Naar een lichaamseigen vaccin tegen kanker – Prof. Damya Laoui – Vrije Universiteit Brussel, Labo Cellulaire en Moleculaire Immunologie

In deze lezing werd een complexe materie bijzonder bevattelijk en boeiend uiteengezet. De dendritische celvaccinatie van kankertumoren die al in de eerste klinische fase van zijn ontwikkeling zit, brengt een boodschap van hoop voor de toekomst al kost de toepssing ervan immens veel. Prof. Laoui verklaarde ook waarom het zo duur is en erkende meteen ook de problematiek daarvan. Kom op tegen Kanker is naast anderen sponsor van haar onderzoeksteam.

In België wordt jaarlijks bij ongeveer 70 000 patiënten kanker vastgesteld. De overlevingskansen van deze patiënten zijn de afgelopen jaren geleidelijk verbeterd, hoewel helaas elk jaar nog steeds meer dan 25 000 patiënten aan kanker overlijden . Het is duidelijk dat de huidige behandelingen niet krachtig genoeg zijn. Zo zullen zelfs patiënten die in een relatief vroeg stadium zonder uitzaaiingen een operatie ondergaan om de tumor te verwijderen, nog steeds uitzaaiingen ontwikkelen in tot 60% van de gevallen. Dit hangt als een zwaard van Damocles boven het hoofd van deze patiënten. Omdat het moeilijk te voorspellen is bij welke patiënten de primaire tumor naar andere organen zal uitzaaien, worden patiënten vaak ook met chemotherapie behandeld, ondanks het feit dat niet al deze patiënten hervallen. Bijgevolg worden ook veel patiënten “overbehandeld” met therapieën met zware nevenwerkingen.

Er is een dringende medische nood om nieuwe behandelingen te ontwikkelen tegen deze fenomenen, waarbij resistentiemechanismen worden vermeden.

Ongeveer 90% van de overlijdens veroorzaakt door kanker zijn het gevolg van kanker herval of de ontwikkeling van uitzaaiingen naar andere organen. Bijgevolg is er een dringende medische nood om nieuwe behandelingen te ontwikkelen tegen deze fenomenen, waarbij resistentiemechanismen worden vermeden. In dit opzicht is het de laatste jaren uit recent kankeronderzoek duidelijk geworden dat het gebruik van het eigen afweersysteem van de patiënt een zeer aantrekkelijke benadering blijkt te zijn in de bestrijding van kanker. Belangrijk in deze context is dat tumoren dienen beschouwd te worden als orgaanachtige structuren, waarin een complexe bi-directionele interactie bestaat tussen getransformeerde kankercellen en niet-getransformeerde cellen, resulterend in tumorgroei en uitzaaiingen. Tot de niet-getransformeerde cellen behoren de cellen van ons immuunsysteem.

DCs zijn gespecialiseerd in het herkennen van “vreemde indringers” die ons lichaam binnentreden.

Belangrijke spelers in het afweersysteem zijn de ‘dendritische cellen’ (DCs) die cruciaal zijn voor de ontwikkeling van een krachtige anti-tumor immuunrespons die uiteindelijk resulteert in het doden van de kankercellen. DCs zijn gespecialiseerd in het herkennen van “vreemde indringers” die ons lichaam binnentreden. Wanneer een normale cel door allerlei mutaties omgevormd wordt tot een kankercel, zal deze specifieke moleculen op zijn oppervlak uitdrukken; deze worden ook wel tumor-antigenen genoemd. De dendritische cel zal deze kankercellen daardoor ook als “vreemd” herkennen, de antigenen opnemen en presenteren aan ’T cellen’ (=de soldaten) om deze te activeren, vandaar dat ook de naam antigeen-presenterende cel (APC) vaak gebruikt wordt voor dendritische cellen. Indien de DC een tumor-antigeen aan een T cel presenteert, zal deze laatste geactiveerd worden om specifiek de kankercellen die dit antigeen dragen te vernietigen. Hierna kunnen andere cellen van ons immuunsysteem, de ‘macrofagen’ weefseldebris gaan opruimen en het weefsel gaan herstellen. Spijtig genoeg gaan deze verschillende cellen niet altijd beantwoorden aan de verwachtingen.

