De contracten van de koopman – Een komedie over de economie – Elfriede Jelinek***

De contracten van de koopmanDe auteur van Die Klavierspielerin (1983) – een roman die door Michael Haneke in 2001 als La Pianiste verfilmd werd – heeft me met haar roman – of is het een toneelstuk? – Die Kontrakte des Kaufmanns. Ein Wirtschaftskomödie (2008) meer dan verbaasd. Geschreven een jaar voor de kredietcrisis, is deze tekst nog steeds brandend actueel. Denken we maar even aan de laatst in de media verschenen lijst van ondernemingen met exuberante geldtransfers naar exotische belastingparadijzen. Elfriede Jelinek vond haar inspiratie echter in het ‘Oostenrijkse Meinl-schandaal. Meinl was een gerespecteerde groep van koffiehuizen en voedingswarenhuizen, maar werd in recente jaren omgevormd tot een beleggingsfirma in vastgoed en energie. Julius Meinl V, de laatste telg uit het roemrijke geslacht, werd gearresteerd op verdenking van oplichting, grootschalige fraude en het nemen van onverantwoorde risico’s’ (wiki). In 2009 maakte NTGent/Theater Antigone met de voorstelling Underground, gebaseerd op De contracten van de koopman, in een vertaling van Inge Arteel en een regie van Johan Simons, een theatertournee door Vlaanderen en Nederland. Die voorstellingen heb ik toen jammer genoeg gemist, want opgevoerd komt deze tekst wellicht pas helemaal tot zijn recht. Al lezend ga je meer dan een keer kijken hoeveel er nog moet gelezen worden eer het einde in zicht is en vooral of en waar de bladspiegel ergens wijzigt. Jelinek maakt er één lange tekstbolus van zonder veel structurerende interpunctie of verhelderende bladspiegel. Hier en daar duiken cursieve theateraanwijzingen op maar zelfs die zijn minimaal. Gaandeweg – ondanks de herhaling – verbaas je je als lezer wel over ‘het spraakwatergehalte’ van de woordvoerders van het kapitaal. Hoe slaag je erin om het in telkens andere formuleringen toch weer over hetzelfde te hebben? Of hoe slaagt de bankwereld erin om met telkens andere papieren toch weer datzelfde kapitaal afhandig te maken van de kleine man en het te versjacheren, te laten verdampen? De zwarte humor is bitter, navrant en vlijmscherp. De geschetste realiteit zeer pijnlijk, niet waar? Waar! Enkele recensenten:

De contracten van de koopman oogt als een baksteen, en zo ligt hij de lezer ook op de maag. Het boek is een monoliet, een vrijwel ongestructureerd tekstblok van honderdvijftig bladzijden.

via Vlabin-VBC.

In haar stuk ziet de kleine belegger zich als mini-Shylocks in een lachspiegel staan, al blijft het lachen hem en ons in de keel steken. De gedupeerde belegger moordt zijn gezin uit, doel: de totale uitroeiing, al is het atypisch dat hij daarna niet de hand aan zichzelf slaat. Dat komt hem op een reprimande van de een of andere engel der gerechtigheid te staan: Waarom spaart u eigenlijk uw eigen leven, nu u toch uw geliefden doodsloeg om wie u nu moet treuren? Cynisme en sarcasme zijn dus troef in deze komedie, waarin bankinstellingen en beleggingsfondsen glijdende namen hebben en dus nogal wat overeenkomsten vertonen met reptielen waarop niemand greep heeft, ook al beweren ze allemaal te handelen in overeenstemming met de fameuze Europese waarden.

via Elfriede Jelinek – De contracten van de koopman – Romans – Recensies Volwassenen – Knack Boekenburen.

Parodie Vanaf de eerste bladzijden moest ik denken aan de Driestuiversroman van Bertolt Brecht. Die kan je lezen als een schelmenroman waar hebzuchtige pseudo-kreupelen de omstaanders geld aftroggelen, of je kan hem lezen als een parodie op de ongebreidelde wurggreep van een financieel netwerk dat kapitalisme heet.De contracten van de koopman is zon parodie. Jelinek schreef het als een bitter- boze komedie het werk werd trouwens opgevoerd in Duitsland en in Gent. Er zijn geen personages; soms is er een ik-persoon, maar ook die is abstract: het Geld. Hoofdfiguren: de banken, dan weer de financiële certificaten, de hedgefunds of andere soepfonds. Voetvolk: de kleine beleggers die alles verloren hebben, hun spaarcenten, hun pensioenfonds, hun half-afgewerkte huis waarvoor ze een lening aangingen, hun in rook opgegane beleggingen in de bank die ze altijd vertrouwd hebben. En er zijn engelen. Het lijkt een monoloog van de have-everythings tot de dont-have-anymores, een tirade van het Geld tot die Domme Hebzuchtigen. Maar het hart van de auteur ligt bij haar voetvolk en ze beschrijft wat allicht in hun hoofden moet omgaan. Het is het geweten van de gedupeerden dat spreekt, hun inzicht nu alles voorbij is, al hun geld weg is.Hadden we maar eerder geweten wat de hoofdfiguren ons uitleggen, we zouden er niet in getrapt zijn. “De certificaten hangen al rond onze nek, ze trekken ons naar beneden … en uit onbedachtzaamheid sterven we, hadden we dat vooraf bedacht, dan waren we niet onbedachtzaam geweest en zouden we nog leven. … We kopen die papieren toch want ze hebben ons in een slaap van bedrieglijke zekerheid gewiegd, hun zekerheid is echter niets, ze bestaat niet de zekerheid, ze hebben geen zekerheid, de papieren, ze hebben vorderingen als zekerheid, wij kopen ze, wij idioten kopen ze en wanen ons in zekerheid maar het is een valse zekerheid … We geloven dat die zekerheden iets waard zijn, dan slaan natuurlijk de zekeringen door.”

via Hoe Elfriede Jelinek Marx naar vandaag vertaalt: De contracten van de koopman | DeWereldMorgen.be.