn prille jeugd en tienerjaren tot en met de opvoering van de theatermonoloog en zijn zenuwinzinking te verklaren.
Simone Lenaerts heeft haar roman gebaseerd op getuigenissen van overlevenden en op degelijke research. Het is de vierde roman over concentratie- en of werkkampen die ik tot op heden las: Primo Levi’s Is dit een mens, Herta Müllers Atemschaukel , Jeroen Brouwers’ Bezonken Rood. In deze rij hoort Lenaerts thuis. Het is een boek dat moest geschreven worden en dat net als ‘Spinnenverdriet’ en ‘Zeewater is zout, zeggen ze’ , parels van dialogen en typering bevat maar ook van situatieschetsen die dagen na lectuur beklijven.
Vind ik leuk:
Like Laden...