Het onderzoek van mijn team toonde aan dat tumoren verschillende subpopulaties macrofagen en dendritische cellen bevatten met uiteenlopende pro- of antitumorale eigenschappen. Zo worden macrofagen, eens ze in een tumor komen, veelal corrupt en gaan ze bijdragen tot tumorgroei, uitzaaiingen en resistenties tegen chemotherapie en bepaalde immuuntherapieën. Wat de dendritische cellen betreft, deze zijn ook heterogeen en enkel een minderheid zal in staat zijn de kankercellen te herkennen en T-cellen op te wekken.

Het is ons gelukt om de verworden fundamentele kennis zodanig te gebruiken om een nanobody-construct (een soort radioactief antilichaam) te ontwikkelen om de pro-tumorale ‘slechte’ macrofagen in tumoren van muizen en patiënten op een niet-invasieve wijze te kwantificeren. Hierbij kan men voorspellen welke patiënten al dan niet resistent zullen zijn aan bepaalde therapieën.

Het eerste doel van mijn onderzoek was om de functionele heterogeniteit van macrofagen en dendritische cellen in kanker te ontrafelen en te begrijpen waarom bepaalde subpopulaties pro-of antitumoraal worden in de tumoromgeving. Hierbij is het ons gelukt om de verworden fundamentele kennis zodanig te gebruiken om een nanobody-construct (een soort radioactief antilichaam) te ontwikkelen om de pro-tumorale ‘slechte’ macrofagen in tumoren van muizen en patiënten op een niet-invasieve wijze te kwantificeren. Hierbij kan men voorspellen welke patiënten al dan niet resistent zullen zijn aan bepaalde therapieën. Daarnaast hebben we methodes gevalideerd om pro-tumorale ‘slechte’ macrofagen om te switchen naar anti-tumorale ‘goede’ macrofagen, met een vertraging van de tumorgroei tot gevolg. We zijn nu aan het onderzoeken voor welke type kankers deze immuuntherapie de meeste voordelen kan opleveren en met welke andere therapieën deze best worden gecombineerd.

Ons doel is nu om deze nieuwe therapie van het labo naar de kliniek te vertalen.

Wat de dendritische cellen betreft, hebben we een methode ontwikkeld om de ‘goede’ dendritische cellen uit tumoren te kunnen isoleren en deze in te zetten als lichaamseigen vaccin om muizen tegen kankerherval en uitzaaiingen te beschermen. Ons doel is nu om deze nieuwe therapie van het labo naar de kliniek te vertalen. Hierbij zouden therapeutisch relevante dendritische cellen uit een tumor van een patiënt die chirurgisch wordt, uit deze tumor kunnen worden geïsoleerd en zou deze patiënt dan met zijn eigen cellen weer kunnen worden behandeld om uitzaaiingen en herval tegen te gaan.

Daarnaast focust mijn team ook op immuuntherapieën die ‘de goede’ dendritische cellen verder kunnen activeren in tumoren en ervoor kunnen zorgen dat meer dendritische cellen uit het beenmerg naar de tumor worden aangetrokken. Door gebruik te maken van nieuwe technologieën zoals single-cell RNA-sequencing en spatial transcriptomics wordt het ons mogelijk om van elke cel die zich in een tumor bevindt na te gaan op welke manier deze cel geactiveerd wordt, wat de functies van deze cel exact zijn, met welke andere cellen deze communiceert en door welke cellen deze wordt onderdrukt. Via deze technologieën kunnen we begrijpen waarom bepaalde patiënten niet reageren op bepaalde therapieën, welke resistentie mechanismen er ontstaan en welke combinatietherapieën deze resistenties kunnen tegengaan. Met deze kennis zouden we in de toekomst voor elke patiënt een efficiënte therapie-op-maat kunnen ontwikkelen waarbij resistentiemechanismen worden vermeden.

Damya Laoui, ir PhD

Research Professor, Cellular and Molecular Immunology, Vrije Universiteit Brussel, Brussels, Belgium

Team leader Tumor-Immunology, Lab of Myeloid Cell Immunology, VIB, Brussels, Belgium

Damya Laoui is bio-ingenieur en deed haar doctoraat aan de Vrije Universiteit Brussel, onder promotorschap van Prof. Patrick De Baetselier. Ze voerde er fundamenteel onderzoek uit en trachtte mechanismen te begrijpen waarmee bepaalde immuuncellen kankerprogressie kunnen beïnvloeden.

Ze focuste op de heterogeniteit van zogenaamde macrofagen en onderzocht welke soorten macrofagen aanwezig zijn en hoe zuurstofgehaltes in tumoren de functie van macrofagen kunnen beïnvloeden.

Haar post-doctoraat spendeerde ze in het labo van Michele De Palma in het ISREC Instituut in de Ecole Polytechnique de Lausanne, Zwitserland, waar ze therapieën gericht naar macrofagen onderzocht, al dan niet in combinatie met andere immuuntherapieën.

Na haar terugkeer in Brussel, werd Damya onderzoeksprofessor in het labo cellulaire en moleculaire immunologie aan de VUB en het vlaams instituut voor biotechnologie (VIB) in het departement van Jo Van Ginderachter.

Haar team tracht de moleculen die bepaalde immuuncellen produceren of de cellen zelf te gebruiken als basis voor de ontwikkeling van nieuwe immuuntherapieën tegen kanker. Zo ontwikkelde Damya’s team een anti-kankervaccin gebaseerd op lichaamseigen tumor-afgeleide cellen. Voor dit werk kreeg ze een Dunia Award, de MIT Innovator under 35 Europe Award 2017, werd ze New Scientist wetenschapstalent 2018 en kreeg ze in 2020 de Collen-Francqui startersbeurs.

Verder tracht ze vrouwelijke wetenschappers in spe te helpen de nodige moed te vinden om hoogwaardige wetenschappelijke carrières op te starten en uit te bouwen in STEM richtingen. Sinds 2018 is ze lid van de Jonge academie van België en is ze vooral betrokken bij wetenschapscommunicatie en “gender in academia”.

Zie ook: EOS – Gezondheid -Kankervaccin op maat – 18/04/2018

Smart cities, of hoe technologie onze steden slimmer maakt  – prof. dr. Pieter Ballon – VUB

In een heldere, bevattelijke en overtuigende uiteenzetting doorspekt met talrijke concrete voorbeelden werden we door prof. Pieter Ballon bij de hand genomen en in de digitale toekomst van de slimme stad geïntroduceerd.

De stad van de toekomst zal slim zijn, of niet zijn. We zouden gek zijn om allerlei digitale technologieën niet te gebruiken om de leefbaarheid van onze steden te verbeteren. Maar dan moeten we er wel voor zorgen dat er ook een digitale publieke ruimte ontstaat die we kunnen vertrouwen .

Onze steden worstelen al decennia met problemen van mobiliteit, energieverbruik, overlast en veiligheid. De stad staat bij vele Vlamingen dan ook in een slecht daglicht. We werken er, maar trekken ons ’s avonds zo snel mogelijk terug in de verkaveling, waardoor mobiliteits- en andere problemen alleen maar toenemen.

Dat dit onhoudbaar is, begint nu langzaam te dagen. De vrije ruimte is op en onze steden krijgen er de komende jaren tienduizenden nieuwe inwoners bij.

Maar hoe houden we die groei leefbaar? 

Met Pieter Ballon, als inwoner van Mechelen, vernamen we uit de eerste hand  welke slimme, ingrijpende wijzigingen we mogen verwachten in de grote en kleinere Vlaamse steden en bij uitbreiding in het verstedelijkte gebied dat Vlaanderen de facto is.

Smart City –  New City – Human City.

Aan deze drie pijlers hing de voordrachtgever zijn betoog op. Verstedelijking heeft zeer veel voordelen:  hogere welvaart, grotere creativiteit, sterker dynamisme maar er is ook een schaduwzijde, ook de misdaad en de gezondheidsproblemen nemen superlineair toe. De Smart City moet uitgerust worden met nieuwe, kleine krachtige technologieën die aan vier criteria voldoen: monitoring, controle, optimalisering, autonomie. Succesfactoren hierbij zijn: de kracht van real-time data (verzamelen, connecteren, analyseren, beslissen, effect meten) en van open platformen vbn. Brussel Fix my Street en Kortrijk Shop en Go

Waarom gaat het dan ook om een New City? Omwille de vele (her)ontwerpkansen van interfaces vb. China liet gezichtsherkenning toe maar Barcelona niet. Omwille van de (her)ontwerpmogelijkheden van de fysieke ruimte vbn. Parijs 65% van de ruimte is voorbehouden voor wagen terwijl Kopenhagen de bevolking meekreeg voor het ontharden van de stad. Omwille van de (her)ontwerpmogelijkheden van menselijk gedrag vb. Eindhovens slimme verlichting en Bonheidens fietsbeleid.

Niet alleen slim en nieuw maar ook menselijk en leefbaar moet de stad zijn: een Human City dus. Hier rijst de vraag: wanneer is een publieke ruimte menselijk? Momenteel wordt er een gevecht geleverd om de basisstructuren van de slimme stad in handen te krijgen: privé gebruik en publieke impact, vernieuwing en leefbaarheid door o.a. handige apps, verschil tussen zichtbaarheid en privacy, balans tussen ontwerp en gebruik, belangrijkheid van bonding en bridging en van controle en serendipiteit. Hierover meer lezen kunnen we in prof. Ballons boek De Humane stad uitgegeven bij Politeia.

Een boeiende en fascinerende uiteenzetting die ons gedurende anderhalf uur katapulteerde in een verre en niet zo verre toekomst.

Prof. dr. Pieter Ballon is hoofddocent Communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel, directeur van onderzoekscentrum SMIT, alsook wetenschappelijk directeur Humanized Technologies bij imec.  Voor imec (interuniversitair micro-elekronica centrum) leidt Pieter Ballon het Smart Flanders project met alle Vlaamse centrumsteden, in opdracht van de Vlaamse overheid. Pieter Ballon is houder van de leerstoel Smart Cities aan de Vrije Universiteit Brussel.  In 2016 werd hij benoemd tot Brussels Smart City Ambassador door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zijn boek “Smart Cities: Hoe technologie onze steden leefbaar houdt en slimmer maakt” (LannooCampus) uit datzelfde jaar werd een non-fictie bestseller. Pieter Ballon heeft een PhD in Communicatiewetenschappen en een licentiaat in Moderne Geschiedenis.

Ons briljante brein, de zoektocht naar het bewustzijn – Steven Laureys | VAM

Ons briljante brein | Boek.be.

Ons briljante brein, de zoektocht naar het bewustzijn

Voordracht door
Steven Laureys

Director Coma Science Group Universiteit Luik

Wat is dat, bewustzijn? Hoe werken onze hersenen en gaan we ooit gedachten kunnen lezen? Hoe kunnen we weten of comapatiënten nog bewust zijn en hoe kunnen we met hen communiceren? Wat is de bijna-dood-ervaring? Wat is hersendood, wat kunnen we met hypnose, welke delen van de hersenen dienen waarvoor?

Wat maakt dat uit die miljarden neuronen in ons brein bewustzijn ontspruit? Deze vraag houdt filosofen al bezig sinds de oudheid. Nieuwe hersenscanners lichten nu een deel van de sluier op. De studie van coma, anesthesie, slaap, dementie en hypnose leert ons welke delen van de hersenen belangrijk zijn voor het menselijk bewustzijn. Deze kennis heeft directe medische en ethische gevolgen, in het bijzonder wat betreft de zorg voor patiënten in hersendood, coma, vegetatieve status, minimaal bewuste status en ‘locked-in’ syndroom of pseudocoma.

LaureysSteven Laureys heeft Geneeskunde en Neurologie gestudeerd aan de Vrije Universiteit Brussel. Sinds 1997 werkt hij in het universitair ziekenhuis van Luik waar hij zich specialiseerde in de studie van bewustzijn en de werking van de hersenen in en na coma, anesthesie, slaap en hypnose. Steven Laureys dirigeert de “Coma Science Group” die een wereldwijde reputatie geniet. Hij publiceerde meer dan 400 artikels, vijf wetenschappelijke boeken. Zijn laatste boek is een verhalenboek bestemd voor het grote publiek “Ons Briljante brein”. Meer info: www.comascience.org  [bron: Els Bouwen – VAM]

Professor Laureys vertelde aan de hand van een ppt op een bijzonder boeiende manier over dit fascinerende onderwerp nl de werking van ons brein en het bewustzijn. Hij had zelfs twee 3D – prints van zijn eigen brein bij. Dat het thema velen aansprak, mocht blijken uit het aantal aanwezigen. Een absoluut interessante avond!

%d bloggers liken dit: